Dodelijk verleden 8

Merel duwde een keukenraam open en schreeuwde wat ze hier deden. De mannen lieten direct hun politiebadge zien en Merel liet het wapen op een keukenstoel vallen zonder dat de agenten dit zagen.
‘Ruim het op, Carla’, siste ze. 
‘Kan ik jullie helpen?’ vroeg ze. Carla liep de keuken uit met het wapen voor haar borst, de agenten zagen alleen haar rug.
‘Wij houden uw huis al een tijdje in de gaten, dus u zult ons hier wel meer zien.’
‘O, oké prima!’ Merel zwaaide en sloot het keukenraam weer. De mannen liepen weer haar tuin uit. Ze bleef ze visueel volgen en kon nog net zien dat ze in een donkere BMW stapten en geen aanstalten maakten om weg te rijden. Carla kwam ook weer binnen.
‘Ik heb dat ding verstopt in de garage.’
‘Dat is goed, schat, laat mij straks maar zien waar. Toch snap ik niet waarom Van Schie niets gezegd heeft over deze bewaking van mijn huis. Ik ga hem bellen.’

‘Van Schie’, zijn stem klonk gehaast.
‘Van Schie, heb jij agenten de opdracht gegeven mijn huis te bewaken?’ Het was een seconde of vijf stil. 
‘Van Schie?’ Probeerde Merel nogmaals.
‘Maak dat je daar wegkomt. Ga naar een hotel en regel een andere identiteit via de politie, ook voor Carla. Doe het niet in paniek anders grijpen ze gelijk in. Het zijn geen agenten, het is de onderwereld. Bel je nu met je mobiel?’
‘Nee, met een vaste lijn’, zei Merel.
‘Goed zo, zoals ik je ook verteld had. Ze zouden alles gehoord hebben. Merel, luister goed: jullie zijn nu als het ware gegijzeld. Ze kunnen ieder moment binnenvallen en jullie ergens opsluiten om als onderhandelwaar te gebruiken. Wellicht tappen ze al geluiden of beelden af uit jullie huizen. Dus jullie moeten weg en snel! Ik zit op dit moment ook in een lastig parket, ik moet ophangen. Doe wat ik je gezegd heb.’ Van Schie verbrak de verbinding.
‘We moeten hier direct weg, Carla. Het zijn geen agenten, we worden gewoon schaamteloos bespioneerd door de onderwereld. We moeten aan nieuwe identiteiten zien te komen. Ga jij eerst maar naar het Hilton in Amsterdam. Ik kom een paar uur later met Ralf. Het zal een hele opgave zijn hem uit zijn vertrouwde omgeving te halen. Ik ga wat telefoontjes plegen om mijn vermogen veilig en toegankelijk te houden, anders zijn we heel snel uitgespeeld.’
‘Ik moet langs mijn eigen huis, Merel. Al is het maar voor een paar persoonlijke dingen.’
‘Je bent straks een andere persoonlijkheid, je hebt de oude niet meer nodig. Sterker nog, die zal dodelijk zijn. Ga nu direct naar het Hilton.’ 
Merel pakte uit een van haar wandmeubels een mapje en haalde er een creditcard uit. ‘Gebruik deze creditcard maar even. Ik hoop deze week nog een nieuwe te hebben met de daaraan verbonden nieuwe paspoorten. Het is eigenlijk gek.’ Merel leek naar iets oneindigs te turen.
‘Wat is gek, Merel?’
‘Terwijl ik het zeg: ‘Ik hoop deze week nog nieuwe te hebben met de daaraan verbonden nieuwe paspoorten’, besef ik dat ik naar een van Jochems vroegere vrienden zal gaan. Hij was hier toen een huisvriend. Hij bood mij toen al aan, als ik ooit lastiggevallen zou worden of problemen met iemand of iets zou hebben, ik hem altijd moest waarschuwen. Maar ik volg ook Van Schie’s opdracht niet op het te regelen via de politie. Ik vertrouw de politie niet. Tenminste, ik vertrouw er niet op dat ze iets geheim kunnen houden.’ ‘Nood breek wetten, Merel, en het is nu nood.’ Carla streek door Merels haar en verdween nadat ze de creditcard had aangepakt.

