Vreemdganger

De man sloot zijn computer af. Een klein kwartier had hij naar zijn naam gegoogeld. Stom, want hij wist van tevoren al dat hij niet wilde lezen wat hij gegarandeerd zou vinden. Het speelde nu al veel langer dan hij aankon.

De man had De Klassieke Fout begaan. Stom, dat wist hij ook wel. Hij snapte de verontwaardiging dan ook heel goed, maar het probleem was er: twee vrouwen om wie hij vreselijk veel gaf. Een zijn vriendin, de ander zijn minnares. Per ongeluk gebeurd, maar toch ook niet helemaal per ongeluk. Per ongeluk expres. Of zo. Er zelf bij zijn en het dan toch fout doen. Sukkel. Idioot. Klootzak.

Het was begonnen als leuk contact. Leuk contact werd wederzijdse interesse. Wederzijdse interesse werd wederzijdse verliefdheid. Wederzijdse verliefdheid werd wederzijdse obsessie. En het voelde vreselijk goed om ineens twee vrouwen lief te hebben en door twee vrouwen liefgehad te worden, maar hij zag ook dat die twee vrouwen daarvoor met intens verdriet moesten betalen.

De man schonk zichzelf een glas cognac in en liet zich op de bank ploffen. Zo veel mannen waren hem al voorgegaan. Zijn collega Bill… Nou ja, collega… En dat was ook een beetje anders misschien. Maar wel die oude Bernhard uit Nederland. Zo! Die was nog wel een paar stappen verder gegaan zelfs! En om over Silvio nog maar te zwijgen. Of zijn voorganger, de man aan wie hij eigenlijk zijn positie te danken had. De lijst was nog veel langer en dat kon niet anders dan het topje van de ijsberg zijn. Maar juist hij was nu het middelpunt van alle uitermate negatieve belangstelling.

De man wist dat hij het moest oplossen. Het was zijn eigen schuld geweest en hij zou nu dus zelf ook de verantwoordelijkheid moeten dragen. De man wist dat hij dat zou kunnen, hij wist alleen niet hoe. Het voelde niet als kiezen vóór, maar kiezen tégen. Een van de beide huilende vrouwen zou hij nog veel verdrietiger moeten maken. Het moest, want dit kon niet langer zo.

Maar nu was het te vroeg, nu kon het nog niet. Hij wist het gewoon nog niet. Dit moest goed gaan. Er waren al te veel ondoordachte dingen gebeurd. Het moest doordacht opgelost worden en dat had tijd nodig. Tijd die er eigenlijk niet was. Zeker niet nu de pers er vol opgedoken was. En ze moesten hem sowieso al een tijdje niet meer. Ongekend impopulair. Historisch impopulair. Maar eigenlijk kon dat hem nog het minste schelen.

De man wist hoe zijn ex-vrouw nu over hem zou denken. Hij hoopte dat ze niet te veel met de pers zou praten, want hij wist wel wat ze hiervan zou vinden, maar hij kon het niet aan om het ook daadwerkelijk te lezen. Een goede vriend had hem gebeld en gezegd dat hij altijd bij hem terecht kon. De man wist dat dat zinloos was. De vriend zou het toch niet snappen. Tenzij de vriend ook…. Nee, die was daar toch het type niet voor… Maar ja, dat was de man zelf ook eigenlijk niet. Helemaal niet zelfs. Vond hij.

Telefoon. Zijn minnares Julie aan de lijn. Ze huilde. Of ze alsjeblieft even konden praten. Niet door de telefoon, maar even echt. De man twijfelde. Hij kon niet weg. De pers zou hem zien en hij zou ze weer ongewild voeren met zijn eigen vlees. Hij zei het. Ze huilde meer. Hij gaf toe.

Kort daarna stond ze gehelmd voor zijn deur. Een andere helm in haar hand. Hij liet haar binnen, kleedde zich om, zette de helm op en ging met haar mee. Achterop de scooter. Niemand zou ze kunnen herkennen. Dat wist hij zeker. Anonieme hoofden, anoniem voertuig, anonieme bestemming. Fout.

Camera’s flitsten en de roddelpers kopte. Julie moest zich voorlopig stil houden. Zijn vriendin was ingestort en opgenomen in het ziekenhuis. De man zei tegen de journalisten dat hij even wat privémoeilijkheden had, maar het later echt zou uitleggen. Later, als hij het overzicht weer had. Later, als hij een van de twee vrouwen van wie hij hield nog vreselijk veel meer verdriet zou moeten aandoen dan hij tot nu toe al gedaan had. Later, als het misschien eindelijk weer eens stil werd.