De week van het geld

Er zijn twee zaken die verantwoordelijk zijn voor de meeste ellende in de wereld: religie en geld. We zouden in principe zonder religie kunnen en dat zou zelfs wenselijk zijn naar mijn mening, maar kunnen we ook zonder geld?

Deze week was het de week van het geld. Wijzer in Geldzaken organiseerde die week om kinderen van de basisschool te leren omgaan met geld. Klaas van Kruistum gaf samen met wethouder de Bie in Breda het startsein op basisschool Olympia. Hun ouders waren blijkbaar niet uitgenodigd en dat terwijl één op de zes huishoudens schulden heeft.

Hopelijk gaan die kinderen het dan later beter doen dan de grote mensen van nu. Even een voorbeeld van hoe de grote mensen van nu tegen schulden aankijken.

In oktober 2013 was het schuldenplafond van de VS al 16.700 miljard dollar. In september vorig jaar is het maar weer eens een keer verhoogd. Het komt altijd weer tot een akkoord, want men kan zich geen shutdown veroorloven. Ondertussen kosten die bommen op IS natuurlijk handen vol geld, maar blijkbaar kan dat niemand in de VS bommen. Je vraagt je dan af wat het geld eigenlijk nog waard is als het toch gewoon steeds maar kan worden bijgedrukt. Er zijn zelfs politici in de VS die het plafond willen afschaffen. Dat betekent ongelimiteerde schulden. Hoe gaan die ooit worden terugbetaald? Wat moeten die basisschoolkindertjes daar nu van denken?

Maar de vraag was: kunnen we ook zonder dat ellendige geld?

Ooit was er ruilhandel in de wereld. In de oertijd was er geen geld. Je ruilde vlees van een dier dat je had gedood tegen hout voor het vuur. Dat ging meestal goed.

Tegenwoordig komt ruilhandel ook nog wel voor. Vooral in arme, lokale gebieden. Men noemt het nu switching, want alles moet natuurlijk in het Engels. Ruilhandel komt trouwens niet alleen in arme lokale gebieden voor. In Zwitserland kent men een ruilsysteem onder de naam WIR. Bedrijven ruilen goederen en diensten met elkaar en dat schijnt zelfs een positief effect op de  geldeconomie te hebben.

Verder zijn er ook nog de zogenaamde swapping-evenementen. Een ruil-evenement dus in goed Nederlands. Daar kun je goederen ruilen tegen die van anderen en daar komt geen geld aan te pas.

Maar zo’n ruilhandel kan natuurlijk nooit het geldsysteem meer vervangen in onze huidige tijd. Ga maar eens naar de hoeren. Wat moet je ruilen als je geen geld hebt? Misschien een dure ring? En hoe kom je daar dan aan?

Sinds 2009 kennen we ook betalingen met bitcoins. Daarmee zou je wel de hoeren kunnen betalen, maar dan noemen we ze bitchcoins. Ik denk alleen dat het niet gaat lukken. Ze zal vragen wat het is en als ze hoort dat het virtueel geld is, dan zal ze zeggen dat ik dan ook maar virtueel met haar moet neuken.

Ruilhandel dus? Ik heb zelf nog een keertje aan ruilhandel kunnen doen. In 1989 waren mijn vrouw en ik op vakantie in Egypte en ik kreeg van een Egyptenaar twee kamelen aangeboden voor mijn vrouw. Dat is veel, want kamelen zijn in Egypte erg veel waard. Ik vroeg me alleen af wat ik met die beesten in Rijswijk zou moeten doen. Toen had je nog geen vluchtelingen. Nu zou ik ze kunnen verhuren, maar dan moet ik er geen geld voor, want anders is het geen ruilhandel. Misschien een paar maagden?

Ruilhandel gaat het dus ook niet worden. Je kunt er echter wel voor zorgen dat geld dan in ieder geval niet je persoonlijke leven vergalt. Ik had al vroeg voor mezelf het besluit genomen om niet rijk te worden, maar voldoende geld te gaan verdienen om een fijn leven te hebben zonder al te hoge eisen te stellen.

In het begin van mijn huwelijk verdiende ik het minimumloon en mijn vrouw werkte niet. We hadden twee dochters. Toch maakten we nooit schulden. Ik heb echt een teringhekel aan schulden. We namen dus geen auto. Ik werkte niet ver van mijn huis, dus kon op de fiets. We gingen met de FTS op vakantie. De FTS was de France Tourist Service.  Je kon vrij goedkoop een treinreis boeken naar verschillende plaatsen in Frankrijk. Daar stond dan een bungalowtent voor je klaar en er was ook een transfer naar de camping inbegrepen. We deden geen gekke dingen. Uitgaan hoefde niet, want ik speelde zelf in een band die ieder weekend een paar keer optrad. Het geld ging echter naar de apparatuur.

Nadat ik was gaan studeren ging ik meer verdienen en zeker toen ik manager werd bij mijn werkgever, had ik een goed salaris, maar ook toen was ik niet rijk. Dat hoefde ook niet, want ik had inmiddels een koophuis, kon een paar keer per jaar op vakantie en kon regelmatig lekker uit eten of tussendoor eens een weekend naar een mooie plek in Nederland. We hadden overigens nog steeds geen auto. Die hebben we pas vanaf 2000 omdat mijn schoonmoeder met het openbaar vervoer erg moeilijk te bereiken was. Mijn vrouw heeft toen haar rijbewijs gehaald. Ik heb het nog steeds niet en vermaak me prima met mijn mountainbike en racefiets.

Natuurlijk is een hypotheek ook een schuld, maar die konden we hebben en bovendien is hij nu bijna afgelost en we betalen nu nog alleen de rente en lossen niet meer af.

Natuurlijk kunnen rijke mensen ook gelukkig zijn, maar geluk hangt wat mij betreft niet af van rijkdom. Het helpt alleen als je voldoende geld hebt om zonder zorgen te kunnen leven en als je niet te hoge eisen stelt aan je materiële welvaart. Om te genieten hoef je daarvoor echt geen tonnen te verdienen.  Mijn vrouw en ik hoeven geen villa in Wassenaar, geen jacht en ook geen Bugatti Veyron. We hoeven ook niet iedere week in een driesterren restaurant te gaan eten om te genieten van het leven.

Ik hoop dan ook dat ze tijdens deze week van het geld die basisschoolkindertjes leren dat geld wel gelukkig maakt, behalve als je schulden maakt die je niet kunt terugbetalen. Want helaas kunnen we nog steeds niet zonder dat stomme geld.