Ondertussen in Turkije

Het tweede vliegtuigje schudde hevig, ik werd er strontmisselijk van. Metin bleef glimlachen, die onbezorgdheid gaf mij kracht. Hij deed mij sterk denken aan Willem, die verschrikkelijk goede en lieve lobbes en mijn chauffeur toen ik onder het juk van Jochem leefde. Hij was een vreemde vent.

En ondertussen begon ik mij oprecht af te vragen of het allemaal zo gecompliceerd moest gaan.
‘Met vliegtuigjes? Waarom niet gewoon in een kist in een heel grote vrachtwagen, bijvoorbeeld? Je kunt toch wel een mens van het ene naar het andere land smokkelen? Waarom zo gecompliceerd?’ bedacht ik hardop. Metin keek mij met een rustige blik in zijn ogen aan.
‘De maffia is slim en groot genoeg om alle grenzen die een land kan hebben te controleren. Wat wij nu doen is grenzen ontwijken. Er worden op deze manier ook drugs gesmokkeld. Dit zijn drugsroutes die ik nu neem. Laag vliegen kun je eigenlijk alleen met dit soort kleine toestellen doen. Je vliegt onder de radar, daarom staar ik zoveel naar dit metertje. Als dat boven de honderd komt, zijn we gezien. Ik denk dat de hoogtemeter kapot was van het vorige vliegtuig. Maar wees gerust, wij komen op de plek aan waar jij weer herenigd wordt met je familie en vrienden.’
‘Wat zeg je dat aardig’, zei ik terwijl ik mijn beste glimlach op mijn gezicht toverde. Hij pakte mijn knie, die strak tegen die van hem zat, en kneep er zacht in. Er ging een schok door mijn lijf. Het was een hele tijd geleden dat ik dit gevoeld had. Ik plaatste mijn hand op die van hem en drukte zijn hand op mijn knie. Ik zag dat hij het wat ongemakkelijk vond en haalde mijn hand direct weg.
‘Och nee’, zei hij direct en pakte mijn hand weer en legde die op zijn bovenbeen. ‘Ik vind je een prachtige vrouw. Maar het zou dodelijk kunnen zijn als wij nu gevoelens voor elkaar krijgen.’
‘Heb jij het idee dat je zoiets tegen kunt houden dan?’ zei ik terwijl ik weer voelde waar mijn hart zat en ook hoe mijn bloed rondgepompt werd als een bezetene.
Hij keek mij aan zonder iets te zeggen. Het was een minuut stil. Ik had het idee zo rood als een biet te worden.
‘Nee, dat idee heb ik niet. Dat zou zelfs arrogant zijn’, zei hij rustig terwijl hij strak voor zich uit staarde. Ik moet het ergens anders over hebben anders ga ik mij echt heel ongemakkelijk voelen, als je begrijpt wat ik bedoel.’
‘Dat begrijp ik’, zei ik terwijl ik snel opzij keek naar zijn benen en kruis. Hij zag het niet, maar voelde wel genoeg volgens mijn korte scan. Ik besloot dit heerlijke en eigenlijk natuurlijke moment tussen twee mensen bruut te verstoren, want het zou zeker levensgevaarlijk zijn om ook maar iets ten uitvoer te brengen van waar wij beiden nu aan dachten.
‘Hoe geraken we in Nederland?’
‘Nou we dachten eerst aan een route door de Balkan. Maar zoals je wellicht weet - of niet natuurlijk - is het daar helemaal een broeinest van de onderwereld. Het is daar nog erger dan waar we vandaan komen. Er zijn trouwen ook twee kopstukken uit Bosnië, om precies te zijn uit Zagreb, omgekomen. Italië is dan een logische opvolging om onze route uit te stippelen. Maar je hebt ook twee belangrijke Italiaanse peetvaders omgelegd. Het zit je niet mee. Dus nu is het zo dat we een grote visserstrawler hebben die door territoriale wateren kan en mag varen. We vliegen nu naar Izmir. Vanuit Izmir vertrekken we met een klein plezierjacht via de Griekse vakantie-eilanden naar Athene. Daar ligt de grote trawler te wachten. Je krijgt twee hutten in deze trawler. Eén voor als er gevaar dreigt en één voor als dat niet zo is. Vanuit Athene gaan we uiteindelijk naar Malaga in Spanje waarbij wij verwachten dat het meest kritische stuk van onze reis rond de wateren van Malta zal liggen, met Sicilië zo dichtbij.’