Seksplekjes in de Efteling

Met dank aan Poesopstokje voor het idee van de Efteling.

'Na achthonderd meter linksaf, daarna bestemming bereikt.'
'Godverdegodver, dat zei die muts een uur geleden ook.' Aloysius Kreukel was boos. Het was warm en hij en Teutje, zijn vrouw, stonden al uren in de file. Het was al misgegaan bij Raamsdonkveer en nu waren ze nog niet bij de Europalaan waar de Efteling aan lag.
'Een uur geleden zei ze dat het nog twee kilometer was, Aloysius. We zijn dus echt wel wat opgeschoten.' Teutje hield de moed er nog maar in.
'Ja, het gaat lekker snel. Alleen hebben we nu kaasfondue in plaats van boterhammetjes met kaas.' Aloysius was er helemaal klaar mee. Hij had al niet veel zin meer in dat pretpark.

Teutje en Aloysius hadden eindelijk hun spaarkaart voor de Efteling verzilverd bij Albert Heijn. Dat moest voor 1 juni 2014 als ze van de korting wilden profiteren en ze hadden wel zin in een dagje Efteling. Ze waren er sinds hun jeugd niet meer geweest. Kinderen hadden ze niet en dan kom je er niet zo toe. Alleen waren meer mensen op het idee gekomen om de pinksterdagen geheel of gedeeltelijk in het pretpark door te brengen. Dat werd dus aanschuiven in de rijen. Aloysius had nog gekeken op de site van de Efteling, want daarop kon je zien wanneer ze de ergste drukte verwachten. Het pinksterweekend stond aangegeven als 'gezellige bedrijvigheid'.
'Nou, Teutje,' zei Aloyius tijdens het schuifelen naar het loket. 'als dit gezellige bedrijvigheid is, dan denk ik dat we in een drukke periode niet hoeven te wachten met wippen tot we in de speeltuin zijn. Dat kan gewoon in de rij zonder dat de mensen het in de gaten hebben.'

'Waar zullen we het eerst naartoe gaan, Teutje?' vroeg Aloysius toen ze eindelijk binnen waren.
'Ik ga in ieder geval niet in de achtbanen, Aloysius. Als kind moest ik al kotsen als ik eruit kwam. Het was net alsof je hele maag naar buiten kwam.' Teutje werd al witjes als ze eraan dacht.
'Nou, dat zou je dan beter helpen met afvallen dan dat wasborddieet waar je mee bezig bent. Het moet in zes weken helpen en je bent al twee jaar bezig.' Aloysius lachte er gelukkig bij dus Teutje vatte het maar op als een grapje. 'Ik wil eerst naar het sprookjesbos, Aloysius. Dat vond ik vroeger ook altijd het leukste.' En zo geschiedde.
'Kijk, Teutje. Het is nog steeds zoals vroeger. Een pannenkoekenhuisje met een verhaaltje. Alleen zeiden wij toen altijd: knibbel, knabbel, knuisje, wie knabbelt aan mijn kruisje. Maar tegenwoordig knabbelt niemand meer aan mijn kruisje.' Teutje gaf meteen antwoord. 'Ja, logisch. Je zegt het goed: kruisje. Hij hangt er al jaren net zo slap bij als een uitgebloeide tulp.'

Teutje had het wel naar haar zin in het sprookjesbos. Ze beleefde er weer haar jeugd en dat was lang niet meer voorgekomen.
'Kijk, Aloysius. Daar heb je de Trollenkoning. Zullen we hem eens wekken met de wijzer? Dan komt hij tevoorschijn met zijn stokje in zijn hand. Leuk, hè?'
'Nou, Teutje. Normaal wordt een man opgepakt als hij tevoorschijn komt met zijn stokje in zijn hand, hoor. Trouwens, vroeger gingen we liever met onze eigen snollenkoningin in de bosjes achter de Trollenkoning. Een ideaal plekje om je stokje te gebruiken zonder dat iemand het zag.' Aloysius keek zijn vrouw een beetje brutaal aan.
'Gadver, Aloysius. De Efteling is voornamelijk een pretpark voor kinderen, hoor.' Teutje schudde afkeurend haar hoofd.
'Nou vergis je je toch, Teutje. Het is zeker een pretpark voor kinderen, maar de tieners hebben er ook volop pret. Deden jullie vroeger geen spannende dingen hier?' Aloysius keek zijn vrouw vragend aan. 'Nee, Aloyius. Ik was zeven toen ik voor het laatst in de Efteling was. Toen wist ik nog niet eens dat een jongen een stokje had.'
'Dan zal ik je eens wat plekjes laten zien. We maken er gewoon een sekstoer van. Een route langs de spannende plekjes van de Befteling.' Aloysius was ineens heel opgetogen. Ook hij kwam weer terug in zijn jeugd, maar op een andere manier dan Teutje in het Sprookjesbos.

