Wat was jouw grootste blunder?

Het is al meer dan vijfentwintig jaar geleden, maar ik weet het nog als de dag van gisteren. Mijn nicht werkte destijds in Ermelo, op ’s Heeren Loo, een woonvorm voor mensen met een verstandelijke beperking. Zij woonde daar ook in een zusterflat en kon voor een prikkie eten in het restaurant dat daar speciaal voor personeel van ’s Heeren Loo was ingericht. Het was een zelfbedieningssysteem met vitrines waar je het eten zelf uit mocht pakken of scheppen. Ontbijt, lunch en warm eten werd op alle tijden geserveerd wegens de onregelmatige diensten van het personeel. Zo konden sommigen uit de nachtdienst komen en lekker aan de prak gaan terwijl anderen een licht ontbijtje verorberden omdat zij de dagdienst ingingen. Ik logeerde bij mijn nicht om te onderzoeken of het werken met verstandelijk beperkte mensen ook iets voor mij zou kunnen zijn. Dus draaide ik haar diensten mee. Die dag kwamen we ’s avonds om een uur of zeven aan in het restaurant. Ik pakte een bord en bekeek nieuwsgierig de culinaire mogelijkheden. Ik koos voor aardappels, een stukje vlees, bloemkool en zowaar… Ze hadden zelfs een kaassausje! Royaal schepte ik op. We zochten een plekje in het restaurant en begonnen te eten. Ik nam een hap en ging bijna over m’n nek. Wat was dit ontzettend smerig, zeg! “Wat is er aan de hand,” vroeg mijn nicht verbaasd toen ze me zag kokhalzen. “Dit is echt heel erg vies,” stamelde ik en probeerde zo goed en zo kwaad als het ging om de hap toch maar door te slikken. Mijn nicht keek eens goed naar mijn bord. Rook aan de saus en begon verschrikkelijk te lachen. Wat is had aangezien voor kaassaus bleek havermout te zijn…

Mijn moeder had al een aantal malen verzucht dat de lichtgrijze vloerbedekking in onze woonkamer zo smerig begon te worden. Ook wel logisch, iedereen kwam achterom binnen in het dorpje waar we woonden. Ik knoopte dit soort informatie altijd direct in mijn oren, om een of andere reden. Misschien, omdat ik het fijn vond om te helpen. Liever niet bij de gewone dingen, zoals de afwas of de was ophangen, ik was meer van de ‘speciale projecten.’ Op de televisie werd in die tijd reclame gemaakt voor Sapur tapijtreiniger. En als meisje van een jaar of achttien geloofde ik heilig in zo’n commercial. Trouwens, ze lieten het verschil toch ook zien in die reclame? Vloerbedekking vóór reinigen met Sapur en vloerbedekking ná reinigen met Sapur. Een wereld van verschil!

Op een dag zag ik mijn kans schoon. Ik was alleen thuis en ging ter voorbereiding van mijn project naar Van Schoot, een vloerbedekkingwinkel bij ons in het dorp. Het viel nog wel tegen wat die Sapur kostte. Bovendien vroeg die man naar het vloeroppervlak. Wist ik veel! Uiteindelijk vertrok ik met vier pakken poeder die ik gelijkmatig over de vloerbedekking moest verdelen, twee uur in moest laten trekken en vervolgens met de stofzuiger moest verwijderen. Ook het vuil uit de vloerbedekking zou dan opgezogen worden, en dat was nou natuurlijk precies de bedoeling. Ik was me lam geschrokken van het bedrag dat ik moest betalen, maar alles om mijn moeder blij te maken! De man had me geadviseerd om het spul eerst op een onopvallend plekje in de kamer uit te proberen, maar daar had ik natuurlijk geen tijd voor. Trouwens, op de onopvallende plekjes was de vloerbedekking ook niet vuil. Juist in het looppad was het smerig! Ik vond, dat ik het slim aanpakte. Bij de voordeur beginnen en zo, als strooiend, mij een weg banend naar de achterdeur waar ik ook de stofzuiger had staan. Terwijl de toverpoeder zijn werk kon doen, ging ik even langs bij een vriendin. Het viel me wel op tijdens het strooien dat het spul wel héél erg geel was. Het leek net Zwitserse kaas! Maar goed, ik dacht aan de reclame en had voor honderd procent vertrouwen in de zaak. Na een paar uurtjes toog ik huiswaarts en vol verwachting keek ik naar de vloerbedekking. Nog steeds knalgeel. Welgemoed pakte ik de stofzuiger en begon de gele poeder op te zuigen. Tenminste… Dat probéérde ik. De grootste hoeveelheid poeder verdween inderdaad in de stofzuiger, maar het vuil bleef. Voor zover ik dat tenminste kon zien. Onze lichtgrijze vloerbedekking met vlekken was nu veranderd in lichtgéle vloerbedekking met vlekken. Natuurlijk was mijn moeder not amused toen ze thuiskwam. “Laat dit soort dingen toch aan mij over!” riep ze me toe. Het bonnetje van de pakken Sapur heb ik maar niet bij haar gedeclareerd. Zestig gulden, een rib uit mijn lijf.

