Dodelijk verleden 29

Alfredo ging verder terwijl hij met een glas whisky in zijn hand om hem heen bleef draaien.
‘Kijk, dat je homo bent, daar heb jij alleen last van tussen al die echte mannen van mij, maar dat je spion bent daar hebben wij uiteindelijk allemaal last van. Wat moet ik met jou?’
Alfredo zag en voelde hoe Karl door de grond ging. Nu een verkeerd antwoord geven zou onherroepelijk zijn dood kunnen betekenen. Hij had Gui immers voor minder afgeschoten. En toch voelde Karl dat er iets niet klopte, iets waar hij de bekende vinger nog niet op kon leggen. Karl besloot te bluffen.
‘En dat ga je aan mij vragen? Mag ik trouwens weten welke informatiebronnen je hebt als het gaat om mij en spionage? En dat ik homo ben is alleen maar fijn voor de mannen hier die zeggen dat ze het niet zijn, inclusief de biseksuelen.’
‘Je was ook in de bunker, daar ging het ook rond dat je een vreemde was onder de mannen.’ 
‘Dus hij weet het van zijn mannen’, dacht Karl.
‘Ik ben gewaarschuwd door een paar van mijn mannen hier die ook in de bunker van Jochem hebben gewerkt. Daar kennen ze jou van.’
‘En ik was een vreemde, zeggen zij. En een vreemde is per definitie een spion. Simpel, nietwaar?’
‘Ach ja, het bewijs is wat dun, maar goed, je bent wel een vreemde. Kleed je eens uit.’ Er ging een wereld voor Karl open. Er werd plotseling veel duidelijk. Karl kleedde zich uit en stond in een mum van tijd spiernaakt voor Alfredo. Alfredo was geen knappe man, maar ook niet echt lelijk. Hij had charisma. Dit werd vertaald door mensen die dingen voor hem deden waar alle anderen altijd om moesten vragen. En het was niet alleen angst voor hem.

Alfredo liep om Karls naakte lichaam heen terwijl zijn vingertoppen over zijn vlees gleden en een spoor kippenvel achterliet. Karl wist nu hoe het in elkaar zat en wist ook dat Alfredo hem niet snel zou ontmaskeren. Hij zou het spionnenverhaal ook kunnen ontkrachten nu. Karl liet hem gaan, steeds verder en heftiger.

Uitgeput lagen ze naast elkaar op Alfredo’s bed.
‘Een spion? Van alles waar ik van beschuldigd ben, is dit wel het grappigste, Alfredo’, zei Karl rustig.
‘Noem mij Al, en ja, dat vond ik ook al. Maar geef toe: het is toch wel opvallend dat je zowel in de bunker was als hier bent. Het een was vrouwenhandel en dit, nou ja dit is heel iets anders.’
‘Ik wil gewoon mijn geld verdienen’, zei Karl. ‘Je weet hoe het beveiligingswereldje werkt. We geven adressen door waar goed verdiend kan worden. Zo gaat dat. Je moet het hebben van je relaties.’
‘Weet je Karl? Ik ga je vertrouwen, ook al omdat je zo’n lekkere lul hebt. Maar je krijgt wel een extra taak. Een spionnentaak’, zei Al glimlachend. ‘Je gaat Dick in de gaten houden. Ik heb een gevoel dat ik hem niet meer kan vertrouwen. Na de dood van Gui is hij gewoon anders.’
‘Het was wel familie’, zei Karl koel.
‘Natuurlijk, achteraf gezien was het ook niet zo slim van mij hem zo snel af te knallen. Maar ik was zo verschrikkelijk kwaad.’ 
‘Ja en om wat eigenlijk?’ dacht Karl.
‘Wat wil je precies dat ik doe? Moet ik alles aan je doorgeven?’
‘Jezus Karl, denk even na.’ Karl wist dat hij zijn onkunde als spion kon laten zien.
‘Luister Al, dit is voor het eerst dat ik dit doe. Ik ben een beveiliger, geen spion.’ 
Al glimlachte.
‘Een open doel Karl, is het niet?’ Al knipoogde naar Karl. ‘Gewoon, alle dingen die opvallen.’ 
‘Dat is ook behoorlijk ruim, klootzak’, dacht Karl.

