Kunst terugbrengen: een broodwinning!

Nederlandse musea lijken een waar roofparadijs te zijn voor kunstdieven. Van de Kunsthal in Rotterdam is het de vraag of er nog schilderijen terugkomen, de geroofde stukken in het museum van Gouda zijn nog steeds vermist. Maar vorige week was er dan toch goed nieuws: drie van de vier gestolen kunstwerken uit het Venlose Museum van Bommel van Dam zijn teruggebracht. De champagneflessen gingen open daar in Limburg, want ze hadden niet verwacht de kunstwerken ooit nog terug te zien. Maar hoe gaat dat eigenlijk, kunst terugbrengen?

Gestolen kunst kom je niet zomaar tegen. Nou ja, behalve een Maastrichtse handelaar die in België het gestolen beeld van Carmiggelt kocht voor 450 euro, maar die liep dan ook tegen de lamp. Het veilinghuis herkende het direct als het gestolen beeld van het Boekenbal, en liet het beeld in beslag nemen. Nee, zo makkelijk verkoop je gestolen kunst niet. Voor dieven die niet van Roemeense houtkachels houden, is er gelukkig nog een andere optie: een tussenpersoon kiezen, die vervolgens een neutrale kenner benadert om de kunst te overhandigen aan de politie.

Nu moet je je voorstellen dat zo’n tussenpersoon, we noemen ‘m voor het gemak even Rico, van tevoren al weet dat hij de lul is. Rico is zelf niet schuldig aan de diefstal, maar het is ook geen heling, omdat hij het niet verkoopt. Toch is het risico groot dat hij zelf in de bak komt. Want informatie, die heeft hij wel. Vervolgens neemt hij iemand in vertrouwen. Een lange blonde god met eerlijke blauwe ogen. Ze spreken af in de stad. Rico is ontzettend nerveus. Is zijn kunstkenner wel te vertrouwen? Zitten de agenten niet mee te luisteren? Terwijl hij zenuwachtig zijn verhaal doet, ontstaat er ineens commotie in de Amsterdamse binnenstad. Twee personen lopen luidruchtig naar elkaar toe. Iedereen kijkt. De tussenpersoon zit te zweten, maar herkent dan ineens Beau van Ervan Doorans en Thom Hoffman, die onder de ‘ik-zie-wel-dat-het-bekende-Nederlanders-zijn-maar-ik-blijf-gewoon-doen-want-ik-ben-er-te-cool-voor’-blikken van het terras weer gaan zitten.

De hele middag blijft Rico twijfelen. Hij kan ieder moment uitgeleverd worden aan de politie. Of niet. Hij en de kunstkenner lopen door de stad. Ze rijden rond in een auto, druk overleggend. Want praten en onderhandelen, dat kan deze kunstkenner wel. Zo ook op het volle terras, waar nog één lange tafel vrij was. Het sullige bordje prijkte op het midden. “Gereserveerd”. Rico en de blonde god nemen plaats. “Hoort u bij de groep van Erwin?”, vraagt de serveerster. De kunstkenner knikt. “Weet u trouwens ook hoe laat Erwin heeft gereserveerd? We zijn maar wat vroeger gekomen, want we wisten het niet meer.” Even later komt de serveerster terug met de bestelling. “Om zeven uur.” De kunstkenner kijkt met zijn grote blauwe ogen op zijn horloge. Half zes. Hij stoot Rico aan en zegt: “Ik zei je toch dat we te vroeg zouden komen!” Het showtje is gelukt. De serveerster twijfelt, maar pikt het toch. Het overleg wordt voortgezet dankzij Erwin, die ze, om de show compleet te maken, nog even de groeten laten doen door het arme serveerstertje.

Het duo staat onder grote druk. Ze bezoeken de advocaat van Rico. Na uren van hevige discussies wordt toch besloten dat het beter is om de stukken terug te brengen. Rico belt zijn moeder, zijn zus, zijn vrienden en legt hen kort uit waarom ze even niets meer van hem zullen horen. Ook belt hij degene die de schilderijen heeft. Dan verdwijnt hij om de kunst op te halen. Nu is het de beurt aan de blonde kunstkenner om zenuwachtig te zijn. Hij heeft zijn lijntjes met de politie al uitgezet om zichzelf in te dekken. Maar zou Rico hem vertrouwen? Haalt hij geen vrienden op die hem zo op komen halen om hem door de kop te schieten?

Rico komt terug. Maar waar laat je kunstwerken die in heel Nederland gezocht worden, ook al zijn ze maar van ene Jan Schoonhoven? Die kunst pak je goed in. In een onopvallende tas. Een supermarkttas. Zo gewoon mogelijk. Van Dirk. Ja, dat is een veilige tas. Een stevige onopvallende rode shopper om twee pakketten met kunst in te vervoeren. Want iedereen loopt rond met supermarkttassen. En hoe goedkoper de supermarkt, hoe groter het formaat mag zijn zonder dat het opvalt.

En dan, eindelijk, is het zover. Rico en de kunstkenner staan voor het politiebureau. Rico wil direct naar binnen lopen, maar de blonde man houdt hem tegen. “Wacht. Nog even een sigaretje, want daar komt het zo niet van.” Rico kijkt raar op. Hij rookt niet, maar heeft wel honger. De kunstkenner geeft hem zijn laatste geld om in de bak nog te kunnen halen wat hij nodig heeft. Vijfendertig euro. Dat is alles. Ze geven elkaar nog een dikke man-hug en lopen dan naar binnen.

Ondanks protesten van de blonde man wordt Rico gelijk in de kraag gevat. De eerlijke blauwe ogen kunnen de wet niet overtuigen. De geroofde kunst wordt overhandigd in de Dirk van den Broektas. De kunstkenner neemt plaats voor het proces-verbaal. Daar beginnen de onderhandelingen opnieuw. De kunstkenner doet het natuurlijk ook niet voor niets. Er moet wel brood op de plank komen. Daarom zegt hij tegen de agent: “Man, ik heb honger. Heb je ook een broodje voor me?” “Nee, dat ligt alleen in het arrestantendeel, maar daar mogen we niet komen”, antwoordt de agent. “Dan houdt het op. Ik ga pas beginnen aan het proces-verbaal, als ik een broodje krijg.”

De kunstkenner kreeg zijn broodje. De agent zijn proces-verbaal. Rico zit vast. In het museum drinkt men champagne. En zo brengt men kunst terug in Nederland.

Dirk kunst Neus
Dirk: voor al uw gestolen kunst!