Schrijven, soms moet het even

We hebben, buiten onze eigen grote familie, een nog veel groter buitengebeuren. Verderopfamilie noemen we dat. Mijn broers, schoonzussen, zwagers met hun kinderen en kleinkinderen. Veelal is het bij de leden huisje-boompje-beestje. Opgroeien, trouwen, kinderen krijgen. En weer later kleinkinderen. Dat is wel het beeld als je eenmaal de zestig voorbij bent. Door het grote aantal mensen zijn de meeste relaties met oom- en tantezeggers, dus neefjes en nichtjes heel oppervlakkig. Hallo hoe is het, tjonge, fijn joh, tot ziens, en als je in de buurt bent hebben we koffie. Dat werk. Er zijn natuurlijk ook uitschieters. Luitjes die wat verder in je eigen leven oprukken. Met wederzijds goedvinden, dat wel.

De oudste neef, Mark is er zo een. We trouwden, ruim 41 jaar geleden. En gingen niet op huwelijksreis, want mijn vrouw was nog aan het herstellen van een drievoudige hernia-operatie. De oudste zus van mijn vrouw had toen al een gezin met drie jongens, de oudste, Mark was 5 jaar. Een paar dagen na ons huwelijk knapte zus af en haar kinders moesten even ergens gaan logeren. Ach meid, stuur Markie maar naar ons. Maarmaar, jullie zijn net getrouwd! Ja, en? Dus Mark kwam en het bleek de eerste van vele logeerpartijen. We lagen elkaar heel goed, dus leuk was het altijd. Mettertijd werd dat allemaal wat minder, ze woonden een heel eind weg en de puberteit van Mark kwam ook nog langs, maar over het geheel genomen bleef altijd die speciale verstandhouding bestaan.

Ruim twintig jaar geleden trouwde hij. Je zegt zoiets niet, maar wij hadden meteen twijfels over zijn keuze. Ze was nogal, hoe zal ik het zeggen, anders dan anderen. Dat bleek later ook, toen ze kinderen kregen, twee jongens en een meisje. Die kinderen moesten grotendeels voor zichzelf zorgen, van hun mam had een hobby: slapen. Het huwelijk liep dan ook stuk, maar Mark bleef zijn kinderen heel regelmatig zien. En bijsturen. Inmiddels zijn ze zestien tot twintig jaar en het lijkt eigenlijk wel redelijk te gaan met ze. Mark woont in Zuid-Limburg, hun moeder en de kinderen in de buurt van Zwolle, dus Mark heeft een stacaravan ergens op de Veluwe waar ze zeer regelmatig verblijven en samen een prima tijd hebben.

Mark zit in een ambulanceteam voor Limburgse ziekenhuizen. Daar in het zuiden ontmoette hij zijn tweede vrouw, een echte Limburgse. Onze verstandhouding met onze neef was nog steeds van dien aard dat mijn vrouw en ik als enige oom en tante werden uitgenodigd voor zijn bruiloft, ruim tien jaar geleden. Om allerlei gedoe en stress te vermijden maakte we er een Limburgs uitje van en logeerden in een hotel in Maastricht. Daar aangekomen bleek dat ik thuis de broek van mijn kostuum van het haakje had laten glijden, zodat we een paar uur voor de plechtigheid met een rotgang een broek moesten gaan kopen, die ook nog eens moest worden pas gemaakt. Maar het lukte. De ouders van zijn vrouw bleken heel aardige mensen, maar zijn schoonvader had kanker en heeft de bruiloft niet lang overleefd. Mark en zijn tweede vrouw kregen een kind, Myrthe. Algauw bleek ook in dit huwelijk het een en ander mis te zijn; het ging zijn vrouw alleen om het kind, Mark deed er helemaal niet toe. Dus weer liep de boel spaak, ze scheidden en het meiske bleef bij haar moeder wonen. Wel zo logisch met de zeer onregelmatige diensttijden van Mark. Maar zo woonden vlakbij elkaar, zodat Mark zijn dochter heel regelmatig zag. En haar meenam, naar de Veluwe, naar zijn andere kinderen.

Een heel speciaal kind, die Myrthe. Als enige artistiek van aanleg, net als de moeder van Mark. Vorige week deed ze een spreekbeurt, natuurlijk over de ambulance van paps. Ze mocht er in liggen, op de brancard, men deed allerhande medische handelingen met haar zodat ze een goed beeld kon geven van wat er allemaal gebeurde. Ze keek rond in de EHBO van het ziekenhuis en maakte kennis met iedereen. Alleen, vertelde ze, de traumaheli, daar mocht ze niet in. De spreekbeurt was een enorm succes, dat moet gezegd.

