De code van het openbaar toilet

Dat man en vrouw verschillen staat vast. En hoewel de vrouw – terecht – na de eeuwenlang ingesleten masculiene dominantie langzaam maar zeker van haar achterstandspositie aan het terugkomen is, zal het verschil waarschijnlijk op één terrein nog wel een tijd fier overeind blijven: het openbaar toilet. De badruimte of het toilet van de tegenovergestelde sekse blijft toch altijd een terrein dat op een ongrijpbare manier is omringd met taboes. Mocht je denken dat dat wel meevalt, bedenk dan maar eens de laatste keer dat je je zonder gêne of abuis op dat bewuste terrein bevond.

Het leidde afgelopen vakantie tot de volgende anekdote.

We stonden tussen andere stelletjes en gezinnetjes voor een paar dagen op het trekkersveld van een camping aan de voet van de Zuid-Duitse Alpen. Enige tijd ervoor werd er nog volop gepraat of bij lampjes gelezen, maar even na elven waren mijn vriendin en ik voor de tweede dag op rij ineens de enigen die nog buiten de tent zaten te kletsen. Alsof wij de enigen waren die niet van een avondklok op de hoogte waren. Zelfs de muggen en horzels die ons eerder op de avond nog lastigvielen, hadden hun bezigheden te ruste gelegd.

Ook wij besloten uiteindelijk maar naar het washok te tijgen om de avond af te sluiten. Vanwege het tijdstip ging mijn vriendin mee het mannenhok in. Met z’n tweetjes is het toch gezelliger dan alleen en het washok was verder leeg. Hoewel het natuurlijk een onschuldig vergrijp is, was er toch een lichte twijfel vanwege dat onverklaarbare ongemak.

Voor goed begrip de volgende constatering: zoals gebruikelijk waren de wc’s niet geheel afgesloten, maar slechts met manshoge deur en schotten van elkaar gescheiden. Een merkwaardig, maar alom geaccepteerd verschijnsel, dat je elke vorm van privacy tijdens de toiletgang ontneemt. Wellicht ben ik daar preuts in, maar ik hou in deze gevallen de geluiden het liefst zo beperkt mogelijk.

Terwijl mijn vriendin zich even op het gemak terugtrok voor een laatste boodschap van de dag, liep ik nog even rond door het washok. We waren nog steeds alleen. Mij ontglipte een kleine wind, waarna Din informeerde of die van mij afkomstig was. Ik bevestigde en liep weer terug richting het wc-complex, toen vervolgens een man het washok binnen kwam lopen. We groetten elkaar met een kort knikje en zonder een woord te wisselen, zodat zijn entree in stilte verliep. 

Dat realiseerde ik me, toen ik de man de wc naast die van Din in zag lopen. Hoewel Din waarschijnlijk wel gehoord had dat de deur naast haar zich sloot, was de aanwezigheid van een derde persoon voor zowel de man in kwestie als voor Din onopgemerkt gegaan. Het zal wel aan mij liggen, maar ergens wringt het toch een beetje om dan maar hardop te zeggen: “Lief, we zijn niet meer alleen!

Ongehinderd door de spanningsboog die sinds zijn binnenkomst in de ruimte aanwezig was, liet de man vervolgens zijn behoefte, voorzien van rectaal klaroengeschal, de vrije loop. Daar is op zich niets mee aan de hand, maar in de daaropvolgende oorverdovende stilte kon het gedachtespel beginnen.

Din zal natuurlijk vreemd hebben opgekeken dat er onaangekondigd een luid defecatieconcert klonk. Als ze zou vragen of ik dat soms ook was, zou de derde man ongeacht mijn antwoord worden meegetrokken in dat spanningsveld, al was het maar omdat het een vrouwenstem betrof in het mannenhok. Zou ik dat immers niet hebben verteld als we alleen waren geweest?

Hetzelfde zou zijn gebeurd als ik op mijn beurt, bovenstaande gedachtegang volgend, zelf zou hebben aangekondigd dat ik het níet was, maar iemand anders die net binnengekomen was. Om mezelf uiteraard vrij te pleiten, maar de andere man in het complot te betrekken. Het bleef verder ijzig stil in het vertrek, tot Din van de wc kwam en mij met een licht ontregelde blik aankeek. Pas toen we buiten waren werd er opgelucht ademgehaald. 

We probeerden te achterhalen waarom de spanning eigenlijk zo om te snijden was geweest. Waaróm werd er niets gezegd? In ieder geval zou de onwetende derde zich plotseling opgelaten voelen, meenden we. Ik kroop nog eens in de gedachten van de derde persoon en probeerde me daarin te verplaatsen. Het gestelde vertrouwen door het knikje dat wij elkaar gaven bij zijn binnenkomst, zou zijn verraden. Waarschijnlijk omdat de code was doorbroken.

Misschien nieuw voor sommige vrouwen onder de lezers, maar mannen praten over het algemeen namelijk níet op de wc. Wij gaan alléén, groeten misschien, maar verder doen wij onze behoefte in stilzwijgen. Waarom? Geen idee eigenlijk, maar het is een ongeschreven regel. Een moment van rust en bezinning. En daarvan leidt de begeerde andere sekse alleen maar af. Hoe zit dat eigenlijk bij vrouwen op de openbare wc?