Dodelijk verleden 57 (Slot)

Op het beeld zag ik veel mannen dodelijk gewond naar de grond gaan. Het licht ging uit en vrijwel direct weer aan. Hernou zat niet meer achter zijn beeldschermen. Ik was alleen en heel ver weg hoorde ik schoten. Het licht ging aan en uit, nu zat Hernou er weer.
‘Waar was je, man?’ vroeg ik.
‘Ze komen te snel te dichtbij. Dat heb ik wat vertraagd’, zei hij gehaast en dook weer achter zijn computerschermen. Ik had hem nog niet eerder zo gezien.
‘En Greta?’ vroeg ik. Hernou’s hoofd flitste mijn kant op.
‘Die kan vanaf dit moment plotseling voor je staan. Bedenk wat ik erover gezegd heb. Ik zal nog wel een paar keer zo verdwijnen zoals ik zonet gedaan heb.’
‘Ja, maar je hoeft voor mij die goocheltrucs niet uit te halen, licht uitdoen en pats je bent verdwenen.’
‘Dat doe ik niet voor jou, dat doe ik voor Greta. Juist zij weet niet waar ik zal zijn als ik op deze manier verdwijn.’
‘Jezus, ik snap er niets meer van, maar ik weet wel wat ik ga vragen voor mijn verjaardag.’
‘En dat is?’ vroeg Hernou terwijl hij me snel aankeek.
‘Een goocheldoos. Ik wil ook zo kunnen verdwijnen.’ 
Hij lachte, het licht ging uit en hij was weg en Greta stond voor mij. Ze keek mij niet aan, maar langs mij heen. Ik wist nu dat ze er niet was. Maar god, wat leek ze echt. Ze begon te praten. Ik twijfelde alleen of haar stem alleen in mijn hoofd te horen was of ook in de ruimte waar ik stond. Ik begon te accepteren dat niets was zoals het aangeboden werd, wat het dan ook was.

‘Ik heb je gezocht, mijn dochter. Kom bij me, bij mij wonen, het zal je nooit meer aan iets ontbreken. Je zult letterlijk alles kunnen zijn.’ Ik onderbrak haar met een paar simpele woorden.
‘Maar ben ik dan vrij?’
‘Jij zal nooit meer tralies zien. Niemand zal je ooit van je vrijheid beroven. Maar blijf niet hier, het wordt je dood hier.’
‘Mijn dood? Hernou heeft mijn leven alleen maar gered terwijl jij mij en mijn lijf liet verrotten in een kleine box. Was dat een foutje?’
‘Waar ik meer dan gewone spijt van heb.’
‘Ik geloof er geen moer van.’ Haar gezicht veranderde, zo herkende ik haar weer wat beter. Dit gezicht kende ik wanneer er doden gingen vallen. Een demonisch gelaat waar ik in ieder geval niet meer bang van werd.
‘Het maakt niet meer uit. Je zal bij mij komen wonen en je zal ook aan mij wennen. Ik ga je alles geven wat je wilt, inclusief een goede man.’
‘Mens, je bent geschift!’ 
Ik liep van haar weg maar op een of andere manier bleef ze voor mij staan, welke richting ik ook op ging. Ik begreep dat het mijn eigen projectie van haar was en dat zij dit op een of andere manier al in mij geplant had, waarschijnlijk toen ik op haar schip gevangen zat. Ze zat duidelijk in mijn geest. Ik vroeg mij niet eens meer af hoe dit mogelijk was, ik accepteerde het en bond een zwarte doek voor mijn ogen in de gedachte dat zij via mijn ogen kon zien waar ik was. En waar was Hernou? Hernou dunde Greta’s leger uit van een kleine honderd man naar enkele tientallen binnen een tiental minuten.

