Dodelijke date 25

‘Wat deed ze daar? Was ze op vakantie?’ vroeg ik. Maar ik besefte dat mijn laatste opmerking van de zenuwen kwam. Carla zou daar nooit kunnen zijn om vakantie te vieren na haar vriendschap met een Oost-Europese man.
‘Ze vroeg naar jou. Ze had ook een foto van je alhoewel ik die niet gezien had. Toen ik nog aanspreekbaar was wezen vrienden van mij erop.’
‘Vrienden, je was daar met vrienden?’
‘Ja.’
‘Waarom bleef je niet bij ze Vera, waarom niet?’ Ze keek mij aan op een manier die ik begreep toen Cinthia haar leeftijd had: schuldig maar niet toegeven, puberwijsheid.
‘Gewoon, omdat ik wil leven. Mijn vrienden zijn saai en hadden alles al uitgestippeld voor deze vakantie. Dat noem ik dus echt geen vakantie!’
‘O, en dit is dat wel?’
‘Je bent een gemeen wijf!’ riep Vera hard. De deur ging open, Willem keek mij aan. Ik keek hem aan.
‘Laat maar Willem er is niets aan de hand.’ zei ik rustig en knipoogde naar hem. Hij verdween direct. Maar ik schrok van de snelheid. Hij nam zijn taak erg serieus.

‘En jij bent een verwend nest dat waarschijnlijk altijd haar zin kreeg bij je ouders. Ik kan jou nu welkom heten in de hel. Wat jij hier en hierna gaat meemaken zal je leven voorgoed veranderen.’ zei ik fel. Ik zag dat het haar raakte. Ze draaide met haar vingers nerveus aan haarlokken.
‘Ik wil helemaal geen ruzie met jou. Ik ben zo stom geweest. En ja, mijn ouders vonden bijna alles goed. En ja er was altijd geld voor alles. En ja, dit is de hel. Hoe kom ik hier uit? Alsjeblieft, help mij. Alsjeblieft, ik zie dat die gorilla’s hier respect voor je hebben. Maakt mij niet uit hoe je dat voor elkaar hebt gekregen, maar ik ben zo bang, echt heel erg bang. Blijf je bij mij?’ vroeg ze bijna smekend.
‘Ik kan niet bij je blijven. Ik onderzoek je, lichamelijk, en ga je heel goede mentale raad geven. Of je dat opvolgt is voor jou uiteindelijk een kwestie van leven of dood. Want geloof mij, als je niet doet was ze je vragen en je blijft je bijvoorbeeld verzetten dan vermoorden ze je zeker. Je gaat straks mee naar mijn onderzoekskamer. En gehoorzaam nu gewoon, snap je dat? Doe wat ze je vragen. Ieder verzet wordt gestraft hier. Je overleving bestaat uit de kansen die je kunt bedenken hier te ontsnappen, of door een klant te manipuleren. Maar doe het met de meest grote voorzichtigheid. Wees slim. Verzet je niet tegen de klanten of bewaarders hier. Echt, je zal de hel op aarde ervaren. Iedere dag weer. Dus niet doen, snap je dat?’

‘Ik begrijp het. Maar het maakt mij ook bang. Moet ik hier de hoer spelen?’
‘Je speelt hier de hoer niet, je bent het. Je verkoopt je lichaam iedere dag weer en misschien wel voor maandenlang zonder dat jij er geld voor krijgt. Het kan ook zijn dat ze je markt op gooien, een figuurlijke. Dan weet ik niet waar je naartoe gaat en jij ook niet. Al die dingen laat je je ondergaan. Dat ze je neuken, je lichaam misbruiken heeft niets te maken met wie jij bent. Onthoud dat, juist dat kan je overleving betekenen.’ Ze huilde zacht en keek mij recht in mijn ogen aan.
‘Ik kan het niet!’ zei ze hard.
‘Stil nou. Je kan het wel, je moet wel. Probeer je voor te stellen dat het een spel is waarin jij de spelleider bent. Als je kandidaat niet doet wat jij vraagt zullen zij de hoofdprijs nooit behalen. Snap je dat?’
‘Als ze de hoofdprijs halen. Als ze die halen dan hebben ze alles, plus de spelleider.’
‘Juist, en de spelleider heeft haar leven nog. Dat is de andere kant van het spel. Als de spelleider niet meespeelt zoals de producenten het opdragen te doen wordt ze gestraft met de dood of zware lichamelijke mishandeling. En dat lieverd. Dat is geen spel. De dood speelt nooit, de dood neemt, ongevraagd, ook dat nog eens.’ Ik had de grootste moeite haar iets bij te brengen. Zou ze gaan vechten of spelen. Dat was altijd de vraag met deze jonge vrouwen. Als het vechten zou worden zouden ze misschien teruggevonden worden, in de woestijn, jaren later. Ik zou vanaf dat moment, het moment met Vera, alle meisjes ompraten om toch vooral mee te spelen en zodra ze hun kans schoon zagen te vluchten. Ook Vera vertelde ik uitgebreid mijn verhaal zoals zij haar verhaal vertelde aan mij.

