Dodelijk verleden 24

‘Doe wat die trut wil, Dick, als ik maar van dat gezeik van haar af ben’, zei Afredo geïrriteerd. Hij had het over Martha. ’We hebben hier in ieder geval een dokter nodig. Dus wees zuinig op haar, dat was die klootzak van een Gui vergeten. Dood dat wijf van hem ook maar’, zei hij resoluut. Alfredo keek Dick op een manier aan die hem geen ruimte liet. Het was ook een test voor Dick. Dick was geen moordenaar maar zijn financiële man en de man die alles wist van de drugsdropplekken in zee en van de uitgebreide tijdschema’s daaromheen. Van alle connecties daaromheen ook. Het was een test. Alfredo wilde weten of Dick bereid was zijn grenzen te verleggen. Dick liep weg en besefte nog een keer, zoals hij al vele keren besefte, dat hij geen harde crimineel was. Silvia had zich opgesloten in haar kamer. Dick klopte en voelde ook dat haar deur op slot zat. Er kwam geen geluid uit haar riante hut.

‘Silvia, je kunt beter opendoen. Als je niet wilt dat de speciale beveiligers van Alfredo komen, zou ik opendoen. Je maakt geen enkele kans tegen die moordenaars.’
‘En nu wel? Denk je dat ik niet weet wat jij moet doen?’ klonk de zachte stem van Silvia. Ze was opgestaan en deed haar deur van het slot.
‘Ik heb er een bloedhekel aan’, zei Dick.
‘Doe het snel’, zei Silvia rustig, alsof ze vrede met de situatie had. Ze ging op haar bed liggen. Gui lag op de grond naast het bed. ‘In mijn eentje ben ik sowieso niets meer op dit schip. Gui was niet alleen mijn vent, maar ook mijn beschermer. Alfredo heeft al tientallen keren laten blijken dat hij mij wil neuken. Hij weet dat hij mij nooit zal krijgen, nu Gui weg is zou hij vrij spel kunnen hebben. Maar hij weet dat hij mij dan moet verkrachten, over mijn lijk dus. Letterlijk.’
‘Inderdaad, dat weet hij. Vandaar de opdracht jou ook koud te maken. Maar ik ben geen moordenaar en dat weet hij. Maar hij wil weten wie hij nog kan vertrouwen. Gui doden was volgens mij een heel impulsieve move van hem. Totaal onlogisch ook.’
‘Onlogisch mijn reet. Nou, schiet op man, ik wil naar Gui’, zei ze ongeduldig.
‘Wil je niet leven?’ vroeg Dick met een vlakke stem.
‘Natuurlijk wel, maar jij hebt je opdracht en die zou ik maar uitvoeren als ik jou was, anders ben je straks zelf de lul.’
‘Ik denk het niet, Gui was vervangbaar, ik niet.’
‘Dat denk je.’
‘Dat weet ik. Ik ga je niet zeggen waarom, maar geloof me: hij kan niet zonder mijn kennis. Nou, verstop je in het schip. We zullen hier niet lang meer blijven, een paar weken is echt het maximum. Als wij hier dan weg zijn, dan kun jij je overgeven.’
‘Jezus, en dan mijn hele leven in een hok van twee bij twee meter zitten? Gebruik die kogel nu gewoon, man. Ik ben niet bang om te sterven, ik ben wel bang alleen te blijven hier. Ik hield van die lul, snap je wel? Gui was mijn alles en die wordt dood gemaakt als een hinderlijke vlieg op de muur. Geef dat wapen hier, lul!’ Ze pakte het wapen van Dick af, hij liet het toe. Silvia zette het tegen haar slaap en keek Dick aan, diep in zijn ogen. Haar laatste levensvuur drong via haar ogen diep bij hem binnen. Hij voelde een steek in zijn borst. Een doffe knal, ze was dood voordat haar lichaam de grond raakte.