Blind tastte ik waar ik tegenaan liep. Waar ik was, was niet belangrijk. Ik voelde iemand.
‘Karl?’
‘Ja schat’, zei hij met zijn rustige stem.
‘Ben jij het?’ 
Iets zei mij dat ik mijn blinddoek niet af moest doen, dat het Karl ook niet was. Maar ik kende zijn lichaam! Hij had niets terug gezegd, alleen ‘ja schat’. Ik liep nu sneller recht voor mij uit en nog steeds geblinddoekt. Karl liep niet achter mij aan. Ik vond het raar, maar wilde er geen aandacht aan besteden. Toch leek ik te weten of ik gevaar liep. Ik voelde een tafel, er lag iets op dat ik niet direct een naam kon geven. Ik betastte het voorwerp, het leek een lang dun zwaard, een Samoerai. Ik greep het handvat beet draaide mij een kwartslag en op dat moment voelde ik hoe het handvat mijn buik in gedrukt werd. Ik hoorde dat er iemand op de grond viel. De persoon was in mijn zwaard gelopen. ‘Maar hoe?’ schreeuwde het in mijn hoofd. Het zweet brak mij uit. Iets diep in mij zei dat ik door moest lopen.

Ik liep verder zonder de doek voor mijn ogen te verwijderen om te zien wie ik misschien gedood had. Het enige wat ik in mijn hoofd hoorde was: alles heeft een reden. Ik liep door. Ik bleef met het zwaard recht vooruit lopen en had het ter hoogte van mijn heupen. Ik zag lichtflitsen, alsof er een licht in mijn brein werd aangedaan. Er kwam in het licht een schaduw op mij afgelopen. Ik dacht een man te zien. Hij liep snel naar mij toe. Ik denk dat het voor hem helemaal donker was want ik zag hem om zich heen tasten. Ook hij liep in mijn zwaard. Weer werd het handvat, nu harder, in mijn buik gedrukt.

‘Martha? Martha’, zei Greta met een zachte lieve stem. Ik hoorde haar stem achter mij, zij zag het zwaard niet dat ik nog steeds stevig in mijn handen hield. Ik draaide mij snel om en wist niet wie ik gestoken had.
‘Greta?’ vroeg ik toen ik bijna uitgedraaid was. Ik merkte dat het zwaard iets raakte, iets zachts. Het was stil. Ik trok de lap voor mijn ogen vandaan.
‘Greta?’ Ze zat op haar knieën voor mij, ik liet het zwaard vallen.
‘Ja schat’, zei ze met een zachte stem.
‘Waarom kniel je voor mij?’ Ze stak beide handen naar mij uit. Aan haar ogen zag ik dat het mis was. Haar bebloede handen omsloten die van mij.
‘Heb ik jou geraakt? Maar je bent hier niet! Je bent ergens anders’, schreeuwde ik, alsof ik echt hoopte dat het alweer een illusie was. Maar haar handen voelden zo echt en haar bloed zo warm. Ik had haar buik opengesneden en ze bloedde leeg. ‘Hernououou!’ schreeuwde ik met alle zuurstof die ik in mijn longen had. Ineens stond hij naast mij. Ook zijn handen vol bloed, maar dan van Greta’s soldaten.
‘Dit is niet echt! Zeg dat ik dit niet gedaan heb! Zeg dat Greta ergens anders is.’
‘Het is echt, Martha, maar ze gaat nog niet dood, is het wel Greta?’ zei Hernou rustig, haar handen gleden langzaam van haar buikwond en alhoewel er heel veel bloed aan de zijkanten van haar benen lag stond ze langzaam op. Van haar geknielde zit en met haar kont op haar enkels kwam ze zonder haar handen te gebruiken langzaam overeind. Het duurde enkele seconden voordat ze stond. Het was voor mij een onbegrijpelijk herstel, zo’n oude vrouw die vanuit zo’n positie en met zulke verwondingen zo makkelijk omhoog kwam. Ik bereidde mij voor op het ergste. Zouden ze elkaar aanvliegen? En hoe zouden ze dat doen? Hernou was de man en ik schatte hem sterker. Maar ze vlogen elkaar niet aan. Ze bleven bewegingloos tegenover elkaar staan. En ik voelde heel sterk dat ik wat afstand moest nemen. Greta’s haar begon te bewegen alhoewel er geen zucht wind stond. Hernou leek in opperste concentratie. En toch zag ik de wond van Greta nog bloeden, ik had haar echt geraakt!