De deur zwaaide open. Ik was nog bij Vera. Ik zag aan de drie mannen dat ze haar op kwamen halen.
‘Ze is gezond, houden zo graag.’ Hun verwilderde blikken beloofden niets goeds.
‘Wij moeten haar gaan testen. Is ze nog maagd?’
‘Nee, dat hebben jullie ‘ophalers’ al verziekt.’
‘Wat bedoel je?’ vroeg een van de drie mannen. Deze mannen kende ik niet en ik kon horen dat ze een andere taal dan Turks spraken tegen elkaar. Het leek op een van de Slavische talen, maar ik wist niet welke.
‘Jullie maken je eigen producten onklaar, niet verkoopbaar zeg maar.’ Het volgende wat ik voelde was een scherpe pijn in mijn gezicht, het werd zwart voor mijn ogen. Ik kwam bij omdat ik harde knallen hoorde, vlak bij mij. Ik zag nog net de man neervallen die mij geslagen had, dood zo leek het. Ik zag Willem en het wapen in zijn hand, rook uit de loop verraadde het recente gebruik ervan. Hij schreeuwde maar ik hoorde alleen het piepen in mijn oren. Vera was onder het bed gekropen. Ik lag op de grond tegen het bed aan en zag Willem in actie tegen twee anderen. Hij sloeg ze waar hij ze raken kon en schreeuwde er nog steeds bij. Ik begon hem langzaam te verstaan.
‘Stelletje imbecielen, je raakt de vrouw van de baas niet aan! Jullie zijn zo goed als dood!’ Het was stil, Vera huilde zacht vanonder het bed.
‘Gaat het Martha.’ vroeg hij rustig.
‘Het gaat wel Willem, bedankt trouwens.’
‘De Joegoos hebben haar gekocht. Dat is allemaal best maar ze moeten wel van jou afblijven. Jij moet tegen hun bazen gaan vertellen wat hier gebeurd is Martha, anders breek er oorlog uit tussen de Joego's en Jochems syndicaat.’

‘Joegoos? Joegoslaven.’
‘Klopt, het zijn de meest gewetenloze klootzakken die er zijn. Ze weten dat jij bij Jochem hoort en toch slaan ze je. Ik weet dat hun baas ook gecharmeerd is van jou. Je bent een dokter en die krijgen nog wel respect in hun kringen. Er ligt een belangrijke taak voor jou Martha mij te helpen.’ Hij keek mij recht in mijn ogen toen hij zijn laatste woorden tegen mij sprak. Ik zag voor het eerst een angst in zijn ogen.
‘En ik heb ook gezien wat jij deed. Ik wil ook wel praten.’ zei Vera vanonder het bed. Ik hielp haar onder het bed vandaan terwijl er mannen binnenkwamen die ik wel kende. Ze trokken de Joegoos uit onze kamer, ook de man die door Willem was neergeschoten. De andere twee kreunden alleen. De neergeschoten man leek dood. Ik wilde het vaststellen maar Willen trok voorzichtig mijn hand van hem vandaan.
‘Doe maar niet Martha. Ze hebben hun eigen dokters. Ik leg het je straks uit. Ze zijn erg bijgelovig.’ Ik begreep er niets van maar geloofde Willem op zijn woord. Hij was immers al veel langer bezig in deze duistere onderwereld. Maar ik ging er steeds meer van begrijpen, hun onderwereld. Het was een gecompliceerde wereld en wanneer je in de bovenwereld staat, lijkt dit niet zo. In de bovenwereld waren je zaken gewoon je zaken. Waar winst en verlies genomen werden was dit in de onderwereld niet het geval. Winst en verlies hadden altijd een oorzaak van gunnen, dood en intimidatie. Meer was het niet. Als er ergens verlies was dan was er ook een schuldige. Ik wilde er nog respect aan toevoegen. Maar respect heeft in de bovenwereld iets heel anders te betekenen dan in de onderwereld. En wat ik voor Willem moest doen had nu alles met respect te maken, respect zoals ik dit voelde voor hem.

Jochem werd door Willem teruggeroepen uit Nederland. Drie uur later was Jochem er al. Ik vermoedde dat hij een privévliegtuig had. Ik had Vera naar een andere vrije kamer gebracht in de hoop dat het iets zou uitmaken mochten de Joegoos haar zoeken. Ook al omdat ik het niemand gezegd had welke kamer ze nu was. Ik was weer in Jochems huis. Willem was zenuwachtig. Een zwarte Mercedes remde hard voor het huis. Er stapten vier mannen uit. Ik keek door een, door mij gecreëerde, kier in de vitrage van de slaapkamer. Jochem had mij uitgebreid ingelicht wat ik wel en absoluut niet kon doen. Ik had hem precies verteld wat er gebeurd was. Ik zou geroepen worden door Willem. Ik hoorde hoe Jochem zijn gasten ontving in de centrale hal. Het leek er allemaal hartelijk aan toe te gaan en hoorde zelfs een paar lachsalvo’s. Maar ik had geen zicht alleen gehoor. Ik ging op bed zitten en keek wat tv zonder geluid. Ik wilde alles horen wat er te horen viel. Na ongeveer een half uur kwam Willem binnen.
‘Kom je Martha, het zal van jouw verhaal afhangen of ik over een uur nog leef.’ Hij legde zijn zware hand op mijn schouder. Ik voelde direct dat deze bloedheet was.
‘Het komt goed Willem, geloof erin.’ Was het enige dat ik uit kon brengen.
‘Als jij mij redt ben ik van jou.’ zei hij zacht.
‘Jij bent van Jochem en dat is maar goed ook. Ik wil niemand bezitten Willen, snap je dat? Ik ben geboren in de bovenwereld en daar zal ik ook sterven.’ Ik gaf hem een zoen op zijn wang en merkte dat ik op de punten van mijn tenen moest staan om erbij te kunnen. Hij bloosde.

Mijn hart bonsde in mijn keel toen ik binnenkwam. Zes paar ogen, op mij gericht.