Kakkerlakken in de keuken

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit heeft het afgelopen jaar 23 Chinese restaurants gesloten omdat de volksgezondheid in gevaar werd gebracht in die restaurants. In totaal had men 31 restaurants gesloten. De Chinese restaurants waren dus ver in de meerderheid met 70%. Laat me raden. De overige restaurants die werden gesloten waren Indische en Vietnamese restaurants.

Wat zijn we toch een proper landje. Waarom werden die restaurants gesloten? In de keukens liep ongedierte. Kakkerlakken en ratten. Daar word je ziek van volgens de Voedsel- en Warenautoriteit.
Natuurlijk mag er geen ongedierte in de keukens van restaurants, maar ik moet er toch echt wel een beetje om lachen. Zouden die mensen van de Voedsel- en Warenautoriteit wel eens in China, Indonesië of Vietnam zijn geweest? Ik denk dat ze de schrik van hun leven krijgen. Net als trouwens onze brandweerlieden.

Chinezen, Indonesiërs en Vietnamezen groeien op met kakkerlakken en ratten.
Mijn vrouw en ik hebben in de jaren negentig veel fietsvakanties in de tropen gehouden. Noord-Thailand, Zuid-Thailand, Sumatra, Noord-Sulawesi, Zuid-Sulawesi en Sri Lanka en we hebben een rondreis door Java, Bali, Sumbawa en Komodo gemaakt.

In Ujung Pandang, tegenwoordig weer Makassar geheten, heb je het langste restaurant ter wereld. Wij maakten er in 1996 kennis mee. We begonnen onze fietstocht in deze hoofdstad van Zuid-Sulawesi en hadden een redelijk luxe hotel, schuin tegenover Fort Rotterdam. In de Lonely Planet stond dat daar niet ver vandaan het langste restaurant ter wereld was en we besloten daar dan maar eens te gaan eten. Het was aan de lange boulevard.
Dat 'restaurant' bestond uit een groot aantal etensstalletjes langs die boulevard. Bij het ene stalletje kon je nasi campur bestellen, bij het andere stalletje heerlijke saté en bij weer een ander stalletje spekkoeken. Zo kon je een eigen rijsttafel samenstellen. Je moest dan wel rekening houden met mee-eters. De stalletjes stonden namelijk aan de straatkant. De tafeltjes en stoeltjes waar je met je bord eten kon gaan zitten, stonden aan de kant van het strand. Naast de tafels was een muurtje en daarachter een betonnen talud dat schuin afliep naar het strand. Toen we net aan onze nasi campur wilden beginnen, zagen we over het muurtje twee kakkerlakken lopen. Ach, twee kakkerlakken. Zolang ze niet van mijn bordje eten zal het me worst zijn. Achter het muurtje zagen we echter het talud bewegen. Het bleken honderden kakkerlakken te zijn die allemaal wel een graantje mee wilden pikken van de restjes op de tafeltjes. Tussen de kakkerlakken door liep hier en daar een rat. Zo kreeg je een goede indruk van de voedselketen. Wij aten het eten, de kakkerlakken de restjes en de ratten de kakkerlakken.
Het beste wat je kon doen, was onverstoorbaar dooreten.

We hebben kakkerlakken ook wel eens in de kamer gehad. Als je door de tropen fietst, heb je niet altijd een luxe onderkomen. Maar zelfs in de meest luxueuze hotels kunnen kakkerlakken in je kamer komen.
Ik heb niets tegen kakkerlakken zolang ze buiten zijn, maar als ze in een kamer zijn waarin ik moet slapen, wil ik ze er het liefste zo snel mogelijk uit hebben. Kakkerlakken komen op etensrestjes af. Nu nemen wij nooit eten mee naar de kamer, maar ik slaap nog wel eens met mijn mond open en je weet maar nooit of er, ondanks het tandenpoetsen, nog wat etensrestjes tussen de tanden zitten.
Stel je voor dat er zo'n kakkerlak net een restje saté tussen je tanden vandaan haalt en jij droomt op dat moment dat je aan de boulevard in Scheveningen onbeperkt mosselen aan het eten bent en je gaat in je slaap kauwen. Ze zeggen dat kakkerlakken veel eiwitten bevatten, maar dan eet ik ze toch liever gebakken dan rauw.
Je kunt ongedierte in die landen niet voorkomen. We eindigden een reis in Georgetown, de hoofdstad van het eiland Penang in Maleisië. Daar aten we 's avonds bij de stalletjes aan de haven. Dan zie je echt tijdens het eten de ratten om de tafels en stalletjes heen lopen. Je ziet ze er ook wel eens scharrelen in de open riolen. Mensen, kakkerlakken en ratten leven in die landen gebroederlijk naast elkaar.

Mijn vrouw en ik zijn in al die tijd dat we in de tropen fietsten één dag een beetje ziek geweest en dat was niet dezelfde dag. Mijn vrouw een keer in Zuid-Thailand nadat ze garnalen met saus had gegeten en bij mij weet ik niet eens of het door het eten kwam. Het was in Sumatra en het voelde meer als een licht griepje. Ik ben toen wel genezen van het eten. De kok van het kleine hotelletje waar we verbleven had een soepje gemaakt en zei dat het een geneeskrachtig soepje was. Geen idee wat er in zat, maar het hielp al na een uurtje. Misschien zat er wel gemalen kakkerlak in.

Natuurlijk moet de Voedsel- en Warenautoriteit doen wat ze deden. Maar ik heb de indruk dat we wel eens doorschieten in onze drang naar hygiëne en dat dit juist averechts werkt. Ik at als kind de oude broodkorsten van ons schuurtje. Die waren er door de bovenburen opgegooid en de vogels hadden er blijkbaar geen trek in gehad. Oude aardappels die erop gegooid waren at ik ook gewoon op. Ik dronk uit de regenplassen op straat. Nu waren die een stuk schoner dan tegenwoordig, maar echt hygiënisch is het toch niet. Ik ben echter vrijwel nooit ziek. Ik denk toch dat ik meer weerstand heb opgebouwd door minder op de hygiëne te letten als kind.

De Voedsel- en Warenautoriteit zou zich beter eens druk kunnen maken over wat er ín het vlees zit. Van rundvlees kunnen we de gekkekoeienziekte krijgen of je krijgt de EHEC-bacterie binnen. Gelukkig is het soms paardenvlees in plaats van rundvlees, dus dat risico loop je dan niet. Van kippenvlees krijg je antibioticaresistentie. Door het eten van kalfs-, rund- en kippenvlees kun je de ESBL-bacterie binnenkrijgen, maar als nou de keuken maar schoon is, dan is er niets aan de hand volgens de Voedsel- en Warenautoriteit.