De brief: Willem Alexander

Luc van Lier buigt zich over het nieuws. Op dinsdagochtend een serie brieven aan Nederlanders die onderwerp zijn van de actualiteit. Vandaag een brief aan onze koning.

Lieve zoon,

Vandaag wacht jou de meest onbenullige taak die hoort bij je nieuwe functie. En ik kan je vertellen dat ik er altijd een pesthekel aan heb gehad. Langdurig zwaaien naar de ongeletterden langs de route, die zijn uitgedost met oranje stadionkledij. Je bent potdorie het Nederlands Elftal niet! De ganse dag vriendelijk glimlachen. Maar eerst ’s morgens nog even die vervelende tekst doorlezen. Dat verhaal dat is opgeschreven door de ambtenaren van Algemene Zaken, in eendrachtige coöperatie met onze premier en diens secondanten.

Je wordt voor je zinloze bestaan vorstelijk (vergeef mij deze flauwe woordspeling) betaald, mag ik wel zeggen. Maar vandaag wordt de totale overbodigheid van je functie onderstreept. Je gaat dingen vertellen die al een paar dagen geleden helemaal zijn gelekt naar onze Luxemburgse vrienden van RTL. Die akelige burgerman Frits Wester heeft al uitvoerig zijn licht laten schijnen over de begrotingsplannen van die charlatan van een Mark Rutte. Opgebakken oud nieuws, dát is wat je vanmiddag zit voor te lezen. De weerlozen in onze maatschappij nog verder uitgeknepen, er komen miljardenbestedingen voor een rare straaljager waar opa Benno zijn vingers bij zou hebben afgelikt en voor de zoveelste keer komt de leugenachtige bewering voorbij dat het na het komende jaar allemaal beter wordt. Dat is ook de reden dat wij onschendbaar zijn. We stapelen in de Ridderzaal de ene leugen bovenop de andere.

Overbodige folklore die nodig is om het gepeupel tevreden te houden. Zo’n ritje met die uiterst oncomfortabele Gouden Koets. Je derrière is bijkans blauw wanneer je eindelijk bent gearriveerd. Die rit is een lage streek van de republikeinen. De Amsterdammers zamelden geld in voor een rijtuig met zeer beroerde rijeigenschappen, de Hagenaars zorgen voor een achterhaald soort bestrating van kinderhoofdjes, zodat het onderweg allemaal nog extra hobbelt en rammelt. Ik had er een kapitaal voor over gehad, als ik in plaats van met die rotkoets, gewoon met de geblindeerde limo naar de Ridderzaal had gekund. Glaasje sherry erbij, en ongemerkt door de achterdeur naar binnen. Maar helaas…

En probeer je gezicht in de plooi te houden tijdens het voorlezen van dat schotschrift. Kijk niet de zaal in. Het vergt uiterste zelfbeheersing om niet onbedaarlijk in de lach te schieten. De vrouwelijke Kamerleden met de minste invloed dragen de belachelijkste hoeden. Zo’n mevrouw van die dierenfractie: een dooie eend op haar hoofd. Zo’n volksvertegenwoordiger van die groene linksen. Met een hoed vol onderdelen van een gebroken geweertje. Zo’n mevrouw van de socialisten: een heuse bontmuts, cadeau gekregen bij een bezoek aan het Kremlin. Geestelijke armoedzaaiers zijn het. En kijk de andere kant maar op, wanneer die mevrouw met dat bordje ‘leve de republiek’ voor de zoveelste keer onterecht wordt opgepakt. Wij zouden juist dolblij zijn met zo’n republiek. Dan hadden wij kunnen kiezen voor een serieuze baan, in plaats van die flauwekul die ik dik dertig jaar heb opgeknapt, en waar jij nu voor onbepaalde tijd aan vastzit.

Maar goed, verhaaltje voorlezen, nog wat minzame hoofdknikjes, en dan inpakken en wegwezen. Mag je lekker weer met die Maxima van je mee naar huis en met de benen op tafel genieten van die nieuwe cd van je goede vriend René Froger. Dan kun je alvast een beetje je gedachten laten gaan over je volgende klus. Je kersttoespraak.

Sterkte. Je kan het.

Liefs,

Mama

Voorleesvoorstelling