'We gaan eerst naar de donkere gang in het Spookslot, Teutje. Dat is niet ver weg van hier.' Onderweg kwamen ze nog wel voorbij het sprookje van Tafeltje dek je. 'Kijk, Aloysius. Als jij nou ook even je staart optilt en geldstukken gaat schijten, dan kan ik die mooie rode crocs gaan kopen die ik net heb gezien.' Teutje moest er zelf om lachen. 'Pas jij maar op, Teut. Straks haal ik mijn knuppel uit mijn zak en dan krijg je ervanlangs.' Teutje stond perplex. Aloysius had haar al jaren niet meer Teut genoemd. 'Nou, daar hou ik je aan, Al.'

Het was druk in het Spookslot. Aloysius vond het echter niet zo erg, want er liepen leuke jonge meisjes voor hem en hij was door die herinneringen aan zijn jeugd in een behoorlijk geile bui. Hij wilde Teutje de donkere gang laten zien. 'Kijk, Teutje.' zei hij. 'Zie je die kroonluchter die aan de vinger van die monsterlijke arm vastzit? Als je eens wist wat ik in die donkere gang allemaal met mijn vinger heb klaargemaakt. En ik was niet de enige, hoor. Zodra de lampen uitgingen, gingen heel wat vingers ergens in.'
Ze liepen de donkere gang in. Een beeldschoon meisje met weinig om het lijf vanwege de warmte liep voor Aloyius. Het werd steeds donkerder en Aloysius was vrij dicht bij haar. Hij voelde dat haar jonge lichaam een bepaald effect op hem had. Hij dacht even na wat het ook alweer was en toen wist hij het weer. Net op dat moment draaide het meisje zich om en zag Aloysius. Hij wist niet hoe het kwam, maar ineens gaf hij het meisje zomaar een knipoogje. Het meisje schrok en schudde meteen aan de arm van haar vader: 'Pap. Een enge geest met een stijve lul, die naar me knipoogt. Dat kan toch niet?'

De Kreukeltjes hadden het Spookslot vrij snel achter zich gelaten nadat de vader van het meisje Aloysius even stevig bij zijn kroonluchter had gepakt. De man had duidelijk een korter lontje gehad dan Aloysius toen hij zo dicht achter het meisje stond.
Ze kwamen bij het Land van Laaf. Aloysius kreeg meteen weer een beetje goede moed. 'Kijk, Teutje. Dat pijporgel staat daar niet voor niets. In mijn tijd waren de huisjes in het Land van Laaf namelijk niet altijd leeg.' Hij knipoogde nu naar Teutje. Dat was in ieder geval een stuk veiliger voor zijn eigen pijporgel.

Het werd al laat, maar Aloysius wilde natuurlijk nog wel het allerbeste seksplekje van de Efteling laten zien: Fata Morgana.
'Ja, gezellig samen in een bootje, Aloysius.' Teutje was meteen enthousiast.
Maar eenmaal in het bootje kreeg Teutje al snel door dat het een ideale attractie was om geheel in de sfeer die werd geschapen mee te gaan. Gelukkig zaten ze achterin. In het oerwoud hoorde Teutje de slangen in de bomen sissen, maar had ze er ook al eentje gevangen en hield die stevig vast achter de kop. Het werd een avontuurlijke trektocht. Aloysius zat al snel met zijn handen aan de poorten van de Verboden Stad. De geur van vers fruit werd gemengd met de geur van verse vis. Bij het binnenvaren van de kerkers van de Pasja, was Aloysius de kerker van Teutje aan het inspecteren. En toen ze zagen dat de gasten van de Pasja aan de waterpijpen zaten te lurken, kreeg Teutje ook meteen trek. Aloysius liet zijn vingers op de buik van Teutje buikdansen en ging ermee op weg naar de schatkamer. Toen hij daar was aangekomen, kreeg hij zelf ook een enorme reus van Djinn en na de woeste storm spoot er niet alleen vocht uit de twee ogen. Aan het einde van de tocht waren ook de Kreukeltjes klaar. Ze wisten toen nog niet dat er tegenwoordig actiefoto's worden gemaakt.