Uhee, je bloed leeg, Greta’, zei ik rustig, ik bedoelde te zeggen dat ze er iets aan moest doen. Haar hoofd flitste opzij, ze keek mij nu met rare scherpe ogen aan, huiveringwekkend. Hernou keek mij aan en deed zijn wijsvinger voor zijn lippen. Ik mocht niet meer spreken.
‘Je zal de waarheid moeten vertellen, Greta’, zei Hernou plotseling na een minutenlange diepe stilte. Greta begon te spreken, maar had een andere stem; veel dieper, als die van een oudere vrouw.
‘Een waarheid die wij allebei kennen. Een waarheid die jij alleen zal kunnen koesteren omdat je een zwaard neergelegd hebt en zij zichzelf blinddoekte zodat ik het niet kon zien dat ze het zwaard had, meesterlijk.’
‘Ze heeft zichzelf geblinddoekt omdat je haar ogen te veel gebruikt hebt’, zei Hernou.
‘Je bent uiteindelijk altijd al veel slimmer geweest dan ik. Jezus, dat ik dit nog zou zeggen’, zei zij met een oude diepe kraakstem terwijl haar rechterhand weer voor de wond op haar buik ging. Ik zag dat ze pijn leed en ook dat er een levenskracht uit haar verdween en het leek wel of ik dit ook voelde in mijn buik. Het was vreemd; ik leek een gedeelte van haar pijn te voelen. Maar ik voelde ook een rare zware pijn in mijn schouder. Hernou leek te zien wat ik dacht en schudde nee met zijn hoofd. Ik dacht na over haar laatste woorden. Was het zwaard neergelegd? De blinddoek? Waarom deed ik dat? They are fucking my mind! Maar ook de woorden van Hernou, nog voordat de confrontatie begon: niets is wat het lijkt. En als ik nu op mijn gevoel en intuïtie af moest gaan, dan zou ik Greta het minst vertrouwen.

Ik keek naar het zwaard dat ik had laten vallen. Hernou en Greta stonden tegenover elkaar en leken erg geconcentreerd. Waarom ik naar het zwaard keek wist ik niet, maar ik had het idee het op te willen pakken. Voordat ik goed besefte wat ik deed, stond ik al met het zwaard in mijn handen, het handvat het verst van mij af. Het betekende dat ik het lemmet vasthield. Ik liet het zwaard weer vallen en merkte dat ik nu zelf bloedde aan mijn rechterhand.
‘Waarom? Waarom doen jullie dit?’ schreeuwde ik. Ik had het zwaard opgepakt aan de verkeerde kant zonder erbij na te denken. Nog steeds zeiden Greta en Hernou niets, ze maakten geen enkel geluid. En nog steeds gutsten kleine straaltjes bloed over de rechterhand van Greta op de grond. Ook ik bloedde uit mijn rechterhand. Ik zag nu dat de kleding die Hernou’s rechterschouder bedekte vuurrood werd. De schouder waar ik pijn aan had.

Kan iemand, iemand, mij vertellen wat hier nu aan de hand is? En doe je vinger niet meer voor je lippen, Hernou! Ik zwijg niet meer, wat gebeurt hier?’ riep ik, niet hysterisch, dat nog niet, maar ik voelde het wel.

