Dodelijk verleden 11

‘Verdomme nog aan toe, dat moorden iedere keer’, siste ik. Van Schie keek bedenkelijk om zich heen. Hij tuurde naar de horizon om hem heen. Harm begon hetzelfde te doen, alsof zij dezelfde gedachten hadden.
‘Heb jij de gps-scanner nog bij je, Harm?’ vroeg Van Schie. ‘Scan de wagen dan, scan Martha. Heeft Metin je aangeraakt ergens onderweg?’
‘Hoe bedoel je? Niks bijzonders, we hielden elkaars hand vast.’
‘Ken je die ring om je vinger?’ zei Van Schie en keek naar de ring om mijn vinger.
‘Die is van mij, natuurlijk ken ik die.’
‘Scan hem eens, Harm.’ vroeg Van Schie. Harm gleed met een klein zwart kastje over mijn ring, de meter in het apparaat sloeg uit. Ik trok de ring van mijn vinger.
‘Wacht even,’ zei ik, ‘dit lijkt mijn ring, maar de namen van mijn kinderen staan niet in de binnenkant gegraveerd. Hoe kan dit nu?’
‘De ring is niet van jou. Deze hebben ze bewerkt. Het is een exacte kopie. Ze zijn nog makkelijk geweest ook, dat ze die namen er niet ingegraveerd hebben’, zei Harm rustig.
‘We moeten hier elektronisch schoon kunnen vertrekken, Harm, anders zijn we binnen een paar kilometer de vos die opgejaagd wordt door een stel bloedhonden.’
‘De wagen is schoon, die heb ik gisteren nog gecheckt’, zei Harm.
‘Check hem nog een keer’, zei Van Schie rustig.
‘Verdomme, hoe kan dat nou? Er zit weer een tracer in de wielkast van het achterwiel.’ Hij haalde er een klein zwart kastje uit. Van Schie pakte het uit zijn handen. Er kwam een auto aanrijden.
‘Rustig mensen, heel rustig’, siste Van Schie. ‘Een parkwachter’, zei hij zacht. Het waren zelfs twee parkwachters.
‘Laat mij het woord doen’, zei ik. Van Schie en Harm knikten. Zij waren de Turkse taal nog niet machtig genoeg, alhoewel ik het ook niet accentloos sprak.

Ik vertelde de Turkse parkwachters dat wij gingen trouwen, Harm en ik, en dat we een leuke locatie zochten. Ik stelde Van Schie voor als onze huisvriend. Ze observeerden ons aandachtig maar zagen niets aan ons dat verdacht leek. Van Schie leunde tegen de wagen van de parkwachters terwijl deze met mij en Harm aan het praten waren. Ik moest ze uitleggen dat Harm een Nederlander was en dat ik hem daar was tegengekomen. Ze verdwenen weer.
‘Zal ik die gps-zender verstoppen?’ vroeg Harm aan Van Schie.
‘Hoeft niet, de parkwachters hebben hem al meegenomen.’
‘Dus daarom stond je zo raar tegen de achterkant van hun wagen?’ vroeg ik. Hij knikte.

We waren weer onderweg en draaiden een drukkere autoweg op richting Izmir.
‘Van Schie? Vind je het niet een beetje grof wat je gedaan hebt? Die mannen overkomt straks iets, door ons toedoen’, zei ik. Ik vond het echt ongelofelijk hard wat hij gedaan had.
‘Ja Martha? Heb je wel goed naar ze gekeken, naar hun kleding, hun auto enzovoort? ’
‘Hoe bedoel je?’ vroeg ik terwijl Harm naar buiten keek. Ik vond het raar, alsof het ze alle twee niets deed, Van Schie en Harm. ‘Harm?’ zei ik terwijl ik hem aankeek.
‘Ja Martha’, ging Harm verder, ‘sinds wanneer hebben parkwachters een Glock volautomatisch wapen aan hun broekriem hangen? Of een Kalasjnikov op de achterbank. Gaan ze herten schieten? Dan hebben ze heel andere wapens nodig.’
‘En waarom pakten ze ons niet dan?’ vroeg ik terwijl Van Schie Harm glimlachend aankeek.
‘Ik liet hem mijn wapen zien’, zei Van Schie rustig.
‘Maar dat zag ik helemaal niet.’
‘En dat geeft niets’, ging Van Schie verder, ‘dit spel moet je ons laten spelen, Martha. Ze grepen niet in omdat de kans dat wij hun zouden neerschieten even groot zou zijn als dat zijn ons zouden neerschieten. De onderwereld houdt niet van zulk evenwicht. Ze schieten liever wanneer ze zeker weten dat ze kunnen winnen. En, een ding is nu zeker, ze willen jou levend hebben en hier gaan schieten, terwijl we zo dicht bij elkaar stonden, had daar niet aan bijgedragen. Gerustgesteld Martha?’
‘Jazeker, wanneer ik Ralf en Cinthia in mijn armen kan sluiten en eindelijk eens weer die rare vriendinnen van mij kan kussen. En glazen whisky kan drinken met ze.’ Van Schie en Harm glimlachte. We stapten in en wachten op het volgende avontuur.

