Wetenschap onder vuur

Glimlachen zorgt er voor dat je een positievere blik op het leven krijgt. Althans, dat werd jarenlang aangenomen na een studie uit de jaren '80. Vorige week woensdag kopte de Volkskrant dat de resultaten van het beroemde psychologische onderzoek niet konden worden gerepliceerd. En dat geldt voor meerdere klassieke studies. Waarom überhaupt nog vertrouwen op de wetenschap?

Neem niet zomaar iets voor waar aan als een autoriteit dat zegt.
Denk voor jezelf.
Test ideeën aan de hand van observatie en experiment.
Volg het bewijsmateriaal waar het naar toe leidt.
En hou er altijd rekening mee dat je het mis kunt hebben.

Deze vijf simpele stappen hebben de mensheid bij de haren gepakt en met veel tegenstribbelen uit de donkere middeleeuwen gesleurd. Epidemieën, religieuze stammenoorlogen en gevaarlijke bijgelovige onzin hebben we voor een groot deel achter ons kunnen laten.

Wantrouwen

Maar ondanks een eeuwenlange reeks wereldveranderende successen van wetenschap is vandaag de dag het wantrouwen jegens wetenschappelijk denken nog steeds voelbaar. De evolutieleer staat meer en meer onder druk binnen verschillende Nederlandse scholen, her en der steken mazelen en de bof de kop weer op omdat papa en mama op Facebook hebben gezien dat vaccinaties autisme veroorzaken, en noemt een Amerikaanse presidentskandidaat de opwarming van de aarde publiekelijk een complot van de Chinezen. En in Nederland anno 2016 is het de gewoonste zaak van de wereld om op landelijke televisie je toekomst te laten voorspellen door Trudy het medium. Via SMS.

Als je sommige mensen er van probeert te overtuigen dat er bijvoorbeeld geen enkel wetenschappelijk bewijs bestaat dat vaccinaties autisme veroorzaken, duurt het vaak niet lang voordat een cynisch pruilmondje zichtbaar wordt. “Wetenschap. Pfwah. Vandaag beweert een wetenschapper het ene, en morgen komt uit een onderzoek het tegenovergestelde. Als je ergens niet van op aan kunt, is het wel wetenschap.” De naam van de frauderende sociaal-psycholoog Diederik ‘nulletje hier, drietje daar’ Stapel vliegt al snel door de kamer, en als slagroom op het bedorven toetje wordt gewezen op die studies die niet te repliceren bleken. Is wetenschap dan toch niet meer dan een dure hobby voor nerds?

De wetenschapper: net een mens

Wij mensen hebben een aantal fascinerende eigenschappen. We zijn geprogrammeerd om patronen te herkennen, ook als ze er niet zijn. We hebben verwachtingen die onze waarneming beïnvloeden. We hebben van nature een intuïtie dat we gelijk hebben en laten ons niet makkelijk van ons ongelijk overtuigen. Deze zaken maken ons mens, en daar is niks mis mee. Maar het zal niemand verbazen dat dit geen frisse eigenschappen zijn als het gaat om onbevooroordeeld de waarheid ontdekken. Dit is precies de reden waarom wetenschap de afgelopen eeuwen zo’n ongekend krachtig middel is gebleken: het is in staat om de realiteit in kaart te brengen zonder besmet te worden door de menselijke intuïtie. De wetenschappelijke methode geeft namelijk geen zak om wat je fijn vindt, waar je op hoopt, of wat jouw gevoel je ingeeft. Het scheidt de realiteit van al het andere.

Maar wetenschappers zijn mensen. Wetenschappers zijn bevooroordeeld, maken fouten, hebben emoties bij het analyseren van data, hebben belangen bij een positief resultaat. Hoe integer ook, elke onderzoeker tuimelt vroeg of laat in één van deze valkuilen. Wat sta je nu verbaasd te kijken? Het zijn net mensen! En dan hebben we het nog niet eens over de rotte appels die bewust de data masseren in de richting van wat ze willen bewijzen.

Wetenschap: niet perfect, wel verdomde goed

Gelukkig is de wetenschap niet simpelweg een optelsom van alles wat individuele wetenschappers doen. Het is een methode die in staat is op termijn de onjuiste conclusies uit haar database te filteren. Publicatie van een wetenschappelijk artikel is geen harde waarheidsgrens die gepasseerd wordt. Geen enkele wetenschapper zal zeggen dat de evolutietheorie waar is omdat het in een tijdschrift staat beschreven. Niemand neemt de big-bangtheorie voor waar aan omdat die ene besnorde professor dat zegt. De échte test van de wetenschap komt pas ná publicatie. Op basis van een onderzoek neemt men onder voorbehoud aan dat de conclusies kloppen. Aan de hand hiervan doet men voorspellingen over hoe de realiteit in elkaar zit. En die voorspellingen worden weer getoetst met nieuwe experimenten. Zodra de voorspellingen niet blijken te kloppen, gooit men de hypothese weg. Maar wat als na tientallen jaren van wetenschappelijk waterboarden en data-gedreven duimschroeven aandraaien een model nog altijd rechtop staat? Dan moet het model verdomd goed in overeenstemming zijn met de realiteit. Zoals het model van de zwaartekracht, de evolutieleer, en de ontdekking dat ziekten door micro-organismen worden veroorzaakt.

Wetenschap is geen rechte weg naar waarheid. Met vallen en opstaan breidt ons besef van realiteit zich langzaam uit. Niet dankzij die ene wetenschapper of dat bijzondere artikel, maar door een collectieve inspanning van de mensheid die zich door nieuwsgierigheid laat drijven. Hoe kun je er dan op vertrouwen dat de conclusie uit een bepaalde studie honderd procent waar is? Simpel, dat kun je niet, want wetenschap is niet perfect. Maar het is na vele eeuwen van ontwikkelen de beste methode van waarheidsvinding die we hebben. Het enige dat aantoont dat een wetenschappelijke conclusie onjuist was, is méér wetenschap. Geen Facebookpagina of YouTubefilmpje.

Deze column werd geschreven door Job van schrijverscollectief Kaf.