Dodelijke date 30

Hier lees je de vorige delen...

Het duurde tientallen seconden voordat Cinthia iets uit kon brengen. Al die tijd stond ze met haar armen en handen half gespreid, met haar handpalmen naar boven alsof ze er antwoorden in wilde ontvangen.
‘Wat heeft hij er in godsnaam mee te maken?’ stamelde Cinthia.
‘Als we het wisten, zou jij de eerste zijn die het zou weten,’ stelde Merel koeltjes vast.
‘Vertel?’ vroeg Cinthia.
‘Tja er is niet veel te vertellen. Er lag een briefje door Jochem geschreven, naast mijn paspoort’, zei Carla.
‘Hoe diep zit die klootzak erin? Wat is hij in werkelijkheid nog meer dan alleen de man van Merel? Is dit niet gewoon een dekmantel?’ vroeg Cinthia zich hardop af.
‘We weten nog niets, Cinthia, het is te vroeg om conclusies te trekken’, zei Merel.
‘Dat kan zijn, maar het is te laat om naïef te zijn. Wie weet waar mam nu is? Wie weet hoe ze lijdt? Alleen Jochem volgens mij. Merel, als hij thuiskomt moeten we een plan hebben.’
‘Daarom zijn we hier, Cinthia. De klootzak komt morgen thuis en hij weet van niets. Dat is ons allergrootste voordeel, ‘zei Merel.
‘We kunnen hier iets moois samensmeden om Martha te vinden’, zei Carla rustig. Het was een paar minuten stil. Iedereen keek voor zich uit en bedacht scenario’s.

‘Jochem is te slim om ons niet door te hebben. Het wordt een hachelijke onderneming’, zei Merel.
‘Maar verdomme nog aan toe, hij moet toch ook een zwakke plek hebben?’ vroeg Carla zich hardop af. Ze liep naar het raam, het enige raam dat de keuken van Merel rijk was. Ze keek naar buiten, over weilanden heen en probeerde te focussen. Dit lukte niet. Het was te verward wat ze uit haar onderbewustzijn terugkreeg.
‘Iedereen heeft zwakke plekken, Jochem ook.’
Cinthia en Carla keken Merel aan, alsof ze een orakel was. Ze wachtten allebei tot het orakel zou gaan spreken. Cinthia had geen geduld en sprak.
‘Vertel eens Merel, welke zwakke plek kunnen we gebruiken?’ Merel antwoordde na ongeveer vijftien seconden.
‘Er zijn genoeg zwakke plekken nu wij het weten en hij niet.’
‘Leg eens uit’, vroeg Carla.
‘Simpel, wij weten wat hij doet. We weten nog niet welke positie hij in die organisatie inneemt. Hij weet niet dat wij dit weten en dat is volgens mij zijn grootste zwakke plek. We kunnen een strategie bedenken waarop hij zich nooit kan voorbereiden zolang er geen verraders in ons midden opstaan.’ Ze keek vluchtig naar het gezicht van iedereen. Carla en Cinthia zeiden niets. Waarom ze dit zei, begreep niemand, maar niemand maakte er een opmerking over. ‘Want jullie begrijpen ook wel dat als hij in staat is Martha zo lang verborgen te houden voor de buitenwereld en zulke dreigementen te maken naar Carla, dat hier iets goed mis is met zijn geweten. Met andere woorden: praten zou niet alleen je eigen leven kunnen kosten maar ook van ons, in de samenstelling zoals we hier nu zijn.’ Het was nu even stil, het was doorgedrongen.

