Cashcow

Er zijn van die artiesten die je jaren links kunt laten liggen, zonder dat ze er minder op worden. Je muzieksmaak ontwikkelt, maar bepaalde voorkeuren lijken universeel - niet per persoon verschillend maar voor de hele mensheid toepasselijk. Johnny Cash is zo'n artiest.

Direct na de verfilming van zijn leven, Walk the Line, kocht ik allerlei verzamelaars op elpee en begon ik actief Cash te luisteren. Van het eerste tot het allerlaatste album houdt hij je in zijn betovering van zwartgallige country. Toch kwam het voor dat ik, bijna tien jaar later, alweer jaren niets had geluisterd.

Dat deed ik deze week, kortom, opnieuw. De hele houding van The Man in Black -opkomen voor de armen, zwakken, gevangenen- spreekt me al jaren aan, hoewel ik de muziek pas echt leerde kennen na zijn overlijden, dit jaar alweer 11 jaar geleden. Daarnaast valt, welk van de meer dan 30 albums je ook opzet, direct op dat Cash een ware coverkoning is.

Waar artiesten heel degelijk liedjes maken, maakt Cash meesterwerkjes van diezelfde melodieën en teksten. Een van de bekendste voorbeelden (van het laatste album) is 'Hurt', meesterlijk gecoverd van de Nine Inch Nails. Op datzelfde album zingt Cash 'I Hung My Head' van Sting op zo'n manier, dat er meer betekenis in verholen zit dan Sting er met duizend keer zingen ooit uit heeft kunnen krijgen.

Met oudere muziek is het van hetzelfde laken een pak. Cash neemt Dylan-nummers als 'Don't Think Twice, It's Alright' en maakt opnieuw gehakt van het origineel, hoe legendarisch Dylan zelf ook is. Meer gevoel, meer (zo lijkt het) oprechtheid, 'echtere' muziek, kortom. Vandaag hoorde ik voor het eerst de Don Gibson-klassieker 'Sea of Heartbreak' uit de keel van Cash en wist ik dat ik er even een stukje over moest uittypen.

Is Gibsons versie een standaard-countrynummer, enigszins kitch ook nog, brengt Cash opnieuw het nummer veel verder dan Gibson de tekst ooit heeft kunnen voeren. Je zíet hem haast in zijn bootje, zilte tranen in de zilte zee plengend, op zijn zee van hartenpijn.

De lijst zou eeuwig kunnen doorgaan - op dit moment schalt Cash Joplins 'Me and Bobby McGee' door mijn koptelefoon en opnieuw is de cover beter dan het origineel, hooguit op de (oorspronkelijke) versie van Kris Kristofferson na.

Het is nog steeds eeuwig zonde dat de goeie man geen honderd jaar mocht worden. Aangezien zijn eerste album niet onderdoet voor zijn laatste (of andersom), had ik graag nog zeker tien of twintig jaar ná 2003 Cash-covers van moderne en oudere nummers ten gehore gebracht horen worden.

Het mocht niet zo zijn. Maar gelukkig hebben we de nummers nog.