Dodelijk verleden 21

Van Schie en Harm trokken hun wapen. Harm ging schuin achter de voordeur staan zodat deze nog geopend kon worden zonder dat de deur hem zou raken. Van Schie ging achter een muurtje in de huiskamer staan zodat hij niet direct gezien zou worden door degene die binnen zou komen. Het zou immers direct een vuurgevecht kunnen worden. Een sleutel werd in het slot gestoken. Niet veel later stapte er een man binnen.
‘Verdomme Klaas, wat doe je hier nou?’ riep Merel hard. Harm en Van Schie lieten hun wapens zakken. KB had dit gezelschap niet verwacht en wist nog niet of hij nu kwaad moest worden of moest lachen. Van Schie kende hij goed, Harm had hij wel eens vluchtig gezien in een van de vele politiebureaus die KB van binnen kende.
‘Van Schie? Wat doen jullie verdomme hier? Hoe weten jullie dit, dit huis?’ vroeg hij.
‘Denk je dat wij achterlijk zijn en niet weten wat jij verstopt en waar? Luister Klaas, wij weten waarschijnlijk meer dan je eigen moeder van je weet’, zei Van Schie rustig.
‘Iedereen weet meer van mij dan mijn eigen moeder. Ze heeft haar hele leven in bed gelegen, met haar benen wijd. Dus.’ Van Schie onderbrak hem.

‘Ook dat weten we’, zei Harm sarcastisch.
‘Ik kwam even melden dat die twee gezocht worden door gasten die wij hier niet kennen. Het schijnen Turken te zijn, nogmaals, nog nooit eerder gezien hier.’
‘Nog een reden om jouw stembandjes heel dicht bij elkaar te houden’, zei Van Schie.
‘Luister vader, ik ga gevaar lopen. Ik moet er rekening mee houden in mijn business nu, dat kost een paar lieve stuivers.’
‘Luister, kleine klootzak’, ging Van Schie verder. KB was geen grote man. ‘Ik vraag mij af of jij zo nog business hebt. Echt hoor, een telefoontje en je staat weer borden te wassen.’
KB bond in en zei niets meer. ‘Maar laat maar, ik breng ze vandaag nog naar een echt vluchthuis. Ben je gevolgd, kleine klootzak?’ Van Schie treiterde hem. KB begon nu een wat kwadere grimas te krijgen. We hoorden allemaal een harde tik tegen het raam. Het bloed met hersens van KB had zich over het hagelwitte vloerkleed verspreid. Iedereen had wel heel kleine spetters op de kleding. Het lichaam van KB viel dodelijk getroffen op de grond. Van Schie gilde dat we moesten gaan liggen.

‘Verdomme, die kleine klootzak heeft ze hierheen gebracht! zei Van Schie. ‘Harm, kruip achter dat muurtje waar ik net stond. Ze krijgen van mij het eerste salvo, van jou het tweede, oké? Dan kan ik herladen. Hoeveel magazijnen heb je?’
‘Een in het wapen en twee bij me’, zei Harm rustig. Carla lag doodstil op de grond, maar ademde. Merel jammerde zacht achter de bank. Zij had geen zicht op Carla. Carla stond in het schootsveld, in een zelfde lijn als KB. Van Schie keek bezorgd naar haar lichaam, hij kon niet zien waar ze getroffen was. Nu zag hij wel bloed onder haar lichaam vandaan komen en wist hij dat ze ergens getroffen moest zijn. Ze hadden maar een harde tik tegen het glas gehoord dus Carla moest getroffen zijn door dezelfde kogel die door KB’s hersens gegaan was. Of een fragment van de kogel, wat Van Schie hoopte.

