De vereniging

Donald Trump schetste aan het eind van de republikeinse conventie een donker beeld van Amerika, als een verdeeld land op de rand van de afgrond. Maar het zijn niet alleen de in woord nog steeds Verenigde Staten waar een dergelijk beeld heerst. Ook Europa bestaat sinds 1957 uit een over het algemeen groeiend aantal verenigde staten. Maar van vereniging lijkt steeds minder sprake te zijn. Sterker nog, leden verlaten de vereniging, en overige leden worden geteisterd door geweldsincidenten, economische malaise en een groeiende kloof tussen bevolkingsgroepen. Is het ontbinden van de vereniging onontkoombaar?

Toen de fanfare Concordia op het zoveelste concours naast de eerste prijs greep was de maat vol voor het bestuur. Het dorp moest zijn prestige terugkrijgen en de fanfare was het middel. Eindelijk moest er gewonnen worden. Er werd geïnvesteerd in instrumenten, nieuwe leden werden aangetrokken en extra repetities werden ingelast. Dat de oudere leden moeilijk mee konden komen was een prijs die betaald moest worden voor vooruitgang. De vereniging verjongde, maar het dorp verdeelde zich langzaam. Concerten werden slecht bezocht, en de traditionele bus naar het concours bleef leeg. Op het langverwachte concours greep Concordia wederom naast de eerste prijs. De jury prees de technische perfectie, maar ‘van samenspel was weinig sprake’. Het bestuur keek naar het lege toeschouwersvak, zag spelers elkaar met boze gezichten op foute noten wijzen, en vroeg zich af wat er gebeurd was.

Wat was het doel van Concordia? ‘Een verbroederende vereniging te zijn voor jong en oud, tezamen gebracht door muziek’, zeiden de oude statuten. Langzaam maar zeker was de nadruk op het woordje muziek komen te liggen, een ambitie die de verbroedering had vervangen. Maar wat heeft een fanfaretje uit een piepklein dorp met een vereniging van staten te maken? Het project Europa kenmerkt zich volgens europa-nu door ‘vergaande economische integratie’. Ergens weggestopt op de site van de Europese Unie wordt echter gehint naar het doel in de echte ‘oude statuten’ van de eerste vereniging: ‘een vreedzaam, verenigd en welvarend Europa’. Europa presteert al jaren goed op technische perfectie, maar dat is precies de reden dat de vereniging wankelt. De nadruk is komen te liggen op het woordje ‘welvarend’, waardoor de belangrijkste termen langzaam worden uitgehold.

De macht van het getal, noemt historicus H.W. von der Dunk dit. In plaats van een humanistisch project dat geënt is op vrede en vereniging is het een neoliberale machine geworden, gericht op welvaart. Om het dorp bij elkaar te houden moet de vereniging zijn identiteit hervinden. Europa moet niet bang zijn zich te laten voorstaan op de waarden waaruit zij gegroeid is. Vrede, vereniging, vrijheid, gelijkheid en broederschap. Dat zijn de echte pijlers van de Unie. Als we ons daarop richten volgt de muziek vanzelf.

Deze column werd geschreven door Daniël van schrijverscollectief Kaf.