Het gezicht van de armoede

Er zijn weinig ontmoetingen die mij meer aan het denken zetten dan die met de verkoper van het Straatnieuws. Oververtegenwoordigd door mannen van wie het gezicht verraadt dat de krant met recht haar naam draagt, verkoopt het Straatnieuws meer dan haar daklozenkrant. Met elke krant die de verkoper overhandigt, schenkt hij namelijk een stukje voldoening dat veel Nederlanders bijna nergens anders zo persoonlijk kunnen verkrijgen. Geeft u aan goede doelen?

Even gingen uw gedachten naar de automatische afschriften die elke maand zonder dat u er iets voor hoeft te doen van uw rekening verdwijnen. Vanuit uw bureaustoel helpt u met een paar muisklikken een gezin in Burundi aan eten, of een kindsoldaat naar school. Tegelijkertijd echter koopt u hiermee een moderne aflaat en reinigt uw ziel door bij te dragen aan de oplossing voor armoede. Tevreden wandelt u naar de supermarkt. Maar daar, bij de ingang, wacht u een ontmoeting.

“Goedemiddag mijnheer, Straatnieuws?” Vaak genoeg betrap ik mij, en anderen om mij heen, erop dat deze vraag een diep ongemakkelijk gevoel teweeg brengt. Blikken worden afgewend, passen versneld, en “sorry, geen kleingeld” mompelend verdwijnen we de zoet geurende mond van de overvloed in. Dat is vreemd, want ondanks dat het Straatnieuws voor velen één van de weinige directe contacten met armoede is, biedt het ook een eenvoudige oplossing. Koop een krant. Zodra u namelijk in het bezit bent van een exemplaar heeft de hommel zich van zijn angel ontdaan, u kunt hem niet meer helpen. De verkoper verwacht immers niet van u dat u ook voor uw gehele familie een krant komt kopen, wat tot gevolg heeft dat u maar één keer per maand uw goede daad kunt verrichten. De dualiteit van de Straatkrant, een directe ontmoeting met armoede waarvoor maar eens per maand €2,00 nodig is.

Armoede is een bijzonder vreemd concept om mee bezig te zijn, vooral op een academisch niveau. In een zaaltje van de universiteit, de geur van koffie kringelend uit kartonnen bekertjes, trekt een stoet van grillige grafieken voorbij. Is armoede die dollar per dag? Of heeft Amartya Sen gelijk en moeten wij ons ook richten op alle beperkingen in vrijheid die een mens beletten in zijn mogelijkheden het leven te leven dat hij nastreeft? Geld tegenover mogelijkheden, want geld creëert niet alle mogelijkheden. Een student krabt aan zijn hoofd.

Is die ontmoeting met de Straatnieuwsverkoper voor ons daadwerkelijk één van de weinige ontmoetingen met armoede? Nee. Dat ongemakkelijke gevoel waarmee wij door de schuifdeuren de supermarkt in verdwijnen vertelt ons dat wij zelf ook slachtoffer zijn. Het afsluiten voor de verantwoordelijkheden die onze rijkdom met zich meebrengt is uiteindelijk ook een beperking van vrijheid. Voor de Straatnieuwsverkoper, maar ook voor ons.

Deze column werd gesubmit door de schrijvers van blogcollectief Kaf.