Tong's voetbalverhalen #77

De Fransman Marcel Desailly schopte in de EC-1/Champions League finale: Ajax-AC Milan in 1995 bijna het hoofd van Jari Litmanen van diens Finse romp. Ajax-coach Louis van Gaal deed het beter. Die maakte de imitatie van de eeuw. Die zweefde hoger dan het luchtkasteel van Ti-Ta-Tovenaar. Bij wie het fluitje af en toe wel terecht van de hoogste toren blies.

De voetballer Desailly was bikkelhard. Geen baltovenaar, maar wel een sierlijke voorstopper. Een beest in het veld, een klein hartje er buiten. Studentikoos brilletje, iedereen te woord staand. Hij speelde onder meer voor Olympique Marseille, AC Milan en Chelsea. Ook speelde hij voor het Frans elftal, waarmee hij in 1998 het WK, in 2000 het EK, en in 2001 en 2003 de Confederations Cup won. In 2005 zette hij een punt achter zijn imponerende carrière.

Dat was eerder in zijn leven wel anders. Toen het talentvolle voetballertje Marcel Desailly 16 was overleed zijn oudere broer Seth Adonkor. Ik houd niet van de term halfbroer. De junior was met stomheid geslagen. Naar later bleek niet verslagen. Desailly werd later beschouwd als een van de beste verdedigers uit zijn tijd, en werd daarom ook door Pelé in maart 2004 vermeld in de opgestelde lijst FIFA 100 beste spelers.

Zijn broer de verdediger van FC Nantes overleed na een avond en nacht uitgaan met voetbalvrienden tijdens een auto-ongeluk. De jonge Desailly moest van zijn vader stoppen met voetballen. Kiezen voor zijn studie. Die gaf de voetbalsport de schuld. Jonge Marcel sloeg terecht het advies, raad en bevel van zijn vader in de wind. Een fabelachtige carriere zou na deze beslissing in het verschiet liggen. Zijn luchtkastelen zouden ze niet van hem afpakken.

Later zou ie als enige speler twee keer achter elkaar de Champions-Leaque winnen met twee verschillende clubs. Olympique Marseille en AC Milan.
Zijn derde CL zou ie niet winnen. Dankzij een 17-jarig Ajax voetballertje. Een spelertje dat ook grote hoogtes zou bereiken. Maar wel met de bal aan de voet en meestal het koppie erbij.

Het intellect van Desailly ontbrak bij deze jonge Kluivert. Als wereldaanvaller verhief ie zich wel. Waar de 16-jarige Marcel nog droomde kwam de 17-jarige Patrick met beide benen op de grond. In één sprong in de voetbalrealiteit. Wereldklasse ontmoette elkaar. Met tussendoor de wereldcoach die niet zijn handschrift zette onder deze finale. Maar zijn benen liet spreken. Zoals een toptrainer nooit eerder had gedaan.

Verbaal was van Gaal ongeëvenaard. Evenals zijn sprongvermogen. De jonge karate kid in het veld, en de jonge doelpuntenmaker als held. Maar even vaak, net zoals later, werd ook Louis zijn naam in gouden letters gespeld. De tovenaar van het luchtkasteel. Zoals een echte Spartaan betaamt, ook op Spangen en het Rotterdamse Kasteel vermeld. Maar in de Amsterdamse Arena hangt zijn foto aan de wand. Zonder zwarte karate band.

tong80