Ondertussen in Nederland.

Merel was voor het eerst in een lange tijd echt bang. Klaas B. had ze al een zeer lange tijd niet gezien. En was hij nog wel de vriend van de familie nu ook hij ongetwijfeld wist dat Martha zoveel maffiosi vermoord had door een dodelijke actie? Maar zij wist dat hij ook een zwak voor haar had, anders had zij deze stap nooit genomen. KB, zoals zijn vrienden hem noemden, deed zelf de voordeur open en omhelsde Merel direct. Merel kwam direct ter zake.
‘Wat weet jij, KB?’
‘Wacht even Merel, eerst een drankje. Ik zie je trillen, mens. Hé, ik ben het: KB.’ Hij probeerde haar gerust te stellen, maar ze wist nog steeds niets. Hij zou haar kunnen gijzelen, bedacht ze nu. Om bij Martha te komen. ‘Verdomme wat doe ik hier!’ Schreeuwde het in haar hoofd.
‘Luister KB, je bent en was een dierbare vriend van de familie maar er is intussen wel heel wat gebeurd.’
‘Zeker, wat Martha gedaan heeft lijkt een slimme zet voor haar, maar uiteindelijk heeft de hele onderwereld er last van, ook ik. Ga er vanuit dat ik net zoveel weet als jij. Als vriend kan ik je helpen, niet aan een nieuwe identiteit, wel aan een leegstaand huis waar jullie je kunnen verschuilen. Dat huis is niet aan mij te linken en dat is zo’n beetje het enige wat ik kan doen’, zei hij rustig terwijl hij nog een borrel inschonk. ‘Jij bent een slimme vrouw, dan begrijp je ook waarom ik het alleen zo kan doen. Die twee mannen bij je huis hebben je hier gebracht. Ik weet dat alles en iedereen geschaduwd wordt en dat Martha twee van de beste beveiligers heeft die zij zich maar kan wensen. Hell, misschien lukt het hun nog om met zijn drieën heelhuids in Nederland aan te komen. Maar dan nog……Mag ik wat vragen?’
‘Waarom niet?’
‘Help jij ze met Jochems geld uit Turkije?’ Deze vraag van hem beviel mij helemaal niet.
‘Jochems geld? Had Jochem alleen geld? Was ik niet al die tijd met hem getrouwd?’ Heb ik geen eigen vermogen uit mijn familie? Weet je KB, ik ben hier aan het verkeerde adres. Het is een heel stomme zet geweest van vriendschap uit te gaan terwijl wij eigenlijk recht tegenover elkaar staan. En ik besef nu pas hoe gevaarlijk het is.’
‘Kom kom Merel, je hebt geen andere keus. Je wist hoe gevaarlijk het is, anders was je niet zo nerveus toen je binnenkwam. Dat huis wil ik je nog steeds aanbieden en volgens mij is dat je enige optie. Zij willen alleen nog weten hoe je die drie daar helpt. Welke kanalen je aanboort en wie je daarvoor gebruikt. Anders waren jullie allang dood geweest.’
‘Ach natuurlijk niet KB, denk je dat ik gek ben? Denk je nu werkelijk dat de maffia hier drie vrouwen af kan knallen in Nederland en er zonder kleerscheuren vanaf komt? Jullie moeten nu juist zo min mogelijk mensen vermoorden die er geen reet mee te maken hebben, met die moorden waar alleen Martha voor verantwoordelijk is. Snap je?’ KB leek ineens een wapen in zijn hand te hebben, Merel had dit niet zien aankomen. Hij zwaaide er wat onhandig mee.