Met veel geweld vloog de voordeur uit de sponningen. Twee mannen stonden binnen en vuurden in het wilde weg. Harm ging nu ook op de grond liggen en wachtte netjes tot Van Schie zijn Beretta 93R geleegd had. Hij moest zijn wapen met twee handen bedienen. Een hand om de kolf en een om de metalen pen die hij uitgeklapt had onder het wapen. Zo kon Van Schie salvo’s van drie kogels tegelijk vuren. Harm telde 6 salvo’s, hij had dus nog twee kogels in zijn magazijn van twintig. Harm wist dat hij deze twee laatste kogels separaat moest vuren. Toen Van Schie moest herladen rolde Harm de kamer in en de vuurlijn in. Harm had nu geen bescherming van het muurtje terwijl hij daar de kogels in had horen slaan. Hij schoot zijn SigSauer P226 met vijftien kogels leeg richting de voordeur en ramen. Twee lichamen van getroffen overvallers lagen achter de voordeur in de kamer. Van Schies Beretta 93R had zijn verwoestende werk gedaan.
‘Wacht! Harm wacht’, siste Van Schie. ‘Spaar je kogels Harm, er lopen er nog een paar buiten’, zei Van Schie zacht, want er werd even niet gevuurd. Van Schie en Harm lagen op hun buik op de grond. Van Schie keek even naar Carla die nog wel bewoog en kreunde. Ze draaide haar hoofd naar Van Schie.
‘Ben geraakt, Van Schie’, zei ze met veel pijn in haar stem.
‘Waar? Kun je voelen waar?’ vroeg Harm terwijl hij half omhoog kwam. ‘Van Schie, hou de ramen in de gaten terwijl ik Carla achter het muurtje trek. Volgens mij hebben we er vier geraakt.’
‘Ik denk mijn schouder Harm, ik denk mijn schouder’, siste Carla van de pijn. Harm sleepte haar achter het muurtje. Van Schie begon weer te vuren. Oorverdovend! Telkens drie harde knallen achter elkaar. Harm had geteld terwijl hij een provisorisch drukverband aanlegde met theedoeken en handdoeken. De kogel zat hoog in haar schouder, Harm besefte dat hij het bloeden moest stoppen. Toch geloofde hij niet dat er belangrijke bloedvaten geraakt waren. Het bloedde wel, maar niet hevig.
‘Verdomme! Hoeveel komen er nog?’ schreeuwde Van Schie terwijl hij zijn laatste magazijn erin schoof. Harm herlaadde zijn wapen ook met het laatste magazijn.
‘Nog vijfendertig kogels, Van Schie. Laten we ze goed gebruiken’, zei Harm heel zacht. Ze hoorden buiten nog steeds gekreun van twee mannen. De een kreunde hard, de ander wat zachter.

‘Hee! Klootzakken!’ riep een onbekende buiten. ‘Wij hebben ook niet zo veel munitie meer, maar ik heb hier nog wel een leuk speeltje liggen. Ik weet zeker dat jullie naar buiten komen, in stukjes’, zei een man.
‘Ze hebben een raket of handgranaat’, zei Van Schie zacht.
‘Wat willen jullie?’
‘Dood! Jullie dood’, riep de man snel terug.
‘Dan had je wel direct een raket of ander groot geschut gebruikt, lummel! Dan had je je mannen niet zo laten afslachten’, riep Van Schie.
‘Wij willen die wijven hebben.’
‘Waarom?’
‘Om dat andere stuk secreet te pakken te krijgen.’
‘Oké, wacht even’, riep Harm terug. ‘Van Schie, geef mij dat kanon van jou, ik ben wat soepeler en ik richt wat beter. Ik ga naar buiten en knal ze gewoon af.’ Van Schie keek Harm recht in zijn ogen aan, hij wist dat Harm gelijk had en gaf hem zijn Beretta 93R.
‘Je weet hoe die werkt? Je kunt beter je eigen Sauer gebruiken, Harm. Je kunt geen salvo’s van drie afvuren met een hand. Dan slaat hij je om je oren.’ Harm dacht even na. Hij besefte dat hij veel beter zou kunnen bewegen met een hand vrij.
‘Oké, Van Schie, pas goed op de meisjes. Carla is redelijk stabiel, maar ze moet wel snel naar een ziekenhuis.’ Harm rolde naar de voordeur, zo stil als hij kon en botste tegen de lijken van de neergeschoten mannen aan. Hij gebruikte ze als beschermingswal. Hij zag nog een SigSauer liggen en pakte het magazijn uit het wapen. Deze bleek nog vol te zijn. ‘Altijd handig’, zei hij zacht.
Hee, eikel, hoe wil je ze hebben?’ vroeg Harm terwijl hij over de lijken naar buiten keek in de hoop dat de spreker zijn locatie zou weggeven. En dat deed hij.
‘Gewoon in een…’, twee schoten uit Harms SigSauer maakte een einde aan zijn zin en leven. Harm rende naar buiten en schoot een van de gewonde mannen neer. Hij knielde naast de andere gewonde.
‘Wie heeft jullie gestuurd?’ vroeg Harm terwijl zijn gezicht vlak bij dat van de stervende man was.
‘De onderwereld, klootzak. De hele onderwereld.’ Hij blies zijn laatste adem uit.