[Tour] Nummer vier

Greipel had een hele trein
Kilometers voor de meet
Maar toen de finishlijn er was
Zag hij slechts Kittels reet

Eindelijk was het dan zover. De twee heldhaftige vluchters werden ingehaald. Dat wisten ze natuurlijk al toen ze de vlucht begonnen. Er was een blauw treintje, een rood treintje, een zwart met geel treintje en nog een rood treintje, maar alle treintjes ontspoorden in twee haakse bochten. Ook onze hoop in bange dagen zat weer niet in de beste positie. De renners denderden op de finish af. Iedereen bleef overeind en dat was best een wonder, want er werd heen en weer over de weg gesprint. Er was echter ruimte genoeg en dan weet je al wie er wint. Kittel. Daar staat in zo’n situatie geen maat op. Er is één hoop voor morgen: er wonnen al heel vaak Nederlanders in Pau.

Toen ik de tv aanzette, wist ik het al. Nog 140 kilometer te gaan met twee renners vooruit. Offredo en Gesbert. Dat zou een lange middag worden. Het werd weer kijken naar kastelen, want daar heb je er voldoende van in de Dordogne. O ja, je hebt daar ook de grot van Lascaux met die prehistorische tekeningen. Leuk. Ik was daar al eens geweest. 

Ach, ach, wat waren er een mooie plaatjes van de omgeving waar de renners doorheen reden. Allemaal plekken waar ik vaak was geweest. Montignac, waar de camping vergeven was van de beverratten en het kasteel de Losse bijvoorbeeld. Verder viel er echter in de etappe niets te beleven.

Er was ook een grote spleet in een rots te zien die in de prehistorie bewoond was. Ik hou wel van spleten. De gezichten van Marchado, Lars Bak en Vermote kende ik nu wel en dan is alles wat even afleiding geeft welkom, anders sukkel je voor je het weet in slaap.

Ik was wel benieuwd  wat Groenewegen deze etappe zou kunnen. Er was weer een topsprinter weg en dat betekende meer kans, maar zolang Kittel mee bleef doen is het natuurlijk wel erg lastig.

Er was weer een heel onsamenhangend verhaal van Maarten over treintjes en freestyle sprinten. Dat is weer een nieuwe uitdrukking van die twee: freestyle sprinten. In goed Nederlands is dat gewoon vrij sprinten. Dus zonder treintje. Anders krijg ik van die beelden van renners die salto’s van springschansen af maken en dat zou alleen Roglic maar kunnen.

O ja, er was een tussensprint. Offredo ‘won’ de sprint van de kopgroep. Logisch, want Gesbert had het bergpuntje. Greipel mocht die van het peloton winnen. Anders zouden zijn knechten misschien niet meer meehelpen vooraan in het peloton, dacht Kittel waarschijnlijk. Gesbert mocht trouwens weer het puntje op het colletje van de vierde categorie daarna pakken. Alles netjes verdeeld.

Herbert is een aardige man, maar Maarten had het verhaal van de brug en de tankwagen al verteld, Herman van de Zandt had het in de Avondetappe ook al verteld, maar Herbert wilde het per se zelf ook nog vertellen.

Op 27 kilometer van de streep schrok het peloton zich rot, want de kopgroep was al bijna ingerekend. Dus schakelden ze maar weer wat terug.

Ik durf wel te stellen dat de Gendt deze Tour geen rit gaat winnen. Hij moest ook nu weer na een tijdje Lars Bak aflossen op kop van het peloton.

Eindelijk kwam de finale en de treintjes van de klassementsrenners en de sprinters werden gevormd. Bij een rotonde liet de tv de koplopers zien en daarachter rondde het peloton de rotonde en het was net een muil die openging om Offredo en Gesbert op te slokken. Niet veel later gebeurde dat.

De rest was voorspelbaar, hoewel er altijd wat had kunnen gebeuren in de twee bochten binnen de laatste kilometer. Maar zonder Sagan en Cavendish bleken die niet gevaarlijk genoeg.

Tweet van de dag: Gerie van Tuinen: Blij dat er in de Dordogne zoveel moois te zien is, want voor de rest is er (nog) verrekte weinig aan deze etappe

Opmerking van de dag: Op het moment dat Roy Curvers op zijn fluit blaast, gaan de renners van Sunweb een treintje vormen.

De rit van morgen

De rit start morgen in Eymet. Ik heb daar tijdens de Tour van 2014 al iets over verteld. Het is een heel leuk plaatsje en ik werd er na een uit de hand gelopen barbecue met onze fiets- en kampeergroep tegen de ochtend wakker tegen een boom voor de tent. De dag erna moesten we een rondrit van zo’n zestig kilometer doen, dus ben ik maar weer mijn tent in gekropen.

Pau is ook al veel over geschreven in het verleden. Het stadje is de toegangspoort naar de Pyreneeën. Aan de route van Eymet naar Pau vinden we echter een interessanter stadje: Roquefort. Je weet wel, van die lekkere stinkkaas. Erg pittig en zout. Ik eet hem graag op toastjes en je moet er natuurlijk een lekker wijntje bij drinken. Bij voorkeur een Muscat, een Sémillon, een Barolo of een Syrah. Ik ga meestal voor de Muscat.

Roquefort rijpt langzaam in de grotten van de ‘Rocher de Cpmbalou. Daar zijn de rijpingskelders en ze bevinden zich in een ondergronds doolhof dat op een natuurlijke manier is gevormd na de ineenstorting van de berg Combalou. Door natuurlijke scheuren is er voldoende ventilatie.

De legende zegt dat een herder verliefd werd op een herderinnetje en toen hij haar ging volgen vergat hij zijn brood en kaas in een grot in de Combalou. Toen hij later terugkwam was de kaas beschimmeld maar toen hij de kaas proefde genoot hij er zo van dat hij die kaas ging maken in het diepste van zijn kelders.

Maar er is meer in en om Roquefort. Wandelaars kennen vast wel het pad van ‘les Echelles’. Het is een wandeling van maar zeven kilometer bij de grotten van de Combalou, maar het eerste deel is sterk stijgend, dus niet makkelijk.

De renners hoeven morgen nog niet sterk te stijgen. Dat komt wel steeds dichterbij.