Lotgenoten (0020)

Lotgenoten,

'Meneer Langereis?'
'Goedemorgen,' stond ik op. Ik schudde haar de hand. 'Bas.'
Ze zei haar naam. 'Komt u verder.'
'Dank u.' We verlieten de wachtkamer.
'Neemt u plaats.'
Ik deed het ook nog. Zij ook. Ik op de stoel aan de ene kant van het bureau, zij op de bureaustoel met het toetsenbord voor haar neus. Achter haar stond een deur open. Ik keek een kamer in. Op het blauwe leer van de behandeltafel lag wit papier.
'Uw huisarts heeft mij een briefje gestuurd met de vraag of ik naar uw handen wil kijken.'
Zonder dat ze vroeg of ze ze mocht zien, legde ik ze op tafel.
'Vertelt u eens,' glimlachte ze.

'Lang verhaal kort,' begon ik. 'Driekwart jaar geleden vroeg mijn vrouw waar die bulten op mijn vingers vandaan kwamen. Ik had nog niets gemerkt. Een week of twee later werden ze pijnlijk. De huisarts dacht eerst aan overbelasting, dus ik heb het twee weken heel rustig aan gedaan. De verdikkingen op mijn vingers werden eerder erger. Toen foto's laten maken en bloed geprikt. Op de foto's niets te zien. De uitslag van het bloed was helemaal normaal, op een ernstig tekort aan vitamine D na. Ik heb zes weken lang een shot vitamine D gehad, dus dat moet nu op orde zijn. Nog altijd niet veel beter. Sterker: de verdikking op mijn rechtermiddelvinger is veel ernstiger geworden, die op mijn rechterpink ook. En kijk, hier komen ze ook. En hier. En daar.'
'Inderdaad, dat zijn forse zwellingen.' Ze reed met haar stoel rond het bureau en zat nu bijna naast me. Ze pakte mijn rechterhand beet en betastte de vingers en de gewrichten.
'De huisarts zei toen: Ik weet het ook niet meer,' ging ik verder. 'Laten we een reumatoloog meekijken. Vandaar dat ik hier ben.'
'Pijnlijk?' Ze was geconcentreerd bezig.
'Tijdens het bewegen niet. Vaak na intensief bewegen wel.'
'Hm-hmmm,' klonk ze. Ze bewoog de vingers en kneep in de gewrichten. 'Dit hier is wat artrose,' zei ze, terwijl ze het laatste gewrichtje van mijn rechtermiddelvinger bevoelde.
'En als ik mijn vingers aanspan of een vuist maak, dan doet het zeer. Die heel dikke zwellingen, dat zijn net kussentjes die bovenop de gewrichten liggen.'

'Knucklepads noemen we ze.'
'O?'
'Komen veel voor bij mensen die zwaar werk verrichten met hun handen.' Ze zat weer achter haar beeldscherm en begon dingen in te typen. 'Mechaniciens en zo. Mag ik vragen wat voor werk u doet?'
Ik wees op haar toetsenbord. 'Dat,' zei ik. 'Toetsenbordwerk. Valt dat er ook onder?' Ik zei niet: 'Iets anders kan ik niet, dus als ik niet meer met een computer kan werken, dan heeft het leven geen enkele zin meer.'
'Het zou kunnen,' glimlachte ze. 'Komen er meer dergelijke klachten in uw familie voor?'
'Niet dat ik weet.' Bij ons spelen weer andere vreselijkheden. Slechthorendheid, Gaucoom, depressiviteit. En dunne kak spettert over onze genen. Ziekte van Crohn, darmkanker. Gezellig.
'Hebt u wel eens last van andere huidaandoeningen? Psoriasis, schilferige huid?'
'In het verleden heb ik wel eens psoriasis gehad. Hardnekkige hoofdroos heb ik. En wat eczeem. Knoop van de gulp op de blote huid en zo.' Waarom werd ik toch zo intiem met haar?

