Ik kom een ex tegen

Af en toe kom ik een ex-vriendin tegen. Gelukkig niet elke dag, want dat zou het leven bijzonder onoverzichtelijk maken. Een ex-vriendin tegenkomen is een bevreemdende ervaring, want terwijl je een gezamenlijk verleden hebt, heb je allebei je eigen heden en toekomst. En dus komen we allebei iemand tegen die we eigenlijk niet kennen, maar met wie we wel alle intimiteit hebben gedeeld.

Het gaat altijd min of meer hetzelfde. Van het meisje van toen is op het eerste gezicht vrij weinig meer over. Ze is echt een volwassen vrouw geworden. Een overbodige gedachte, want we zijn tenslotte geen 18 meer. We weten allebei dat we even een kort gesprekje moeten aanknopen en dat willen we allebei maar half. Dus volgt er een sociale formaliteit. Bijvoorbeeld met ex-vriendin X. Zij begint:

"Hé! Hoe is het jou?"
"Ja, prima. En met jou?” (Alsjeblieft geen uitgebreid antwoord)
"Gaat goed ja. Hoe is het met de kinderen? Hoeveel had je er ook alweer?"
"Eh, ja heel goed. Drie heb ik er." (Nee niet nu gaan opscheppen over hoe goed ze het doen op school, hou je in) "Ik hoorde dat jij ook aan de kinderen bent?"
"Klopt ja. De oudste is nu vijf."
"Leuke leeftijd.” (Jezus wat een kutantwoord, bedenk iets beters) "Het gaat snel hè, dat opgroeien van kinderen." (Dat was niet veel beter)

Het gesprek mag nu niet lang meer duren, want anders gaan we elkaar vervelen. Vroeger mocht alles maar moest niets, nu moeten er een paar dingen, maar mag er eigenlijk niks. Bevreemdend, want zij was het juist die toen stralend en bijna huppelend makkelijk een halfuur kon vertellen over de dingen die ze nu weer had meegemaakt en ik was die persoon die daar zo graag glimlachend naar luisterde. Ook de lichamelijke intimiteit was volledig open en eerlijk. We konden urenlang samenzijn. Die twee mensen die toen alle emoties, gevoelens, gedachten en op een bepaalde manier ook hun lichamen deelden, volledig openstonden voor de ander, diezelfde twee mensen staan nu wat houterig tegenover elkaar en willen allebei eigenlijk graag weer verder lopen.

Maar hoe bevreemdend het ook is, erg vreemd is het niet. De persoon die we liefhadden bestaat niet meer. De mensen die nu geforceerd met elkaar in gesprek zijn, zijn niets meer dan getuigen van wat er toen bestond. Dat is niet erg, dat gaat gewoon zo. De tijd vliegt en als je niet op dezelfde weg blijft, dan ben je al snel mijlenver van elkaar verwijderd. Schreeuwen heeft geen zin, want je begrijpt elkaar toch niet meer.

En om het allemaal nog nuchterder te bekijken: liefde is ook eigenlijk weinig meer dan een biochemisch proces. Scheidende stellen drukken zich onbedoeld letterlijk uit als ze zeggen dat de chemie weg is. Een gesprek onder invloed dat je zaterdag in de kroeg voerde, kun je niet op maandagochtend bij de koffie voortzetten.

Toch zou het ergens wel leuk zijn om op zo’n moment even die chemie van toen weer aan te zetten. Puur even om het verleden niet alleen te weten, maar ook weer even te voelen. Maar dat zou dom zijn, want liefde is keiharde drugs en van drugs moet je afblijven, tenzij je zeker weet dat je je verslaving onder controle hebt. Aangezien alle verslaafden zeggen dat ze hun drugsgebruik uitstekend in de hand hebben, blijkt de verslaafde zachtst gezegd niet de meest betrouwbare persoon om dat te beoordelen.

Het geforceerde gesprek met een ex-vriendin is misschien ook wel gewoon pure verdediging. De drugsroes was te gek, het afkicken was vreselijk en ik ben blij dat ik er vanaf ben. Bovendien heb ik nu alweer jaren een nieuwe verslaving die ik wél prima in de hand heb. Echt waar.