Een papegaai op de schouder

Indrukwekkend was het beeld van de renner die strijdend tegen de elementen tussen muren van sneeuw de top van de Col Agnel passeerde. Het was de negentiende rit in de Giro van 2016. Dezelfde rit waarin Steven Kruijswijk tegen de sneeuwmuur zijn Giro in ijspegels zag vallen. De held die als eerste boven was, moest later op zijn kopman, Nibali, wachten. Nibali won de Giro en de held op de top van de Col Agnel was zijn meesterknecht. Zijn naam was Michele Scarponi.

Ik hoorde het nieuws van het overlijden van Scarponi pas laat. Ik was in Noord-Duitsland om de verjaardag van mijn schoonzoon te vieren. De zaterdag dat het gebeurde waren we naar het eiland Fehmarn gegaan voor een fietstocht. Het was echter windkracht negen en dus werd het een wandeling. Toen ik het trieste bericht las dacht ik eerst dat het jammer was dat het in Fillotrano niet windkracht negen was geweest, maar meteen wist ik dat het de training van Scarponi niet had tegengehouden.

Ik ben zelf een verwoed wielrenner en volg het wielrennen ook op de voet. Mensen, die regelmatig op FOK! Lezen, weten waarschijnlijk wel dat ik tijdens de Tour de France iedere dag een column schrijf over de etappe van die dag. Het leukste van het wielrennen vind ik echter de bergetappes. Dan zie je pas echt strijd. Zelfs al rijdt er een hele tijd een sterke ploeg op kop om ontsnappingen te ontmoedigen.

Scarponi was een klimmer. Hij zou op 37-jarige leeftijd nog kopman worden voor zijn ploeg Astana, omdat de eigenlijke kopman, Aru, geblesseerd was. Natuurlijk zou het eindklassement te hoog gegrepen zijn voor hem, maar hij zou wel een rol van betekenis hebben kunnen spelen.

Het eindklassement van de Giro had hij in 2011 wel gewonnen, maar dat was een papieren overwinning omdat Contador werd geschorst vanwege dopinggebruik. Het moet voor Scarponi ook geen echte overwinning zijn geweest omdat hij zelf wel wist dat ook hij had gesnoept.

En dan ben ik meteen bij de doping. Natuurlijk wordt er veel stil gestaan bij het dopinggebruik van Scarponi. Hij is twee keer geschorst geweest vanwege zijn contacten met de dopingartsen Fuente en Ferrari. Mart Smeets heeft echter een column geschreven waarin hij Scarponi zogenaamd herdacht en daarin ging het grootste gedeelte over zijn dopinggebruik. Mart Smeets, je weet wel, de grote fan van Armstrong. De man die in de tijd dat iedereen gebruikte nooit kwam met enig bewijs dat er werd gesnoept.

Kijk, Bram Tankink kan doping gebruiken wat hij wil, hij zal er nooit een bergrit mee winnen, of een sprint. Hij zal er ook nooit een klassieker mee winnen, ook al is het een uitstekend renner. Als je dus de Tireno-Adriatico wint, met of zonder doping, dan ben je gewoon een klasbak. Ik ga er dus ook niet verder over zeuren.

Nu we het toch over Bram Tankink hebben. Die had wel iets anders gemeen met Scarponi. Het zijn lolbroeken. Ze brengen de stemming erin. Scarponi was een grapjas en ik hou van mensen met gevoel voor humor. De zingende grapjas zou je hem kunnen noemen. Zingen kon hij namelijk ook en hij deed het regelmatig. Ik heb dat natuurlijk nooit zelf ondervonden, maar in het peloton weten ze er alles van. Daarom was Michele geliefd in het peloton. En geloof maar dat echt niet iedere renner geliefd is in het peloton.

Het is belangrijker dan de mensen denken: humor in het peloton. Het is een hard vak en dan is een grapjas welkom. Alle wielrenners weten dat de training altijd een risico inhoudt. Daarom kwam de dood van Scarponi ook zo hard aan in het peloton. Niet alleen trainen, maar ook fietsen in een peloton is een risico. Iedere grote wedstrijd liggen er weer renners op de grond. Ze duikelen over de vangrails een ravijn in, of rijden tegen paaltjes of belanden door volgauto’s in het prikkeldraad. Humor is daarom belangrijk. Humor leidt af van die risico’s. Humor is de enige legale doping in het profpeloton. En Michele Scarponi had humor. Hij nam een foto van zijn papegaai Frankje die op zijn schouder zat tijdens de training. Had er die zaterdag nou maar een engeltje op zijn schouder gezeten.