De Joodse Bruid

Ik was het meisje in de gouden kooi. Zo noemde iedereen mij – behalve hij. Hij zei nooit veel, was vaak op pad of zat achter gesloten deuren. Jarenlang heeft hij me ontweken. De eerste jaren was ik smoorverliefd. Ik verlangde naar het weinige dat hij mij kon bieden: een lach in het voorbijgaan of soms een gesprekje bij de thee. Hij hield me bij zich, zoals hij zijn herdershond aan zijn zijde hield. En hij liet me achter, zoals een man zijn vrouw achterlaat wanneer hij naar zijn werk gaat. Ik leefde in de schaduw. Mijn werk was wachten en mijn wapen geduld.

Mijn liefde ging gepaard met jaloezie. Vele vrouwen vochten om zijn aandacht. In het heetst van de strijd wilde ik opgeven en hem laten rouwen om mijn dood, maar mijn zus redde mijn leven en de kogel luidde een nieuw hoofdstuk in. Voortaan zouden hij en ik vaker samenzijn. Na de verliefdheid kwamen de angsten en depressies. Ik was alleen met mijn camera. Ik weet niet waarom ik van alle bezoekers foto’s nam – waarschijnlijk zocht ik door het oog van de lens naar het overbruggen van de kloof tussen hen en mij.

Wanneer hij weer eens maanden weg was, zat ik avond na avond voor de spiegel mijn haren te borstelen. In gedachten schreef ik tientallen brieven aan hem waarin ik hem verliet. Ik had genoeg gehad. Voor dit leven had ik niet getekend. Maar wanneer ik hem dan eindelijk weer zag, zwoer ik telkens weer hem tot in de dood te volgen.

De laatste jaren waren zwaar – hij leed zichtbaar onder zijn taken. Hij leunde op mij en ik had zijn bescherming nodig. Zonder mijn steun zou hij al lang zijn ingestort en zonder hem zou ik waarschijnlijk een dikke Amerikaan op m’n kop – of erger: een Rus op m’n buik – hebben gekregen. De seizoenen gingen in rap tempo voorbij. Het meisje werd een vrouw. Mijn kooi werd groter en van beton, zodat zijn kleiner wordende wereld erin paste. Gisteren viel de kooi eindelijk in duigen. Het is cru te bedenken dat de dood van zijn vorige geliefde ook ons einde betekent, maar na dertien lange jaren kan ik mijn vleugels uitslaan. Nu het gif door mijn lichaam vloeit, voel ik mij bevrijd. In de verte klinkt een pistoolschot. Samen zweven we de eeuwigheid tegemoet. Hij en ik; mevrouw E. Hitler-Braun.


Eva Braun was de minnares van Adolf Hitler en werd door intimi bestempeld als ‘de meest ongelukkige vrouw van Duitsland’. Op 29 april 1945 trouwden zij en kreeg Eva waar ze vijftien jaar naar had verlangd. Een dag later, 30 april, pleegden ze zelfmoord. DNA-onderzoek (2014) verricht naar haren uit haar borstel, suggereert dat Eva Joodse voorouders had.

 

Dit item is geschreven door Eric van schrijverscollectief Kaf.