Viva la Revolución

Miguel kijkt trots naar zijn nieuwe schoenen. Eindelijk hoeft hij niet meer op blote voeten te lopen. En niet alleen dat. Hij mag naar school! Dat was altijd zijn droom, maar er was geen geld voor. Nu was de school gratis, dus konden alle kinderen erheen.
Het was eigenlijk best snel gegaan. Nog niet erg lang geleden moest Miguel zijn vader helpen op het land. Dat land was niet van hen, maar van een steenrijke Amerikaan. Zijn vader verdiende nauwelijks genoeg om het gezin te eten te geven. Schoenen voor de kinderen konden er niet vanaf. Maar de Amerikaan was verdreven door de revolutionairen en sindsdien wasde grond van de boeren die er voordien al werkten. Miguel had een nieuwe horizon gekregen, een nieuwe toekomst.

Er waren heel veel jongetjes en meisjes in Cuba die ook geen schoenen hadden en niet naar school gingen. Die hebben veel te danken aan de revolutionairen van de Beweging van de 26ste juli.

In de jaren zeventig leerde ik een Chileense familie kennen. Zij waren uit Chili gevlucht voor de dictator Pinochet. De angst regeerde in die tijd in Chili. Pinochet had een staatsgreep gepleegd en zijn voorganger Allende was daarbij om het leven gekomen. Politieke tegenstanders werden uit de weg geruimd. Ik was actief voor de Politiek Partij Radicalen. Dat was toch geen communistische partij die uit was op de socialistische staat in Nederland. De familie met wie ik bevriend raakte, was niet linkser dan ikzelf. Maar in Nederland werd ik niet vervolgd vanwege mijn politieke voorkeur en in Chili werden zij en hun vrienden wel vervolgd. En niet alleen in Chili was dat zo.

In de jaren na de Tweede Wereldoorlog was er een nieuwe oorlog aan de gang. Geen oorlog die voor de hele wereld zichtbaar was, maar hij was er wel: De koude oorlog. In de Verenigde Staten werd je al vervolgd als je met je linkerhand schreef. Joseph McCarthy ontketende een ware heksenjacht, maar ook de regering stelde alles in het werk om de communisten buiten de deur te houden. En niet alleen buiten de deur. Ze wilden ze ook heel erg ver van de eigen deur houden. Dus steunden ze allerlei louche dictators in Latijns-Amerika en Midden-Amerika. Pinochet in Chili, Jimenez in Venezuela en Batista in Cuba. De CIA was betrokken bij de staatsgreep van Pinochet. Alles werd gedaan om het communisme te bestrijden.

Die dictators oefenden stuk voor stuk een schrikbewind uit. In Cuba was een kleine, zeer rijke elite. Die elite was ook nog voor het grootste deel Amerikaans. De bevolking was voor het overgrote deel arm. Bovendien werden door veel rijke Amerikanen in Havana nogal de bloemetjes buiten gezet. Alles wat ze in de puriteinse States niet mochten, deden ze hier.

Op 26 juli 1953 viel Fidel Castro met slechts 119 rebellen de Moncada kazerne in Santiago de Cuba aan. Het had een verrassingsaanval moeten worden, maar ze werden opgemerkt door een patrouille. Een aantal van de rebellen werd gemarteld en vermoord en Castro kreeg vijftien jaar. Het hield de revolutie niet tegen. Op 26 juli 1953 is M-26-7 geboren: De Movimiento 26 de Julio.
Een belangrijk strijder in die beweging was Ernesto (Che) Guevara. Che had tijdens zijn reizen door Latijns-Amerika veel ellende en armoede gezien. Hij werd vertrouweling van Fidel Castro en kreeg een hoge positie binnen de beweging. Hij werd gerespecteerd en gevreesd door de andere rebellen. Che had een zeer belangrijke rol tijdens de machtsovername in Cuba. Hij had ook een rol bij de executie van informanten en spionnen binnen het revolutionaire leger.

Na de machtsovername heeft Che nog verschillende belangrijke functies gehad in de Cubaanse regering, maar eigenlijk was Che te veel strijder om dat soort functies lange tijd vol te houden. Che wilde ook in andere landen de strijd tegen de dictators voeren. Hij schreef Guerilla Warfare, een standaardwerk voor asymmetrische revolutie in ontwikkelingslanden. Hij vertrok naar Congo om de pro-Lumumba Marxistische Simba-beweging te steunen en streed daarna in Bolivia. Bolivia werd in de strijd met de rebellen echter gesteund door de Verenigde Staten en toen hij ook nog werd verraden door een deserteur, werd hij gepakt door het Boliviaanse leger en geëxecuteerd.

Toen ik indertijd kennismaakte met de Chileense familie, wist ik dat allemaal niet. Ik had wel een baret met een beeltenis van Che, net als veel andere jongeren destijds. We wisten wel dat hij een guerrillastrijder was, maar verder wisten we niets van hem.
Tegenwoordig lopen nog steeds jongeren met T-shirts waarop een beeltenis van Che te zien is. Ik wed dat ze je onnozel aan zullen staren als je ze vraagt wat ze van M-26-7 vinden. Che was vroeger meer een statussymbool dan een echt symbool en is tegenwoordig nog alleen een leuke kop op een T-shirt.

Gisteren, vandaag en morgen herdenken ze in Cuba de revolutie van Cuba. Ik niet. Ik ben geen socialist. Ik kan me wel heel erg goed voorstellen waarom die revolutie plaatsvond.