Huilend naast de A27

"We hebben geen kantine meer," kreeg ik van Betsie te horen op mijn eerste dag na de vakantie. Tering, dacht ik. Ik had zojuist voorgesteld om te gaan lunchen in de kantine. Dat wordt dus aan mijn bureau eten. Ik pleurde mijn broodtrommel terug in de openstaande tas. Op de onderkant stonden de letters IKEA.

"We hebben tegenwoordig een restaurant," vervolgde Betsie. "Tijdens jouw vakantie hebben we een nieuwe cateraar aangesteld. Die heeft de kantine omgetoverd in een waar restaurant. Laat je boterhammetjes maar in je tas. Heb je geld bij je? Anders neem ik je wel mee uit eten!"

De kantine was onherkenbaar geworden. De plek waar ik voorheen mijn zelfgemaakte boterhammen verorberde, was nu een open keuken. In de keuken stond een jongen met een koksmuts. Zo één die je alleen in tekenfilms ziet.

Later die dag hoorde ik het opperhoofd van die caterclub een praatje houden tegen onze directie. Wat een zak hooi is dat zeg. Hij wist het allemaal precies te vertellen. "Ons concept is unieeek! Mensen willen niet meer even snel eten, ze willen een lunchervaaaring. Mensen willen verrast worden, iedere dag opnieuw. Ons concept sluit daar naadloos op aan."

Die jongen met zijn koksmuts, die had het goed voor elkaar. Op ons intranet stond dat je vanaf vijf uur 's middags welkom was in het restaurant voor een warme maaltijd. Handig voor wie moest overwerken. Maar als je voor een maaltijd kwam, vroeg hij of je je overdag al had aangemeld. Niet? Geen probleem, maar de volgende keer graag even laten weten. Mensen die moeten overwerken, die weten dat best een paar uur van tevoren. En ze weten ook prima hoe laat ze hun avondmaaltijd plannen. Héél slim van die jongen, want zo kon hij dus ondanks een massale gaarkeuken, speciaal voor iedereen een maaltijd op maat maken.

Het loog er niet om. Overwerken was plotseling de nieuwe norm bij ons op de zaak. Rijen dik, tot op de parkeerplaats stonden de mensen te wachten op de cuisine van onze kok. Catalaanse tapas met ringetjes van inktvissen die hun hele leven lang door engeltjes waren gemasseerd, friet met biefstuk van de allergeilste koeien uit het Rhônedal, zalm uit Alaska, die door Survivorman van Discovery Channel hoogstpersoonlijk naar Nederland was gebracht.

Eten is emotie. Nico Dijkshoorn zou moeten huilen van geluk. Op zijn knieën, culinaire vijfsterrentranen in ons glazen gebouw naast de A27. Ik niet, ik ben toch geen mietje, gewoon lekker vreten. En een beetje snel, want er moet nog gewerkt worden.

Ik heb een tip voor het opperhoofd van die caterclub: wees maar zuinig op die jongen met zijn koksmuts, anders dondert in no-time je hele concept in elkaar.