Duivelse Slaap

Vrijdagavond laat. Na een drukke werkweek zit je wezenloos te zappen, biertje in de hand. Opeens scheurt een ijselijke kreet vanuit de slaapkamer het tv-geneuzel aan flarden. Je schrikt op, je biertje schrikt om, en je rent naar de slaapkamer. Daar is je significante andere, die je met grote ogen verwilderd aanstaart. ‘Ik werd wakker en er was een duivel in de kamer! Hij zat op me en ik kon me niet bewegen!

Voor je een exorcist voor je partner belt, hij of zij is waarschijnlijk niet gek: dit fenomeen heet slaapverlamming en treft ongeveer een op de vijftien mensen. Je wordt wakker, kan je niet bewegen, en hebt het gevoel dat er iemand of iets bij je in de kamer is, of zelfs bovenop je. En als je probeert je te verzetten hoor je een demonische stem.
Het is niet geheel duidelijk wat de oorzaak van dit ongelofelijk angstige verschijnsel is, maar er zijn wel theorieën: de meest bekende veronderstelt dat er iets misgaat met de informatieverwerking in het brein. Normaal gesproken geven onze zintuigen binnengekomen informatie, bijvoorbeeld lichtgolven die het netvlies in ons oog bereiken, door aan de thalamus. Dit gebied in je hersenen is een soort van Utrecht Centraal: een centraal gelegen knooppunt waar informatie van verschillende zintuigen aankomt en aan een ingewikkelde reis begint. Groepjes zintuigelijke reizigers wensen elkaar hier tot ziens, en nemen afzonderlijk intercity’s, boemels en ICE’s naar uithoeken van het brein waar ze worden verwerkt, doorreizen, en weer gedeeltelijk samenkomen om een percept te vormen: het beeld dat wij vormen van de buitenwereld.
Maar dit percept is geen objectieve waarneming van de buitenwereld. Wij drukken er ons eigen stempel op doordat deze reizigers ons geheugen en emoties aanspreken tijdens hun reis door ons brein: als je een keer gebeten bent door de hond van de buren is het beeld – het percept – wat je van ‘m hebt en wat je hierbij voelt de volgende keer anders, niet?
Eén van de richtingen die een zintuigelijke reiziger kan nemen vanaf de thalamus is naar de amygdala, een kern in je hersenen die zich op allerlei manieren met emotie bezighoudt. Dit is een snelle ICE verbinding die gebruikt wordt om, zonder de ingewikkelde reis om een percept te hoeven maken, snel te kunnen bepalen of de zintuigelijke informatie een bedreiging bevat. Want als dat zo is wil je snel handelen en niet wachten totdat je met de boemel naar achterin je hersenpan bent geweest om te vertellen dat er een hongerige wolf voor je neus staat.

Deze amygdala is het station waar de duiveltjes aan boord kunnen springen bij een slaapverlamming. De verbinding tussen thalamus en amygdala slaat de nachtdienstregeling over en doet alsof het spits is: de overactieve verbinding ziet daardoor elke zintuigelijke waarneming als een bedreiging. En zoals het treindienstregeling betaamt komt een ongeluk nooit alleen: slaapverlamming vindt plaats tijdens de REM slaap, een gedeelte van de slaap waarin (een belangrijk deel van) onze dromen plaatsvinden. Om te voorkomen dat wij onze dromen in de praktijk brengen zijn in deze fase van onze slaap onze spieren verlamd (REM atonie). Daarnaast is tijdens REM slaap onze ademhaling sneller en minder diep.

Nu hebben we alle ingrediënten voor onze slaapverlamming: je wordt wakker maar kan je niet bewegen, terwijl je ademhaling ondiep en snel is, en de verbinding die bepaalt of iets een bedreiging is, overactief is. Maar wij weten wel beter. Duivels bestaan niet. Of wel? Risicofactoren die de kans op slaapverlamming verhogen zijn zaken als stress, vermoeidheid, en slaapgebrek: de duiveltjes van onze tijd. Ze fluisteren in je oor dat je harder moeten werken, dat je al drie minuten niet hebt gekeken op social media, en dat met een extra blikje Red Bull dat feestje vanavond ook nog wel kan. De duiveltjes van onze duivelse slaap zitten niet meer op onze borst, maar op onze schouders, met hun mond heel dicht bij ons oor. Misschien toch geen slecht idee om die exorcist in te schakelen …?

Dit item is geschreven door Benny van schrijverscollectief Kaf.