De Grootinquisiteur van het Klimaat

De noodklok luidt met harde slagen. 12 jaar nog! 12 jaar om het noodlot te keren! Maar terwijl in Katowice tandeloze leiders vruchteloze gesprekken voeren graven wij grif ons eigen graf. De tijd haalt ons in en bewijst eens te meer onze onmachtigheid. Want dat zijn wij. Onmachtig om het tij te keren omdat wij de noodzaak daartoe naar hartenlust ontkennen uit naam van, ja van wat eigenlijk? Vrijheid?

Niets is ooit voor de menselijke samenleving zo onverdraaglijk geweest als juist de vrijheid! Uit naam van die vrijheid zijn onuitsprekelijke daden gepleegd, om met welvaart onze vrijheid te vergroten en die van anderen aan banden te leggen. En het is dat streven naar welvaart dat ons nu de das om doet. Wij zijn goudvissen die ons barstenvol eten aan een welvaart waar we geen raad mee weten. En zo ontwrichten wij de wereld, kortzichtig en bandeloos op zoek naar eigen gewin. Want er is niets verlokkender en tegelijk niets kwellender voor ons dan onze gewetensvrijheid. Het vreet aan ons, omdat het ons machteloos maakt. Daarom kunnen wij ook nooit echt vrij zijn, omdat we zwak zijn.

12 jaar. We hebben nog een kinderleven de tijd om de mensheid te redden. 12 jaar om onze zwakte te overwinnen, en juist in die zwakte zit de kiem van de enige oplossing besloten: we moeten onze vrijheid aan de voeten van de klimaatverandering neerleggen. Kijk naar het gedraal en de zinloze gesprekken in Katowice! Moet daar de oplossing vandaan komen? Woordspelletjes over schone kolen om de vrijheid die ons als opium bedwelmt. Het is sterker dan onszelf, en met dat besef blijft er nog maar één oplossing over. Het is tijd voor de Grootinquisiteur van het Klimaat.

Hij zal huizen in een nieuwe departement in Den Haag, te midden van hen die zijn leiding het meest nodig hebben. Hij neemt alle beslissingen die het klimaat raken, en daardoor zijn wij verlost van de grote zorg en de vreselijke kwelling van de vrijheid. Zijn blik is de toets der gerechtigheid waardoor ons werk gezuiverd wordt van eigengerichtheid. Zonder onderscheid des persoons werkt hij voor ons allen, in dienst van de mensheid. Rijk, arm, jong en oud zijn gelijkelijk onderworpen aan zijn mandaat dat zijn gelijke niet kent. En zij zijn onderworpen omdat ze zich zelf onderwerpen. Omdat zij inzien dat zij zichzelf te hoog aansloegen, dat de mens zwak is en gemeen. Hij haalt de last van onze schouders en benadert zo de ware naastenliefde, door minder van ons te vragen.

Maar is het weggeven van vrijheid niet de ware vrijheid? Laat hen toch, daar in Katowice, en geef ons de Grootinquisiteur die wij nodig hebben. Hij die ons redt door ons te knechten. Wij kunnen het immers zelf niet tenzij wij ons aan hem onderwerpen. Red ons en geef ons het kalme en nederige geluk dat past bij zwakke schepselen.

Deze column werd geschreven door Daniel van schrijverscollectief KAF.