'Mag ik uw voeten ook even bekijken?' Ze vroeg het op een manier alsof ze een onbetamelijk voorstel deed. Met een handige beweging kwam ze weer op haar stoel naar me toe.
'Natuurlijk.' Gelukkig droeg ik mijn Teva's en geen sokken.
Zachtjes pakte ze mijn linkervoet beet. Er zit een rode eczeemplek bovenop en twee nagels zijn beschadigd. Ze zei er niets van. Terwijl ze met volle aandacht mijn tenen bewoog, zag ik dat ze wat grijs werd door haar halflange blonde haren heen. Die paar kleine rimpels rond haar vriendelijke blauwgrijze ogen vond ik mooi. O jee, als ze maar niet onder op mijn voetzolen … ze deed het niet.
'Niets bijzonders aan deze voet.'
Ik stak haar de rechter toe. Ook deze betastte ze zachtjes. Ik bekeek het met een bijna weemoedige glimlach. Op mijn rechtervoet zitten zelfs twee rode eczeemplekken. Ook hier begon ze niet over.
'Alles goed.'
Ze stond op en liep naar de behandelkamer. Ik trok mijn Teva's weer aan. Ze kwam weer aan het bureau zitten, terwijl ze haar handen afdroogde aan een papieren handdoek die ze vervolgens in de prullenbak gooide. Met haar ranke handen typte ze van alles in de computer in.

'Is er iets bijzonders dat die zwellingen veroorzaakt?' vroeg ik. 'En wat kan ik doen om het te voorkomen?'
'Eigenlijk niet zo veel,' zei ze. Ze schoof het toetsenbord van zich af en keek me aan. 'Zoals ik al zei: het komt veel voor bij mensen die intensief met hun handen werken.'
'En wat is er aan te doen?'
'Soms wil een injectie helpen.'
'O?' Kut, ze wil me pijn doen.
'Dan spuiten we een medicijn in het gewricht.' Hierna noemde ze de naam van een middel. Ik kon de naam ervan niet verstaan, want slechthorendheid komt dus wel veel voor in onze familie. 'Dat kan tijdelijk de zwelling doen verminderen. Velen hebben er baat bij.'
'O.'
'Maar het is geen genezing. Het komt weer terug.' Ze keek me aan met een vragende blik, of de waarschuwing goed tot me doordrong.
Ik knikte.
Ze bleef me aankijken.
'En nu?' vroeg ik.
'We kunnen de injectie in één gewricht doen en dan kijken of het aanslaat en helpt. Dan doen we later de andere zwellingen.'
'Eh … oké.'
Ze stond op en liep weer naar de behandelkamer. Barst, ik ging een spuit krijgen!

Even later zat ze weer naast me. Ik legde mijn rechterhand op tafel.
'Laten we de ernstigste zwelling nemen en zien hoe het gaat,' zei ze. Met een vochtig doekje veegde ze over de verdikking op mijn rechtermiddelvinger. In haar andere hand hield ze de injectiespuit met de naald omhoog. Het moment was daar om een andere kant op te kijken. Even hield ik mijn adem in. Au, godsgruwelijkegezondheidssandalen, wat was dat een verschrikkelijke steek in mijn vinger! Gedurende een paar seconden draaide de hele kamer. Ik voelde het vochtige doekje weer op mijn vinger en keek. Naast mijn hand had ze een pleister klaarliggen. Die deed ze om mijn middelvinger.
'Zo.' Ze stond op, liep naar de behandelkamer en gooide daar alles in een prullenbak. 'Vandaag even heel rustig aan doen ermee. Ik bel u over vier weken om te vragen hoe het ermee is. De zwelling zou dan echt heel veel minder moeten zijn.'
'Oké.'
'Dan spreken we verder af.'
Graag, wilde ik zeggen.
Ze stak me een hand toe.
'Dank u,' zei ik en legde mijn hand in de hare.
Ze schudde. Au! Mijn klauw!

Wat een avonturen weer.

-
Apeldoorn, juni 2019

-

Naschr ft:
Rust g aan doen en de m ddelv nger van m jn rechterhand ontz en. Geen  omma's en geen letters     en . Toch probeer   het. L j t wel of het ypen van d t al neaatje uren  dagen  zo n et we en duurt. Au m jn  lauw!

Aumijnklauw
Aumijnklauw