Pasen met de familie Kreukel

Teutje Kreukel keek eens opzij naar Aloysius. Hij lag nog te slapen, maar dat zou waarschijnlijk niet lang meer duren. Aloysius stond zondags meestal zo rond half tien op en dat was het nu bijna. Hij was een avondmens en Teutje was juist een ochtendmens. Ze was al een tijdje wakker en ze had zin. Dat had ze wel vaker 's morgens vroeg. Maar meestal kwam het er niet van omdat Aloysius juist 's avonds laat zin had en dan was zij al geheel uitgeblust.

Aloysius deed één oog open, deed het weer dicht, daarna weer open en vervolgens opende hij ook het tweede oog. Een paar minuten later was hij wel wakker genoeg voor de vraag die al een uurtje op Teutjes lippen lag.
'Aloysius, het is eerste paasdag. Met Pasen vieren mensen dat Jezus uit de dood is opgestaan. Kun jij ook iets uit de dood op laten staan en mij eens fijn verwennen?'
Aloysius keek zijn vrouw even wazig aan. Hij was toch nog niet helemaal helder, maar ineens begreep hij de stille wenk. Hij stond op, liep naar beneden, pakte de eieren uit de kast, deed ze in een pannetje met water en zette het op het vuur. Hij zou zijn vrouwtje eens lekker verwennen. Maar goed dat hij Teutjes kwaaie kop niet zag.

'Kijk eens, Teutje. Ziet dat er niet lekker uit?' Aloysius kwam de slaapkamer binnen met een groot dienblad. Daarop bevonden zich twee glazen jus d'orange, vier eierdopjes met gekookte eitjes erin, twee croissantjes en twee bordjes met geroosterde boterhammen met boter erop. Teutje had er echter geen oog voor. Zij wilde iets anders zien dat er lekker uitzag. Ze had niet stilgezeten toen Aloysius met het ontbijt in de weer was. Met de tondeuse had ze de struikjes voor haar grot weggehaald zodat Aloysius niet met het smoesje zou kunnen komen dat hij de ingang niet kon vinden. Haar man had zo te zien erg zijn best gedaan om haar te verrassen, maar nu wilde ze hem haar eigen paasverrassing meteen tonen, want dan kon hij er direct van proeven. Ze sloeg dus met een zwaai het dekbed terug zodat al dat lekkers zichtbaar werd. Het dekbed kwam echter tegen het dienblad, met als gevolg dat de jus d'orange omviel en Teutje veel eerder dan gepland een nat kruis kreeg.

Teutje en Aloysius zaten naast elkaar op de bank en keken vermoeid naar de onbeschrijfelijke rotzooi in de kamer. Overal lagen papiersnippers, de tafel stond vol met schotels met verf en potjes met penselen in water. De verf was bovendien niet alleen op de schoteltjes aanwezig. Het leek wel of er een verfbom was ontploft in de kamer. Blijkbaar had je ook al kinderen met Parkinson, want ze hadden niet alleen de eieren geverfd.
De Kreukeltjes hadden zich een tijdje terug opgegeven als vrijwilligers om met de kinderen uit de buurt eieren te gaan zoeken en die dan thuis te beschilderen. Zo konden ze de kinderen op paaszondag een beetje bezig houden. Dat had toen wel een leuk plan geleken, maar in de praktijk was het knap tegengevallen.

