The Monuments Men - gaat verder

Nomnomnom: Matt Damon, Bill Murray, Cate Blanchett en niet te vergeten George Clooney, met ogen waarvan ik als meisje al smolt bij het kijken van E.R… dat wordt smullen met de cast van The Monuments Men, de film die deze week in de bioscoop komt. De film gaat over een groep bijzondere soldaten die duizend keer meer wisten over kunst dan over militaire strategieën. Achter de frontlinie kregen zij de opdracht om de geroofde kunst veilig te stellen. Hun taak: red de cultuur en breng de kunst terug naar de rechtmatige eigenaar. Deze mannen zijn met deze missie begonnen. Maar nu, vele jaren later, is hun werk nog steeds niet voltooid.

De Deutsche Gründlichkeit was overduidelijk aanwezig in de Tweede Wereldoorlog. Joden en andere ‘ongewensten’ zijn stelselmatig beroofd van al hun bezittingen en vaak ook hun leven. Roof, confiscatie, gedwongen en ‘vrijwillige’ verkoop waren aan de orde van de dag. Hiervan is veel gedocumenteerd, maar helaas zijn ook zeer veel bewijzen vernietigd. Na de oorlog was het moeilijk om aan te tonen wat destijds familiebezit was. Tegenwoordig kan je aankoopbewijzen, taxatierapporten, foto’s en andere bewijzen aan de verzekeringsmaatschappij tonen als een kunstwerk gestolen zou worden of beschadigd zou zijn door brand. Destijds waren ook alle bewijzen van het bezit vernietigd; slechts een vooroorlogs verslag van een museumexpositie zou nog voldoende bewijs kunnen leveren. Maar wat nu als het altijd al boven de schoorsteenmantel hing?

Dus naar wie moest de gevonden kunst na de Tweede Wereldoorlog worden verzonden? De eigenaren waren onbekend, hadden geen bewijs van het bezit of waren dood. En de één zijn dood… Laten we het erop houden dat de beperkte bewijslast het bepaald niet onmogelijk maakte om bepaalde gewetenloze verrijkingen te doen. Er is willens en wetens voldoende door particulieren gekocht. Dubieuze veilinghuizen verkochten ook in de jaren vijftig nog deze roofkunst. Van particulieren is het logisch dat zij destijds niet zelf naar buiten zijn gekomen met deze kunst: als ze al kunst van dubieuze veilinghuizen zoals Frederick Muller in of na de oorlog hadden gekocht, dan wisten ze één ding zeker: hun gehele investering van duizenden guldens zou in rook opgaan als zij met deze informatie naar voren zouden komen.

In de eerste jaren na de oorlog was er daarnaast bar weinig oog voor de slachtoffers. Men wilde doorgaan en vergeten. Dat is de mensen niet kwalijk te nemen. De rol van de overheid en (internationale) musea echter wel. De Nederlandse overheid besloot om de kunstwerken waarvoor zich geen eigenaar had gemeld zelf maar te verkopen om de eigen schatkist te vullen. Ook werden de werken verspreid over de musea en de Nederlands Kunstbezit-collectie. De musea hebben in 2013 hun eigen interne onderzoek afgerond naar roofkunst uit de Tweede Wereldoorlog. Er zijn 139 werken gevonden in de 162 musea die meededen aan het onderzoek. Regelrecht gelul. Er zijn in de jaren direct na de Tweede Wereldoorlog ruim 4000 werken teruggestuurd naar Nederland. Je kan me niet vertellen dat die overige 3861 werken allemaal zijn geretourneerd aan de rechtmatige eigenaar.

De film The Monuments Men belooft een spannend inkijkje in het begin van de teruggave van alle roofkunst uit de Tweede Wereldoorlog. Ook zal het volgens de makers een uitleg geven over het historisch belang van de vondsten, omdat hiermee een groot deel van de (Europese) kunstcollectie bewaard is gebleven. Dat dit nu voor een groot deel in musea hangt, dat is dan weer jammer. Ook al is het nog zo lang geleden, de erfgenamen van de oorspronkelijke eigenaren hebben hier recht op. Waar George Clooney en zijn mannen vanaf donderdag met de film gaan beginnen, houdt het pad nog lang niet op. Lang nadat de laatste schuldige nazi zal uitsterven, zullen slechts enkele moderne Monuments Men het werk van toen nog steeds voortzetten. De kunst zal naar huis terugkeren; waar dat huis zich tegenwoordig ook maar bevindt.