‘Jochem, hoe is het mogelijk, nooit iets gemerkt Merel?’ stamelde Carla.
‘Ik weet alleen dat hij zijn zaak heeft en daarvoor veel moet reizen. Soms zegt hij wel eens iets over een grote deal in China of Turkije. Dan kan hij er tot in detail over praten. Maar ik heb nooit, maar dan ook nooit, vermoed dat hij bij een criminele organisatie zou kunnen horen. Of dat hijzelf een crimineel zou zijn.’
‘Hoe was hij hier dan? Jullie liefdesleven bijvoorbeeld?’ vroeg Cinthia. Ze begreep dat ze met deze vraag wel heel dicht bij Merels privéleven kwam.
‘Ik wil jullie dit wel vertellen hoor, ook al begrijp ik de functie niet zo snel.’
‘Nou, ik denk dat ik - en misschien wij allemaal - een beeld wil hebben van wie Jochem van Wensen is, en graag tot in detail. Dus als hij je hier seksueel niet aanraakte of bijvoorbeeld verder heel grof was dan wordt mijn beeld van hem wat completer’, zei Cinthia.
‘Tja, in bed was het helemaal niets, we probeerden het niet eens meer. Zelfs met Viagra lukte het niet. ‘Hij had het zo druk gehad’, was steevast zijn verontschuldiging. Hij was verder niet grof maar hij was dan ook nooit langer dan een week thuis. Wat mij wel opviel: hoe langer hij bleef, hoe drukker hij het had met zijn telefoon. Hij liep altijd naar de wijnkelder om zijn gesprekken af te handelen. Ik hoorde er dus nooit wat van. Het interesseerde mij ook niet. Ik heb een goed leven en een heel lieve vriend.’
‘Pardon?’ zeiden Cinthia en Carla bijna tegelijk.
‘Ja, al jaren. Wel eens goed gekeken naar Jochem? Een Danny DeVito maar dan anders.’ Carla kon haar lach bijna niet onderdrukken. Cinthia en Nadia bleven bloedserieus.
‘Ik was al tien keer weggeweest, Merel’, zei Cinthia.
‘Ik niet. Weet je wel hoe goed ik het heb? Ik kan gaan en staan waar ik wil en met wie. Geld speelde nooit een rol’, zei Merel rustig en berekend. Cinthia ging er niet op door, maar haar respect voor Merel zakte naar een dieptepunt.

‘Hij leidt dus een dubbelleven, zoveel is wel duidelijk nu’, stelde Cinthia koel vast.
‘Oké, hoe gaan we het aanpakken?’ vroeg Cinthia. Het was een paar minuten stil. Iedereen riep wat mogelijkheden terwijl ze drinken pakten.
‘Een GPS-volgzender in zijn bagage’, zei Cinthia plotseling. ‘Morgen komt hij thuis en hij zal ongetwijfeld weer snel vertrekken. Als we weten waar hij woont, weten we in ieder geval zoveel meer. Weet iemand hoe wij daar snel aan kunnen komen?’
‘Ik heb een vriend die handelt in die GPS-zaken. Ik zal het hem vragen’, zei Carla. Zij belde haar vriend direct op. ‘Geen probleem, maar zijn we ons er wel van bewust dat zo’n volgzender uitzendt? Dat je je telefoon in het vliegtuig al uit moet zetten? Dat Jochems kornuiten zijn bagage iedere keer weer screenen wanneer hij terug is? Wij zullen ongetwijfeld niet de enigen zijn die hem zoeken.’

‘In het vliegtuig zal het niet snel problemen geven, maar wanneer hij thuis is en zijn bagage wordt onderzocht, dan weten we dus wel waar hij verblijft. Waar ik meer mee zit, is dat wij dit zelf allemaal moeten doen. Kunnen we geen privédetective inhuren?’ zei Cinthia. Merel en Carla vonden het een perfect idee. Geld zou geen probleem zijn, gezien het vermogen van Merel. Jochem zorgde ervoor dat zij niets tekort kwam, er stonden tonnen op haar spaarrekeningen. Ze was het er volledig mee eens dat dit misdaadgeld gebruikt zou worden voor de oplossing van de verdwijning van haar vriendin. Vier uur later stond er al een privédetective bij Merel aan de deur. Cinthia vond het wel dubieus dat hij er zo snel kon zijn. ‘Geen werk? Was het een slechte?’ Het ging door haar gedachten.