Al kon er geen genoeg van krijgen. Karl bleef bij hem slapen. Met sommige zaken had Karl wel degelijk moeite, maar hij wilde het niet verpesten. Hij moest Al penetreren en dat stond Karl behoorlijk tegen terwijl het omgedraaid oke was voor hem.
De volgende ochtend namen ze afscheid.
‘Ik mag jou wel, Karl’, zei Al zacht terwijl hij Karl voorzichtig zoende.

‘En?’ vroeg Dick toen Karl binnengekomen was in de operatiekamer. Martha was bezig met een vrouw die uit de productielijn gehaald was. Ze was mishandeld door een van de beveiligers omdat ze te veel ouwehoerde aan de productielijn.
‘Wat heb je gedaan?’ vroeg Martha
‘Niets, mevrouw McCraw.’ 
‘McCraw! Jezus, dat is waar ook’, dacht Martha.
‘Zeg maar Rosa, lieverd’, zei Martha. Dicks hoofd flitste opzij, hij keek Martha scherp aan.
‘Niks Rosa! Gewoon mevrouw McCraw of dokter.’ Hij stapte met grote stappen op haar af. Ik ging ertussen staan.
‘Wat ga je doen?’ vroeg ik aan Dick terwijl ik hem straks in zijn ogen keek. ‘Is een keer een pak slaag per dag niet genoeg?’
‘Alles heeft hier met respect te maken. Wij zijn de bazen, snap je dat dan niet McCraw?’
‘Met angst ja, respect mijn reet.’ Ik voelde hoe Dicks hand om mijn keel zat. Ik zag in mijn ooghoek Karl agressieve bewegingen maken en dat was even het laatste wat ik zag, ik viel op de grond. Dick lag op de grond met de knie van Karl op zijn keel. Ik hoorde hoe Dick te weinig zuurstof kreeg.
‘Luister Dick, ik maak je kapot als je nog een keer aan mijn hartspier komt. Martha is mijn vrouw, mijn vriendin, mijn zuster. Ik waarschuw je.’ Hij keek Dick aan op een manier die ontzag en angst inboezemde. Iets ongenaakbaars.
‘Oké, oke, laat maar man! Wist niet dat je zo veel om haar gaf.’ 
Ik schrok van Karl, maar kreeg tegelijkertijd een enorm warm gevoel van binnen. Een man, een mens die voor mij opkomt. Karl hielp mij overeind. Dick had een heftige hoestbui. Ik hielp hem naar de tafel waar medicijnen en infusen klaargemaakt werden en gaf hem wat water. Het wapen dat hij in een holster op zijn heup droeg legde hij op tafel. Op de grond lag zijn wapen onder zijn rug, het was nu pijnlijk aan zijn rug.

‘Sorry McCraw, ik liet mij gaan. Sta onder grote druk.’
‘Praat er dan met mij over’, zei ik terwijl hij mij met een blik vol ongeloof aankeek.
‘Als ik dat doe, is jouw leven ook niet zo zeker meer, McCraw.’
‘Noem mij Martha, man’, siste ik.
‘Nee McCraw, en jij als geen ander zou dit moeten begrijpen.’
‘Dick, ik ben de afgelopen jaren meer kwijtgeraakt dan alleen mijn naam. Als jij dat niet begrijpt. McCraw is niemand. Martha van Salingen wordt nog gezocht, snap je?’
‘Ik praat er niet meer over, ik noem je McCraw en dat is voor jouw veiligheid, niet voor die van mij.’ 
De vrouw uit de productielijn zat nog steeds op de stoel naast de behandeltafel. Het viel mij op dat ze naar het wapen van Dick bleef kijken en op het moment dat Dick zag wat ik waarnam, had ze het wapen al in haar hand. Er klonk een doffe klap, Karl viel neer. En nog een schot, een stuk van haar schedel kwam tegen het raam. Ik stond als bevroren op de grond en wist niet meer of ik nu ademde of niet.