‘Jij bent het dilemma, Martha, het orakel zo je wilt’, zei Hernou.
‘Ik? Ik ben de eigenaresse van een apotheek met twee kinderen waar ik zielsveel van hou! Dat was ik. En nu ben ik het orakel? Ik geloof niet in sprookjes en mythes! Ik bloed hier en jullie ook. Maar wat maakt nu...’ Greta onderbrak mij.
‘Jij bent de sleutel, de sleutel, jouw bloed is de sleutel…’, zei ze en zakte weer op haar knieën.
‘Wat is er met mijn bloed? schreeuwde ik. Hernou zakte nu ook op zijn knieën. Hij leek hevig te bloeden uit de wond aan zijn schouder. Ik zag nu dat zijn broekspijp nat werd van zijn bloed. Het was een vreemd gezicht hun beiden, eens zo machtig en sterk, tegenover elkaar te zien zitten en leegbloeden. Ik had met hen beiden te doen. Maar ik liep naar Hernou en omhelsde hem omdat ik zijn geschiedenis inmiddels kende. Dat hij zich altijd naar het juiste had bewogen, het goede had gedaan. Mijn bloedende rechterhand op zijn schouder. Ik voelde een lichte schok door zijn lijf gaan. Hij pakte mijn hand die nog licht bloedde en legde die op zijn blote huid op zijn gewonde schouder.
‘Dit ben jij, schat. Jij redt mij nu niet omdat ik je vader ben, maar omdat je weet dat ik het rechtvaardige nastreef.’
‘Maar hoe?’ stotterde ik en voelde hoe mijn bloed zich mengde met het zijne en ik hield mijn hand op zijn wond omdat ik dit voelde. Ik dacht er niet bij na. Alsof ik wist dat ik zijn leven zou kunnen redden

‘Jouw bloed bevat een enzym waar het allemaal om draait. Jouw bloed is ons levenselixer. En omdat wij jou hebben gemaakt, letterlijk, is het enzym weer in volle glorie hersteld.’ 
Greta zakte in elkaar, ze leek in tien minuten tijd vijftig jaar ouder te zijn geworden. Ik trok mijn hand van Hernou af en het voelde alsof mijn hand weer naar hem toe wilde, maar ik hield mijn bloedende hand langs mijn lichaam. Hernou trok zijn colbert uit en direct erna zijn blouse. Ik keek naar een grote open wond, vijf centimeter boven zijn linker tepel. Ik zag ook dat het niet meer bloedde. Hij stond weer op en leek zijn levenskracht weer terug te krijgen.
‘Het is een groot geheim, Martha, en alleen jij en ik weten hier nu nog van. Driehonderd jaar geleden werd dit enzym ontdekt door een stamhoofd ergens in Kenia. Het verhaal gaat - niemand kan het bevestigen - dat het kind van een medicijnman de eerste was die het enzym bezat. Het kind werd gebeten door een slang die ze nog nooit eerder gezien hadden en die na de beet ook nooit meer gevonden is. Het was een slang van ongeveer anderhalve meter met een vuurrode kop en een donkergeel lichaam. Zijn zoon was tijdens de beet twaalf jaar oud en hij heeft veertien dagen gevochten voor zijn leven. Maar hij redde het. Toen zijn broer op een dag van een jachtongeluk terugkwam - hij was aangevallen door een leeuw - bloedde hij hevig. Die leeuw was een bijzonder dier, niet als alle andere leeuwen. Het keek de broer een hele tijd aan en leek zelfs te huilen. Niet lang daarna haalde de leeuw een maal uit. Twee diepe wonden in zijn zij waren het gevolg. Toen hij voor zijn vader gelegd werd, meer dood dan levend, deed de andere broer, die dus gebeten was door de slang, hetzelfde wat jij nu bij mij gedaan hebt. Het enzym in jullie bloed stopt het bloeden op een wonderbaarlijke manier en het lijkt ervoor te zorgen dat de krachten weer terugkomen. Ik heb geprobeerd het geheim van jullie bloed te onthullen maar dit is mij nooit gelukt. En met dit geheim naar de medische wetenschap gaan zou jouw leven nu kapot maken.’
‘Jullie? Wie nog meer?’ Mijn woorden deden pijn in mijn keel. Ik merkte dat ik uitgedroogd was. Ik zocht water en vond het een paar meter van Hernou af. We verloren elkaar niet uit het oog.

