[Tour] Busje komt zo

Cavendish was favoriet
En Mark won al zo veel
Maar iedereen ging op zijn bek
En Kittel won het geel

De honderdste Tour de France is spectaculair begonnen. Ik wilde net schrijven dat dit keer alle Nederlanders en Chris van der Velde nog heel waren na de eerste etappe, of ze gingen toch nog naar de grond. Bauke Mollema heeft last van schaafwonden aan zijn elleboog. Het is dus even afwachten of het problemen gaat geven. Dat zullen we echter snel weten, want morgen is er al een lastige rit met onder andere een col van de tweede categorie.

Tot aan het einde van de etappe was het een redelijk saaie rit.
Er was een kopgroep met Lars Boom. Er was niet veel te beleven in de rit. Ik keek maar naar de Belg, want de NOS bleef maar steeds de TT in Assen uitzenden. Leuk als je van motorsport houdt, maar niet als je van wielrennen houdt en een column over de etappe wilt schrijven. De Belg wist te vermelden dat Boom in het Tourboek als Belg stond aangemeld. Dat was dus al het eerste foutje van de Tourorganisatoren.

Het eerste feit waardoor ik wakker schrok was zo'n 140 kilometer voor de finish. De kopgroep wilde zich laten inlopen, maar het peloton wilde dat niet en moest zo'n beetje sur place gaan staan om de kopgroep voor zich te houden. Die kopgroep was namelijk alleen maar ontstaan vanwege de eerste bolletjestrui en die was al vergeven aan Lobato, dus hadden de boys echt geen zin meer om nog erg lang vooruit te blijven fietsen. Uiteindelijk zijn ze toch maar weer sneller gaan fietsen en hadden in een mum van tijd vier minuten. Later hebben ze het nog eens geprobeerd, maar ook toen lukte het niet. Je zou bijna hopen dat de renners maar weer massaal aan de doping gaan, dan wordt er tenminste echt gekoerst.

En toen veerde ik op.
Eindelijk hadden wij Nederlanders weer eens wat gewonnen in de Tour. Boom ging als eerste over de streep. Van de tussensprint weliswaar, maar toch. Het was lang geleden dat we zoiets hadden gezien als Nederlanders. Na de tussensprint ging men weer over tot saaiheid.

Maar ineens gingen de ploegen van de klassementsrenners als gekken op kop rijden. Zou de wind gunstig zijn voor waaiers? Er kwamen echter geen waaiers.
Ik zat net te denken dat al die bezorgdheid vooraf over het parcours op Corsica overbodig was geweest, toen Johnny Hoogerland dacht: kom, er is geen prikkeldraad te zien. Laat ik maar eens een reclamebord langs de weg nemen om overheen te vallen. Je moet toch wat doen om reclame te maken voor je ploeg. Hij heeft dus echt geen auto nodig om ergens tegen te belanden.

Wat er daarna allemaal gebeurde is rijp voor een film. Als Louis de Funès nog geleefd zou hebben, zou hij de hoofdrol beslist krijgen in die film. Het was namelijk één grote chaos.
Je ziet op je scherm de renners in vliegende vaart richting finish rijden en je weet intussen dat daar een bus vastzit. Nu worden er in de Tour wel eens meer mensen vastgezet, maar dat zijn dan meestal renners en geen buschauffeurs. Misschien dacht de chauffeur van de bus van Orica-Greenedge dat hij de gele trui zou krijgen als hij als eerste over de finish kwam. 
Denk je eens in wat die renners daarna allemaal in hun oortjes hoorden zo'n zes kilometer voor de streep.
'Rustig aan, want de finish is geblokkeerd!' Alle renners houden in.
'De finish is nu drie kilometer eerder!' De ploegen van de sprinters willen meteen naar voren en die van de klassementsrenners niet meer, want ze zijn binnen drie kilometer van de streep. Maar dan. 'De streep is toch gewoon bij de oorspronkelijke finish!' Alle renners worden gek. Gevolg: valpartijen en een groep renners vooraan die rijdt alsof ze de bus niet wilden missen.

De etappe in vogelvlucht: eerst klopte alles als een bus. Later knalde alles bijna tegen de bus.

Morgen het Corsicaanse binnenland in. Daarom nu iets over de Corsicanen.

In de jaren zeventig gingen mijn vrouw en ik samen met de twee dochters ieder jaar naar Frankrijk op vakantie. Het waren kampeervakanties. Treinreis en tent waren inclusief. De eerste keer gingen we naar Souillac in de Dordogne.
Een van de eerste dagen hadden we fietsen gehuurd en gingen met de dochters achterop in hun zitjes een kasteel bekijken. Op de binnenplaats van dat kasteel ontmoetten we een Fransman. Hij vroeg aan mij hoe het kasteel heette en ik antwoordde hem. Hij vond het zo leuk dat ik in het Frans antwoordde, dat hij ons vroeg of we na de rondleiding met hem mee wilden naar zijn vakantieadres om te blijven eten. De fietsen konden gewoon in de grote auto. We stemden toe. Zijn vakantieadres bleek echter niet in de buurt. Het was zeker dertig kilometer van het kasteel af en nog verder van de camping.

We arriveerden uiteindelijk bij een boerderij. Die hadden hij en zijn familie gehuurd. De vrouw was niet echt blij dat haar man eters mee had genomen, maar tegenover ons was ze wel gastvrij. Ik zag meteen aan haar uiterlijk dat ze uit Corsica kwam. Gedurende het eten bleken wij het goed met elkaar te kunnen vinden. Ik spreek redelijk Frans. Alleen als ze vlug gaan praten, kom ik in de problemen. Zij hield daar rekening mee. De politiek, het milieu en Françoise Sagan interesseerden ons en daarover ging het gesprek dus. Haar man begon het een beetje vervelend te vinden op een gegeven moment. Mijn vrouw spreekt geen Frans en de kinderen speelden met elkaar. De man bracht ons na het eten dus vlug weer naar de camping, terwijl zijn vrouw juist had gevraagd of we niet beter konden blijven slapen.

Het was dus een zeer zelfstandige vrouw en dat is voor een Corsicaanse heel bijzonder heb ik begrepen. De familie is het belangrijkste in Corsica en ten opzichte van de rol van de vrouw in de familie is men zeer conservatief. Het is een trots volk met een eigen wil. Corsicanen maken onderdeel uit van Frankrijk, maar zien dat zelf niet zo.
Dat de familie het belangrijkste is op Corsica blijkt wel uit hun familieveten. Eeuwenlang werd er een bloedige strijd uitgevochten tussen families. Honderden mensenlevens per jaar eisten die veten.
Het gekke is dat de families die strijd met elkaar voerden, eigenlijk ook weer familie van elkaar waren. Iedereen is daar wel ergens familie van elkaar. Inteelt. Ik wist niet voor niets meteen dat die vrouw in de Dordogne uit Corsica kwam. Ooit was daar iemand met een zeer sterk DNA en zodoende hebben ze allemaal eenzelfde soort gelaatstrekken. En ik had Astérix op Corsica gelezen.
Morgen gaan de renners de bergen van Corsica in. Misschien vinden ze er nog ergens een legionair in het kreupelhout.

Als je interesse hebt, stuur dan een column van jouw hand naar Zonnetje40. Of stuur een PM. Je krijgt z.s.m. een reactie.

Eindredactie FOK!columns