En die traumaheli, die kwam een paar dagen later toch. Afgelopen maandagmorgen fietste ze met een paar vriendinnetjes naar school in een naburig dorpje. Zij reed aan de buitenkant van het groepje toen haar stuur het stuur van haar vriendinnetje raakte. Ze vielen, haar vriendin naar rechts, Myrthe in de richting van de rijbaan. Daar werd ze geschept door een auto, landde op de motorkap en viel toen op haar hoofd op de rijbaan. Ze was meteen buiten bewustzijn. Dus de traumaheli kwam, maar men durfde haar niet in te laden, zo ernstig leek de situatie. Gelukkig werd niet haar vader met de ambulance opgeroepen, maar ze werd heel snel via het ziekenhuis in Geleen naar het Academisch Ziekenhuis in Maastricht gebracht, naar de IC. Het zag er niet goed uit, ze gaf geen enkel teken van leven.

Dinsdagavond was het einde daar. Het leven liep gewoon uit haar weg doordat steeds meer van haar lichaamsfuncties stopten. Iedereen kwam om afscheid te nemen. En de moderne maatschappij deed zijn werk, op een zeer navrante manier. Ze was nog maar een paar seconden echt dood of iemand twitterde al een berichtje en binnen een minuut wist half Nederland via retweets hoe de zaak ervoor stond. En dan knalt de efficiency van het openbaar gezag er ook nog even in, want op de dag van overlijden moeten bepaalde zaken doorgang vinden. Dus de compleet verslagen ouders worden aan een vragenronde onderworpen, er komt een fotograaf zijn werk doen. Kon dat niet een dag later? Nee.

Veel kinderen van de school zagen het ongeluk gebeuren en kwamen volkomen ontredderd op school aan. Er waren mensen van de politie om te vertellen hoe het allemaal gebeurde en om te troosten. De zeer professionele collega's van Mark moesten hun vakmanschap nu voor een naaste collega gebruiken. Mark en zijn ex werden honderden keren gebeld, getwitterd en gewhatsappt. Het nieuws van het ongeval stond op de meeste nieuwssites, het feit van het overlijden later ook. Dat gebeurt lang niet altijd, maar in dit geval wel. Ik heb het kind maar een of twee keer gezien en heel kort gesproken, en in mijn hoofd is het al dagen een mallemolen. Hoe zullen haar ouders en grootouders zich voelen? En dit ervaren? Ik heb geen enkel idee, maar ik weet heel goed dat we zelf kleinkinderen van die leeftijd hebben. En dat het iedere minuut van iedere dag verkeerd kan aflopen.

Ze wordt dinsdag begraven. Bij de opa die ze nooit heeft gekend. De lijkkoets zal een ambulance zijn, dat wilden de collega's van haar vader zo. Men heeft een hele tijd moeten zoeken naar een plek waar alle mensen in passen, want het wordt heel groot. De hele school, familie en vrienden, noem maar op. We zien wel.  Myrthe is weg en komt nooit meer terug. We zullen het met de herinnering moeten doen. Daarom schrijf ik het nu op, ik weet hoe bedrieglijk een geheugen kan zijn. En mensen, willen jullie deze opa een groot plezier doen? Begin even niet over de noodzaak van het dragen van een fietshelm. Want die zou in dit geval vrijwel zeker haar leven hebben gered. Of in ieder geval voor onbepaalde tijd hebben verlengd.

Daarover denken en praten doe ik zelf wel. Ooit. Misschien.

PS Een paar columns eerder sprak ik de hoop uit dat het nu afgelopen zou zijn met alle dood en ziekte. Wat we hier in een paar weken meemaken kan makkelijk een heel jaar vullen. We zijn met een heel aantal mensen van boven de zestig, dus de kwalen zijn nauwelijks aan te slepen. En dan slepen de levens van de ouderen zich voort, met alle gebreken die daaraan kleven en gaat er een kindje van negen jaar oud. Wrang. En daarnet, een paar uur geleden kreeg ik een bericht over een zeer goede vriend. Onze afspraak voor een bezoek werd afgezegd, want hij had hersenbloedingen gehad en verder hartproblemen, suiker en een idioot hoge bloeddruk. Allemaal vastgesteld na een diagnose in het ziekenhuis waar hij werkt en waar hij de tweede hersenbloeding opliep. Het verhaal gaat blijkbaar nog steeds door. Maar ik moest het allemaal even van me af schrijven. Dat helpt.