‘De vele stamoorlogen hebben ervoor gezorgd dat de hele familie van de medicijnman uitgemoord werd. Tenminste dat dachten we.’
‘We?’
‘Ja ja, wacht nou even. We, zijn de personen die het geheim kenden. En dat waren de twee directeuren, rond negentienhonderd, van twee van de grootste circussen in Engeland. En daar stammen Greta en ik vanaf. Zij van de een en ik van de ander. Ze wisten van het geheim omdat er een Keniaan voor hen gewerkt had die dit verhaal van het bloed de wereld inbracht en dat hij een afstammeling van deze medicijnman was en dat hij zijn kostbare bloed aan beiden wilde verkopen. Maar in plaats van eendrachtig werden de directeuren elkaars concurrenten. De een liet de ander vermoorden en je begrijpt het misschien al: degene die opdracht gaf voor de moord is een afstammeling van Greta. De kinderen van de twee directeuren koesterden de Keniaan wel. De Keniaan stierf niet aan de gevolgen van ouderdom, maar aan zelfmoord. Hij vond dat hij lang genoeg op deze aarde was geweest. En hij was toen minstens honderdvijftig jaar oud. Hij was een rijk man, maar niet hebberig. Hij was een bijzonder goed mens, Greta en ik hielden van hem. Toen hij stierf hebben wij van het overgebleven afgetapte bloed verdunningen gemaakt en er pillen van gemaakt zodat we dit nog jaren konden slikken. Maar ook die pillen hadden we weer verdund naarmate we er minder van hadden. En dan wordt de werking snel minder.’
‘Ja en, wat deden die pillen dan?’

‘Je bent zo ongeduldig’, zei hij terwijl hij knipoogde. ‘Ze hechten zich aan ouder wordende cellen en stellen ouderdom uit. Dat is eigenlijk het belangrijkste. Meer doet het niet, niet voor Greta en mij. Maar jij, jij bent in staat om met je bloed wonden te laten stoppen met bloeden. Niet te genezen, want ik zal deze wond goed moeten verzorgen. Maar dat jij het enzym draagt is zeker.’
‘En hoe ben ik eraan gekomen?’
‘Dat is voor ons een groot mysterie.’
‘En hoe wisten jullie dan dat ik het had?’
‘Jullie hebben moeite met sterven’, zei hij met een rustige stem. Ik hield van zijn stem.
‘Kunnen we niet sterven?’
‘Jazeker, ik heb het je net verteld. Karim, zo heette de Keniaan, hing zichzelf op. Hij had het geprobeerd met arsenicum, maar dat mislukte zoals je zult begrijpen.’
‘Nee?’
‘Nee? Het enzym hechte zich aan het gif en neutraliseerde het.’
‘Dus mijn bloed zou het fundament kunnen zijn om de wereld, wat betreft gezondheid, te veranderen. Net zoals de uitvinden van penicilline.’ Ik begon het te begrijpen.
‘De grote vraag is: zullen ze je uiteindelijk niet vermoorden om dat bezit?’
‘De grote vraag is eerder: zou ik mij willen opofferen?’
‘Nee, zou jij je willen slachtofferen? Mijn advies, niet alleen als vader maar ook als mens, slachtoffer je niet. We kunnen er samen over nadenken hoe we dit in de wereld gaan introduceren zonder dat iemand te weten komt waar het vandaan komt.’
‘Ik heb medicijnen gestudeerd en mijn taak is mensen te redden. Wat een verschrikkelijke paradox. Nu wil ik naar mijn kinderen toe, ik wil weer een leven oppakken, Hernou.’
‘Samen?’ vroeg hij zacht. Ik sloeg mijn armen om zijn schouders en voelde zijn blote warme huid.
‘Samen, vader.’ 
Ik zoende hem op zijn wang.