The day the music died

And the three men I admire most: 
The father, son, and the holy ghost, 
They caught the last train for the coast 
The day the music died.

Het was 3 februari 1959. Buddy Holly, Ritchie Valens en J.P. Richardson vertrokken even na 1 uur ’s nachts met het vliegtuig om naar Fargo in North Dakota te vliegen voor een volgend optreden in ‘The Winter Dance Party Tour’. Dat was een tour van drie weken waarin ze vierentwintig steden aan zouden doen. Die nacht verongelukte echter het vliegtuig waarin ze zaten. Don McLean noemde dat ongeluk ‘the day the music died’ in zijn lied ‘American Pie’.

Ik vond over het algemeen de muziek in de jaren vijftig niet echt lekker. Er waren voor mij wel uitzonderingen. Het lied ‘Diana’ van Paul Anka vond ik bijvoorbeeld wel goed. De beginjaren van Elvis waren oké. Cliff Richard, maar dan vooral vanwege The Shadows. Maar al die kwelende Amerikanen vond ik niks. Frank Sinatra en Dean Martin hadden goede stemmen, maar ik vond hun muziek gewoon kut. Ik had van mijn zevende tot mijn veertiende klassieke muziek gespeeld met mijn viool, maar daar was ik ook zo langzamerhand op uitgekeken. De viool had ik dan ook ingewisseld voor eerst een ukelele en iets later een gitaar. Met de jongens uit de buurt speelde ik vooral nummers van The Everly Brothers, want die waren ook wel te pruimen.

Buddy Holly werd eind jaren vijftig echter wel één van mijn favorieten. Al zijn hits vond ik goed en ging ik met mijn vrienden naspelen. Het aparte van hem vond ik ook zijn hikjes in de nummers. Vooral in ‘Peggy Sue’ kun je ze goed horen. Ik had het nog nooit een andere zanger horen doen. Van Ritchie Valens vond ik het nummer ‘Donna’ ook wel goed, maar verder was ik toch van de drie muzikanten die bij het vliegtuigongeluk zijn omgekomen het meeste fan van Buddy Holly.

In die tijd ging ik iedere dag biljarten in een café in Den Haag. In dat café traden in het weekend ook bandjes op. Ik had daar een vast vriendenclubje en één van die jongens leek precies op Buddy Holly. Hij droeg bovendien net zo’n bril als Buddy. Hij had wel een nadeel ten opzichte van de echte Buddy Holly: hij kon niet zingen. Zijn voordeel was wel dat hij nog leefde.

Ik realiseerde het me toen niet, maar Buddy Holly bleek in de tijd op veel meer muzikanten indruk te hebben gemaakt. Veel latere beroemdheden in de muziek zijn door hem geïnspireerd.
The Beatles, Bob Dylan en The Hollies onder andere. Ik weet niet of de naam van The Hollies slaat op de achternaam van Buddy Holly, maar het zou me niets verbazen. Paul McCartney heeft ook de auteursrechten op al het werk van Buddy Holly gekocht.

Buddy was echt één van de pioniers op het gebied van de rock ’n roll. Het is jammer dat hij niet de kans heeft gekregen om zijn muziekstijl verder te ontwikkelen. Dat hebben anderen voor hem gedaan. Ik speel tegenwoordig op een Fender Stratocaster en dat merk heeft zijn bekendheid mede aan Buddy Holly te danken. Buiten het feit dat het gewoon een geweldige gitaar is.

Was de dag dat de muziek stierf het lot van deze drie muzikanten? Het was eigenlijk helemaal niet de bedoeling om te gaan vliegen. De bandbus was echter niet in orde en er waren nu eenmaal veel optredens in korte tijd. En de vlucht? Had die wel moeten doorgaan? Het was slecht zicht en een onervaren piloot. Achteraf is het allemaal makkelijk kletsen natuurlijk, maar dingen gaan zoals ze gaan. Misschien was het inderdaad het lot. Zoals het lot van de twee bandleden van Buddy Holly hen gunstig gezind was, omdat die hun plaats ruilden met Richardson en Valens. De een vanwege ziekte en de ander omdat hij met het lid van de band lootte om de plek. Er was namelijk maar voor drie passagiers ruimte in het vliegtuigje.

Don McLean noemde 3 februari 1959 dus ‘the day the music died’. Deze column schrijf ik nadat we een heel jaar hebben gehad waarin de muziek stierf. Ik noem ze nog maar even: Leonard Cohen, David Bowie, Prince, Maurice White, Toots Tielemans, Paul Kantner, Colin Vearncombe, Glenn Frey, Natalie Cole, Lemmy Kilmister, Stevie Wright en Armand. En dan vergeet ik er vast nog wel een paar. En nu, in 2017, is alweer de bekende Haagse straatmuzikant Chuck Deely overleden.

Je zou dus kunnen zeggen dat 2016 kan worden benoemd tot ‘the year the music died’. Dat waren echter wel allemaal muzikanten die in de loop der jaren al hun sporen hadden verdiend en op leeftijd waren. Natuurlijk ben je altijd te jong om te sterven, maar Buddy Holly heeft nooit meer de kans gehad om ook al die sporen te verdienen. Hij was pas 22 jaar toen hij stierf. Bovendien zullen er in 2017 beslist ook weer een groot aantal beroemde muzikanten uit de jaren vijftig en zestig sterven. Maar er kunnen nog zoveel dagen en jaren zijn dat er muzikanten sterven, de muziek zal nooit sterven. Die is eeuwig.