Magistrale manoeuvres in Moskou (27)

John Beringen is bekend geworden door o.a. zijn boek ''Het verschijnsel Bob Evers'', hetgeen inmiddels een veel gezocht collectors-item is geworden. Geïnspireerd door de unieke opzet van de Bob Evers- verhalen besloot hij een eigen serie op te zetten: de ''Fred Huizinga-serie'' ''Magistrale Manoeuvres in Moskou'' is het eerste deel uit een trilogie.

Hoofdpersonen zijn drie jongens uit Utrecht van begin twintig jaar oud, t.w.: Fred Huizinga, die bij zijn vader in de zaak (een metaalbedrijf) werkt op de afdeling verkoop, Peter Heygraaf, advocatenzoon en student rechten en Hans Verlinden, die werkzaam is op het administratieve vlak via uitzendbureaus. Het verhaal speelt zich af in 1992; ruim een half jaar na de val van het ijzeren gordijn. Met toestemming van zijn uitgever en John zelf mogen we dit boek als feuilleton hier plaatsen. Mocht je de eerdere delen gemist hebben, een link naar de eerdere delen staat onderaan.

RUSSISCHE BUREAUCRATIE EN AMERIKAANSE DOLLARS

Hans, Fred en Peter zaten samen met Michael, Boris, Igor, de politiechef en nog twee agenten in de hoek van de lounge. Het was, alles bij elkaar, een indrukwekkend gezelschap dat door alle andere aanwezigen heimelijk nieuwsgierig werd bekeken. De drie vrienden hadden hun paspoorten terug gekregen; de politiechef had uit een aktetas een stapel formulieren te voorschijn gehaald die hij aan Michael gaf.
"Voor de afwikkeling van het geheel heb ik uw handtekeningen nodig. Als u de papieren eerst doorleest, ondertekent en daarna aan meneer Proliv en Boris geeft en deze ze eveneens lezen en ondertekenen, dan kunt u aan de drie Hollanders uitleggen dat het slechts een verklaring betreft omtrent hetgeen gisterenavond heeft plaatsgehad."
Hij herhaalde dit in het Engels tegen Fred, Hans en Peter.
"Dat lijkt me wel zo verstandig," zei Hans in het Nederlands tegen Fred, "voor hetzelfde geld onderteken je je eigen doodvonnis."
De politiechef had hier uiteraard niets van verstaan: "Wat zei u?"
"Hij verklaarde dat hij wel iets te drinken zou lusten," zei Fred snel, "wilt u ook iets drinken?"
"Een glas thee graag."
"Komt voor elkaar," beloofde Fred, "en de anderen?" Zowel Peter als de Russen wilden allemaal thee hebben; Fred en Hans hielden het bij Coca-Cola. "Ik ga even bestellen," verklaarde Fred terwijl hij opstond.
Inmiddels had Michael de formulieren doorgelezen en een balpen van de chef gekregen waarmee hij ondertekende. Vervolgens gaf hij het hele zaakje aan Igor. Op dat moment kwam Fred weer terug.
"De drankjes komen er zo aan," zei hij. Terwijl hij ging zitten, keek hij naar Igor die peinzend de stapel papieren doorbladerde. Uiteindelijk zette ook hij zijn handtekening onderaan het laatste blad. Nadat ook Boris had getekend en het pakket doorgaf aan Fred, zei Michael: "Het is in orde; even hier een handtekening zetten." Hij wees op de plaats waar Freds naam in Cyrillische letters was aangegeven. Daarna tekenden Hans en Peter eveneens. Op het moment dat laatstgenoemde alles weer teruggaf, aan de politiechef, arriveerde een serveerster met de bestelde drankjes. Fred tastte in zijn broekzak en viste hier de rol met roebelbiljetten uit, maar daar wilde Igor niets van weten: "Stop dat geld maar weer terug, makker," verklaarde deze, "dit is voor mijn rekening."
Nu had Fred in de reisgids gelezen dat iets weigeren of iets niet aannemen door Russen wordt beschouwd als een belediging. Hij deed dus wat Igor vroeg en bedankte hem vriendelijk voor dit gebaar. Igor had een portefeuille te voorschijn gehaald en vroeg iets aan de vrouw. Nadat zij antwoord had gegeven, gaf hij een paar biljetten en gebaarde dat het zo goed was. De vrouw glimlachte en liep weer weg. Gulzig nam Fred een fikse slok van zijn glas cola. Voorzichtig zette hij zijn glas weer neer en keek de chef nieuwsgierig aan: "Nou moet u mij toch eens vertellen wat uw verhoor van de overige arrestanten heeft opgeleverd."
De man onderdrukte een geeuw en begon te spreken: "Een heleboel. Om precies te zijn hebben wij vannacht 23 man verhoord die inderdaad tot de bende behoorden waar ook de heren Oljev en Leonov deel van uitmaakten. Ze hebben allemaal bekend en het is zelfs niet uitgesloten dat er nog meer arrestaties zullen volgen. De groep hield zich niet alleen bezig met chantage en afpersing, maar ook met diefstallen. Mijn mannen zitten nu achter helers aan, waarvan eveneens een soort netwerk bestaat."
Fred knikte: "Natuurlijk; als er dieven bestaan, bestaan er uiteraard ook helers."
"Ja; verder heb ik ook nog wat andersoortig huiswerk gedaan vannacht. Aanstonds wil ik, als u het goedvindt, mij even samen met u en meneer Motorin terugtrekken op uw hotelkamer om iets geheel anders af te wikkelen."
Hij pakte zijn glas thee en nam hier voorzichtig een klein slokje uit.
"Dat wil ik namelijk niet hier en public doen." "Ik begrijp het," reageerde Fred die een vaag vermoeden had over wat de man bedoelde.
Hans en Peter keken hem verbaasd aan waarop hij een vriendelijk knipoogje gaf. Peter, in de veronderstelling verkerend dat Fred weer bezig was één van zijn beroemde grappen uit te halen, haalde hierop zijn schouders op en zei peinzend: "Eigenlijk is het allemaal verdraaid snel verlopen als je rekent dat we pas eergisteren hier zijn aangekomen."
Hans knikte: "Ja, goed beschouwd..."  "Mister Huizinga, laten we nu meteen maar even gaan; gaat u ook mee, mister Motorin?" onderbrak de chef na een korte blik op zijn horloge geworpen te hebben. Meteen stonden ze gedrieën op en voegden de daad bij het woord. "We zijn zo terug," zei Fred vriendelijk tegen Hans en Peter.