‘En?’ roep Alfredo toen Dick de ruimte weer binnenkwam. Dick keek opzij, en focuste met zijn ogen direct op die van Alfredo. ‘O, het deed je nogal wat zo te zien?’ kirde Alfredo. Dick liep resoluut op hem af.
‘Luister klootzak, deze krijg je van me, de volgende niet meer en als dat je niet bevalt dan mag je een andere Dick zoeken, dickhead’, zei Dick nijdig. Alfredo lachte hard om de woordspeling, en ook al sprak Dick deze woorden in het Engels, het bleef een rare zinspeling. Toch verstomde zijn lachbui even snel als die opkwam. Hij begreep de ernst.
‘Luister Dick, Gui verziekte al langer zaken die hij niet moest verzieken. Wij hebben het daar genoeg over gehad, of niet soms?’ Alfredo keek Dick indringend aan. Dick wist waar hij het over had.
‘Luister, Al’, Dick korte zijn naam vaak af wanneer hij snel met Alfredo communiceerde, ‘Je had hem ook kunnen straffen door hem minder belangrijk te maken hier. Wat maakte nu dat je hem moest doden. En nu dat wijf van hem ook? En dat moest ik dan doen om mijn trouw aan jou te tonen? Weet je wel hoe geschift dat is? Ik, die alles voor jou regelt, die je bankrekeningen vol laat lopen. Die je al transportroutes kent, sterker nog: die ze ontwikkeld heeft. Nogmaals deze krijg je van mij. Trouwens, om even eerlijk te zijn, ze maakte er zelf een einde aan omdat ze niet zonder die klootzak wilde leven. Over echte liefde gesproken.’
‘Dick!’ schreeuwde Alfredo.
‘Ja!’
‘Sorry!?’ Dick keek Alfredo aan.
‘Echt Al, dit is de laatste keer. Ik ben trouwer dan een hond. Leer mij niet meer apporteren. De volgende keer haal ik je bot niet meer.’ Alfredo omhelsde hem terwijl Dicks armen strak tegen zijn eigen lichaam geklemd bleven.

‘Nog even wat anders, Dick’, zei Alfredo, ‘Martha wordt beschermd vanaf nu. We hebben haar nodig hier. Er zijn veel vrouwen ziek, we doen misschien iets verkeerd. Ik verwacht binnenkort ook de troepen van de echte sjeik, want zijn vertrouwelingen, die wij hebben omgekocht, kunnen het thuisfront niet meer tevreden houden. Dus we moeten hier binnen een week weg zijn.’
‘Heb je al iets anders op het oog?’ vroeg Dick.
‘Ja, een groot jacht van een heel rijke Duitser, details hoor je nog. Ik ben nog met het syndicaat bezig om goedkeuring te krijgen. Dick wist wat dit betekende. Het syndicaat bestond uit alleen capo’s, de grote bazen uit verschillende landen. De vistrawlers, de routes, de omkopingen van belangrijke politieke figuren en politie, kustwachten en communicatiespecialisten. Bijvoorbeeld het Automatic Identification System (AIS), een wereldwijd systeem voor het automatisch identificeren en volgen van het scheepvaartverkeer. Het was een verfijnd netwerk dat vele miljoenen kostte om het goed werkend te houden. Maar de drugsverwerking op zee, plus een groot deel van de distributie, was idioot winstgevend voor de maffia. En zolang het voor hun op 40 procent kosten en 60 procent winst bleef steken, was het voldoende om door te gaan.

Ik lag naast Omar. Hij sliep steeds beter. Ik gaf hem iedere dag wat minder drugs. Zijn algehele lichamelijke toestand leek te verbeteren. Ik mocht vrij rondlopen op het schip. Ik rookte weer, iets wat hartstikke tegen mijn principes was. Ik keek uit over de onmetelijke zee. We voeren nu niet meer in de Middellandse Zee maar op de grote oceaan. Ik rookte mijn laatste sigaret en zou nog even naar Omar gaan. Aan de horizon zag ik een kleine stip snel dichterbij komen. Er stonden altijd twee heli’s klaar op het dek. Ik hoorde dat de motoren van deze heli’s gestart werden. Er was een beetje paniek waar te nemen onder de beveiligers. De stip die ik het eerst waarnam aan de horizon, was een raar soort helikopter die snel dichterbij kwam. Het was een oorlogsheli, een Apache. Ik zag Dick aan komen rennen, hij schreeuwde onverstaanbare zinnen tegen mij. Hij pakte mij beet en sleurde mij mee de trappen af, benedendeks, steeds dieper het schip in. Ik hoorde harde inslagen van kanonvuur op het dek boven en had even het gevoel dat mijn laatste minuten aangebroken waren. Dick werd via zijn portofoon opgeroepen door Alfredo.
‘Dick, de eerste heli hebben we uit kunnen schakelen’, ik hoorde ook geen inslagen meer, het was rustig geworden. ‘Jij verdwijnt met de onderzeeër ik met de heli’s. We houden contact. Het Duitse schip ligt hier 100 zeemijlen vandaan. Het syndicaat bereidt het nu voor. De coördinaten krijg je.