Hij was een oud-rechercheur met vijftien jaar ervaring. Toch was Harm Collee pas vijfendertig jaar oud. Hij was een talent waar de huidige politie niet veel mee kon met betrekking tot het geven van een talentenloon. Hij deed zijn hele verhaal tegenover Cinthia, Carla en Nadia. En sloot af met:
‘Jullie zijn een stel vrienden dat ik ook graag zou willen hebben in dit soort situaties.’ Toch wilde Cinthia meer weten. Nu wist zij alleen wie en wat hij was.
‘Kennen jullie Jochem van Wensen?’ vroeg Cinthia.
‘Ik ken zijn organisatie, maar hem persoonlijk niet. Ik weet dat zijn organisatie een van de dodelijkste. Een date met een van zijn runners is vaak dodelijk.’
‘Runners?’ vroeg Nadia.
‘Runners, mensen, mannen vaak, die vrouwen gek maken en binnenloodsen in de ‘fabriek’.
‘Jezus! Een fabriek?’ riep Carla.
‘Een ondergrondse bunker die op geen enkele manier te betreden is. Als Martha leeft, dan zou ze daar kunnen zitten.’
‘Maar als we weten waar ze is, dan hoeven we die GPS-zender ook niet te hebben’, zei Cinthia.
‘Ik heb gezegd dat er een bunker is. Dat er in die buurten verschillende bunkers zijn. In een van de twintig bunkers zou ze kunnen zitten. Jochem van Wensen zorgt ervoor dat in alle bunkers bedrijvigheid is. Zo weet de politie, als er al politie te vinden is in die streek die er iets aan wil doen, nooit in welke ondergrondse bunker de vrouwen zitten.’
‘Waarom doen ze er niets aan dan?’ Vroeg Nadia. Cinthia en Carla keken haar lichtelijk geïrriteerd aan.
‘Omdat het daar zo corrupt is als wat?’ zei Cinthia.
Juist’, ging Harm verder. ‘Er is geen agent of politiecommandant te vertrouwen vandaar dat alle pogingen op niets uitdraaien. Sterker nog: er zijn doden gevallen. Buitenlandse agenten die wilden infiltreren in zijn organisatie. Het lukt niemand.’
‘Je doet nu alsof mijn man aan het hoofd staat van die organisatie’, zei Merel.
‘Dat staat hij ook. Hij is het hoofd, het onbetwiste hoofd. En jij bent zijn perfecte dekmantel, alhoewel niemand daar meer in gelooft. Dus ik heb zo het idee dat jij eerdaags afgeschreven wordt’, zij Harm koel.
‘Jezus, zeg! Kun je dat niet anders brengen?’ riep Carla met overslaande stem.
‘Ja dat kan, maar nu begrijpt Merel het in één keer.’ Het was duidelijk dat Harm Collee een ruwe bolster was, de blanke pit moesten we nog ontdekken.

‘Het doel is te weten te komen,’ ging Harm verder, ‘in welke bunker Martha zit. Het zal een hele klus worden. Ik moet samenwerken met een Turk omdat de kans groot is dat ze mij kennen en ik ook al een onbetrouwbare verschijning ben tussen alle Turken.’ Harm was een grote, blonde man met een afgetraind lijf. Zijn priemende blauwe ogen waren ook al niet in zijn voordeel als het erom ging hem een Oost-Europees uiterlijk te geven.

We gingen met hem in zee. De rekening van Harm zou al binnen een paar weken in de tienduizenden euro’s lopen. Vliegtickets en verblijf in middelmatige hotels moesten wij ook betalen. Tevens alle apparatuur die hij moest aanschaffen voor deze klus.

Plotseling, helemaal uit het niets, stond er een man in de woonkamer van Merels huis. Niemand had ook maar iets gehoord. Een man met een Oost-Europees uiterlijk. Hij had een automatisch wapen in zijn hand. Harm wist dat het een AR15 met een geluidsdemper was. Carla en Merel gilde eerst, totdat de vreemde man schreeuwde dat ze stil moesten zijn anders schoot hij zijn magazijn direct leeg.