Eenmaal op Freds kamer aangekomen, overhandigde de chef een formulier aan Michael.
"Michael zal dit even doorlezen en u vertellen waar het over gaat," zei de politieman, "u moet dit namelijk ook ondertekenen."
Fred keek naar Michael die tekst stond te lezen. Ineens liet hij het formulier zakken en keek Fred verdwaasd aan.
"Michael, wat is er?" vroeg Fred verbaasd.
"Je hebt even vijfentwintigduizend dollar verdiend."
Nu was het de beurt van Fred om verdwaasd te kijken: “Hè, wat? Is dat die beloning waar u het over had?"
Dit laatste vroeg hij aan de politieman die bevestigend knikte.
"Ja, toen mij vanmorgen duidelijk werd dat we inderdaad greep hadden op de bende die we moesten hebben, heb ik het geld opgehaald. Het is bij elkaar gebracht door een paar grote firma's die allemaal bang waren dat zij vroeg of laat ook het slachtoffer zouden worden van chantage en afpersingen. Als u hier even wilt tekenen, zal ik het u uitbetalen."
Hij gaf Fred een balpen en gebaarde Michael het formulier aan Fred te geven.
Met trillende vingers tekende Fred en gaf het papier terug.
Dit had hij geen moment verwacht. Toegegeven, de politiechef had gesproken van "een grote beloning," maar Fred had toen gedacht aan een paar honderd, misschien duizend dollar. Geen moment was het in hem opgekomen dat het zulk een kapitaal zou zijn.
"We hebben dus de man vijfduizend dollar verdiend," zei hij snel tegen Michael. Deze keek alsof hij water zag branden. De politieman vouwde het papier keurig weer op, stak dit samen met de balpen in zijn binnenzak en haalde uit de zijzak van zijn jasje een pakje duizend dollarbiljetten dat met een touwtje, net als een pakje dat verstuurd moet worden, bij elkaar was gebonden. Toen hij het touwtje had losgemaakt, hield hij het stapeltje voor Freds neus: "Telt u even mee?"
Fred knikte. Het klopte precies. Vijfentwintig bankjes van duizend dollar lagen nu op het kleine bureautje.
"U begrijpt dat ik dit niet beneden met al dat volk in de lounge wilde uitbetalen aan u," zei de chef terwijl hij het touwtje in de prullenmand deponeerde. "Tenslotte weet je nooit wat er voor figuren er tussen zitten en ik had geen zin om u op het bureau te zien verschijnen met de mededeling dat u beroofd was."
"Ik begrijp het," zei Fred. Vervolgens pelde hij twee stapeltjes van vijf bankbiljetten uit. Eén daarvan gaf hij aan Michael.
"Dit is voor jou."
Michael deed verbluft een stap achteruit: "Fred, dat is te gek voor woorden; zoveel?"
"Klets niet," reageerde Fred, "we hebben deze klus met ons vijven geklaard, dus als er wat te verdelen valt dan doen we dat ook met ons vijven." Zijn toon werd nu iets strenger: "En bedenk dat wij Hollanders beledigd zijn als een cadeau geweigerd wordt."
Intussen had de politiechef een pakje sigaretten opgediept en er eentje knetterend opgestoken. Het was een blauw pakje met daarop een rode ster en een raket. Hij nam een flinke haal en bekeek het tafereel goedkeurend.
Michael had de woorden van Fred tot zich door laten dringen: "O.K. Fred, heel erg bedankt." Stralend nam hij het kleine stapeltje aan.
"Stop het goed weg," bromde Fred, "hier heb je nog vijf lapjes; die moet je zo discreet aan Boris geven, maar niet eerder voordat ik het zeg."
Michael keek hem verbaasd aan.
"Ik wil eerst nog een grapje uithalen met Hans en Peter," verduidelijkte Fred.
"Doe ik," beloofde Michael.
Fred stopte de overige vijftien lapjes in zijn achterzak.
"Knoopje er op en nu naar beneden," dacht hij grinnikend. Hij verheugde zich al de gezichten van Hans en Peter die ze zouden opzetten als ze zouden horen van deze onverwachte meevaller. Vervolgens verlieten ze de hotelkamer.

Hoe dit verder gaat lees je volgende week. Liever morgen verder lezen? Het boek is ook gewoon te koop en kun je hier bestellen!