Het begon al bij het verstoppen van de eieren in het parkje aan het einde van de straat. Dat hadden de Kreukeltjes meteen na het ontbijt gedaan, want iets anders had er niet meer in gezeten. 's Middags zouden de kinderen gaan zoeken en daarna de gevonden eieren bij de Kreukeltjes thuis beschilderen. De eieren moesten niet al te moeilijk te vinden zijn, maar ook niet al te makkelijk natuurlijk. Dus moesten ze ergens tussen de struiken worden verstopt of in een boom worden gehangen. Teutje zou de struikjes voor haar rekening nemen en Aloysius de bomen. Dat laatste ging een tijdje goed, totdat Aloysius op een boomtak zat die net zo dood bleek als zijn eigen boomtak. Hij wilde net een ei met een draadje aan de tak erboven bevestigen toen de tak brak en Aloysius via twee andere takken, die ook braken, in een sloot belandde. De eieren waren nog heel, maar zijn eigen eieren hadden er behoorlijk onder te lijden gehad. Teutje had intussen haar handen een paar keer opengehaald aan doornstruikjes, dus zij was ook niet ongeschonden uit de strijd gekomen. Gelukkig hadden de kinderen later veel plezier gehad. Zeker toen Aloysius, verkleed als paashaas, gestruikeld was over een mandje met eieren en op een stukje grond was beland waar even eerder Helmut, de Duitse dog van een van de kinderen, zijn eigen paasverrassing had gedeponeerd.

Nu alle ellende echter achter de rug was en ze nog even zaten uit te blazen voor ze de rommel zouden gaan opruimen, zette Teutje de televisie maar even aan. Na wat zappen kwamen ze op 24Kitchen. Rudolph van Veen was net in de weer met paascupcakes. Hij spoot slagroom op de cakejes en Teutje leefde meteen weer een beetje op.
'Kijk eens hoe geweldig hij bezig is met die slagroomspuit. Was jij ook maar zo handig met je slagroomspuit.' Teutje kreeg meteen zin en niet alleen in de paascupcakejes.
'Wat eten wij eigenlijk, Teutje?' vroeg Aloysius onverstoorbaar. Hij kreeg ook al trek, maar dan gewoon in eten. Teutje keek hem een beetje ondeugend aan. 'Asperges met beenham, eierkruim, nootmuskaat en gekookte aardappelen, Aloysius. Dat hoort echt bij Pasen en zo'n lekkere sappige asperge in mijn mond doet me altijd aan de lente en de vruchtbaarheid denken. Helaas ken ik er ook eentje die meer symbool is voor de winter.' Teutje zuchtte.

'Nou Teutje. Ze smaken goed, hoor.' Aloysius had net een asperge naar binnen laten glijden. Nadat ze een tijdje 24Kitchen hadden gekeken, waren de Kreukeltjes weer een beetje bijgekomen. Ze hadden de rommel van de kinderen opgeruimd en Teutje was gaan koken. Al dat gedoe met die kinderen, het uitrusten en daarna het opruimen had aardig wat tijd gekost, dus ze zaten laat aan tafel. Teutje had het wel gezellig gemaakt met wat paashaasjes en een lentestukje op de tafel. Bovendien had ze een fles Chablis uit de koelkast gehaald. Het was de favoriete wijn van Aloysius. Ze wilde toch nog proberen of ze haar mannetjesduif eens flink kon laten koeren. Het was per slot van rekening lente. En nu kwam haar laatste poging. Ze pakte de dikste en grootste asperge en nam de punt in haar mond. Heel langzaam likte ze om de aspergepunt heen en keek Aloysius daarbij zaadvragend aan. Aloysius zat haar met open mond aan te staren. Teutje had haar mond ook open en liet de asperge er langzaam in glijden. Ze klemde haar lippen om de asperge en stak hem heel langzaam steeds dieper in haar mond. Dit keer miste het zijn uitwerking niet. Aloysius schoof zijn stoel naar achteren stond op en kwam naar Teutje toe. Hij trok haar overeind en omhelsde haar. Zo bleef hij een tijdje lekker bumperkleven. Daarna nam hij Teutje bij de arm mee naar de slaapkamer. Daar kleedde hij eerst Teutje uit en daarna zichzelf. En op het moment dat hij naakt voor Teutje stond, staarde Teutje met grote ogen naar een bepaald lichaamsdeel van haar man. Enthousiast kraaide ze: 'Jezus Christus, Pasen is echt het feest van de wederopstanding!'