Vakantie? Nee, werken

Iemand die geregeld bijles geeft heeft in de vakantieperiode niks te doen. Raar eigenlijk, je zou verwachten dat iemand die zwak is in een bepaald vak, een deel van de vakantie zou kunnen gebruiken om de boel bij te spijkeren. Maar nee hoor, de volle zes weken zijn nodig om weer enigszins op krachten te komen. Tegelijkertijd heb je dan buitenlandse studenten die graag een deel van hun reces opofferen om aan een Nederlandse universiteit een summer course te volgen. Die luitjes hebben blijkbaar toch wat meer pit in hun dondertje.

Maar goed, de realiteit was dat ik niks deed en dus ook niks verdiende. Tijdens een bezoekje aan mijn broers die een bouwbedrijf hebben zag ik evenwel een uitweg. Ik leg het even uit. Ze zitten sedert een jaar of twaalf met hun bedrijf in een schitterend nieuw gebouw dat geheel is opgetrokken in de stijl van de negentiende eeuw. Het gebouw is hun eigendom. Een paar jaar geleden kwamen ze op het idee om de bestemming van het gebouw te veranderen in een woonbestemming: alle onderdelen worden verkocht om er dure woningen van te maken, met name voor goedgesitueerde senioren. Toen de plannen enige jaren geleden vaste vorm kregen wees iedereen naar zijn voorhoofd: man, het is crisis, niemand raakt zijn huis kwijt, en al helemaal geen peperdure woningen. En dan willen jullie dit project opstarten? Het bleek evenwel enorm mee te vallen, de locatie van het geheel is zodanig dat de mensen met interesse in de rij stonden. In korte tijd was de hele boel verkocht, alleen twee nieuw te bouwen huizen, in dezelfde stijl als de rest moeten nog aan de man worden gebracht.

Het gevolg is wel dat voor het bouwbedrijf naar een nieuwe vestigingsplaats moest worden omgezien. Gekozen werd voor nieuwbouw, op een plek niet al te ver van de huidige locatie. Op 1 september moet het bestaande pand leeg worden opgeleverd, zodat binnen een periode van zes weken alles moet worden verhuisd. Nu denkt u, ach, dat doe je even, maar er zitten hier toch wat haartjes in de soep. De hele technische installatie moet namelijk ook mee: de hele elektrische installatie met kabelgoten, groepensysteem en verlichting, de beveiliging alsmede de combinatie stofafzuig en airco. Daar komt dan nog bij dat het huidige pand geheel is onderkelderd, zodat de hele technische installatie daar kon worden ondergebracht, terwijl in de nieuwe opzet geen kelder is voorzien.

En, dankzij een eigenschap van onze familie is het allemaal erg ingewikkeld. Die eigenschap hebben we van onze pa die in 1955 het bouwbedrijf startte. Hij keek altijd of iets niet mechanisch kon worden gedaan in plaats van handmatig. Zo gauw er iets op de markt kwam met een snoer eraan werd de laatste stuiver besteed om het ding aan te schaffen, want dat versnelde het werkproces, terwijl ook de kwaliteit beter werd. Als klein bouwbedrijf liepen we zo ver voorop dat verscheidene keren machines werden aangeschaft waarvoor nog niet eens een Nederlandse vestiging bestond. Toen wij als jongere generatie aan bod kwamen zette deze trend zich in versnelde mate door. Er zullen maar weinig timmerwerkplaatsen zijn met airco, maar hier wel. Het maakt het werkklimaat te allen tijde beter, terwijl ook de productiviteit stijgt. In iedere werkplaats zit een stofafzuiger: je zet een houtbewerkingsmachine aan, tegelijk met de afzuiger. Altijd twee knoppen dus. Hier niet, want het nadeel is dat de afzuiger altijd vol gas draait terwijl dat meestal niet nodig is. Je kunt de zaken ook zo aansturen dat de afzuiger aanslaat zodra er een machine wordt aangezet, en dan precies zo hard als nodig. Als er een machine bijkomt gaat de ventilator iets harder draaien. Technisch kan dat allemaal best, maar het wordt wel heel ingewikkeld en daar kom je met name achter als je het systeem netjes moet demonteren en elders weer aanbrengen.

Mijn jongste broer vertelde dat het allemaal in zes weken zijn beslag moest krijgen en dat hij slapeloze nachten kreeg bij de gedachte alleen. Ik bood dan ook mijn diensten aan, met die van onze jongste zoon en onze pleegzoon die ook niet veel om handen hadden. Afgelopen maandag begon het feest. Ik bleek er niet bepaald voor mijn rust te zijn; na jaren van geringe activiteit in fysieke zin kom ik erachter waar alle spieren zitten. En hoe zeer ze kunnen doen. En hoeveel wondjes je aan je handen kunt krijgen als je niet met handschoenen kunt werken. En dat je aan het eind van de eerste dag met een plof op je autostoel terechtkomt om op huis aan te gaan. Inmiddels trekt het alweer bij, het begint weer normaal te voelen om de hele dag te hollen en te sjouwen. En dat opstaan om zes uur valt ook best mee. De jongens vinden het ook tof, lekker met de handjes werken en heel wat poen binnenharken. Voorlopig zou het voor hen voor twee weken zijn, maar ik zie nu al aankomen dat het veel langer gaat duren.

Kortom, Gramps is in zijn knollentuin, voorlopig althans.