Ik ging in een boekhandel werken. Hartstikke leuk! Het was voor mij een sport om een klantvriendelijke verkoopster te zijn. Langzamerhand leerde ik de vaste klanten kennen. Zoals die ene oude dame die vaak met haar man kwam. Hij zat na een ernstige beroerte in een rolstoel en zij was zo ontroerend lief voor hem. Soms kwam ze alleen, dan was hij weer eens in het ziekenhuis opgenomen met allerlei klachten. Altijd maakten we een praatje met elkaar. Tot ik van mijn baas hoorde dat de oude man was overleden. Een paar weken lang zag ik de oude dame niet in de winkel verschijnen. En toen ze de eerste keer na het overlijden van haar man de boekhandel binnenwandelde en mij net als anders vriendelijk gedag zei, stelde ik de stomste vraag die ik stellen kon: “Hoe gaat het met uw man?” Mét dat ik het zei, brak het zweet me uit en voelde ik het bloed naar mijn wangen stromen. Ik was er zó aan gewend om die vraag aan haar  te stellen, dat de automatische piloot en van mij overnam toen ik haar weer zag. Gelukkig begreep ze het prima, en nam ze me helemaal niets kwalijk.

Dat laatste kan ik niet zeggen van de klant die zwanger was van een tweeling. Ik had in mijn hele leven nog nooit zo’n enorme buik gezien! Ze kwam vaak een tijdschrift kopen omdat ze veel moest rusten en dan wel graag iets te lezen wilden hebben. De uitgerekende datum viel preciés in mijn vakantie. Ik wenste haar dan ook een goede bevalling toe op mijn laatste werkdag en vertrok voor drie weken naar Zuid-Frankrijk. Na een heerlijke vakantie verscheen ik weer op mijn werk en de zwangere dame was de eerste klant die ik mocht verwelkomen. Ze droeg de wijde jurk die ze al die maanden van haar zwangerschap al had gedragen en spontaan riep ik: “Ach, ben je nou nog stééds niet bevallen?” Op afgemeten toon gaf ze me te kennen dat ze drie weken geleden bevallen was van een kerngezonde tweeling. Haar buikje was kennelijk nog niet genoeg geslonken om weer in normale kleding te passen. Toen ik goed keek, zag ik natuurlijk wel een aanmerkelijk verschil. Het is nooit meer wat geworden tussen de tweelingmoeder en mij…

Al doende leert men. Ik ook. Helemaal door mijn werk heb ik geleerd om nooit primair te reageren, nee, eerst nadenken dan doen. Eigenlijk gaat het de laatste twintig jaar best goed, qua geen blunders maken. Toch beging ik een klein jaar geleden nog een grote blunder. Ik werkte als pedagogisch coach binnen de kinderopvang en ging op locatie pedagogisch medewerker coachen. Deze pedagogisch medewerker had ik al een paar maanden niet gezien en toen ik haar kwam observeren in de praktijk, zag ik onmiddellijk dat ze een behoorlijke buik had. Ondanks mijn voornemen om nóóit te vragen aan iemand: “Ben je zwanger?” omdat dit voor pijnlijke taferelen kan zorgen als het niét waar blijkt te gaan, kon het dit keer echt niet missen. Sterker nog, ik vróeg het niet eens. Ik zei met een glimlach: “Wat leuk, ik zie dat je zwanger bent!” Het meisje keek me strak aan en antwoordde: “Nee hoor. Ik heb alleen maar een opgezette buik.” Slik.

Heb jij dat ook wel eens gehad, beste lezer? Dat je wel door de grónd kon zakken omdat je iets heel stoms had gedaan? Dat je de tijd wel terug zou willen kunnen draaien, indien mogelijk? Ik ben heel benieuwd naar de blunders van lezers!

Dit is natuurlijk maar een greep uit een heel scala van blunders die ik heb gemaakt in mijn leven. Van die verhalen die zo nu en dan nog eens lekker worden opgehaald door de familie. Dus kom maar op met je blunders!