Overlast van minderheden (4): Volkszangers

Zonnetje40 is een maandje met verlof. Luc van Lier valt voor haar in. Met een serie over overlastgevende minderheden. Want die Marokkaantjes, die Molukse motorcriminelen, Japanners, bejaarden en pontschippers zijn heus niet de enigen die onze samenleving hinderen. Vandaag aandacht voor een groep overlastgevers van nogal luidruchtige signatuur: de volkszangers.

De volkszanger staat met de rug naar de Nederlandse samenleving toe. Waar het overgrote deel van onze bevolking sociaal-maatschappelijk functioneert op basis van goede smaak en beheerste omgangsvormen, wordt de volkszanger gekenschetst door ordinaire kleding (zoals overhemden in veel te felle kleuren, slecht zittende colbertjasjes, nadrukkelijk aanwezige plukken borsthaar en armetierige speldjes of kettinghangertjes in de vorm van een microfoon), door armoedige muzikale begeleiding (veelal in tot studio verbouwde boerderijtjes of leegstaande loodsen op afgelegen industriecomplexen door toondove technici opgenomen synthesizergeluiden) en door buitengemeen dommig gedrag (zoals het herhaaldelijk na een optreden in een feestzaal, onderwereldcafé of sporthal in beschonken toestand in een iets te dure auto naar huis rijden en het telkenmale verwikkeld raken in eigenaardige vechtpartijen zonder duidelijke aanleiding).

De volkszanger heeft zich een eigen plaats weten te verwerven in de ether. Op het platteland worden zijn liedjes tot vervelens uitgezonden door in boerenschuren gehuisveste illegale zenders. Er bestaat ook een speciale landelijke commerciële zender voor dit soort artiesten: deze draagt de wonderlijke naam 100% NL, 80% IQ. Ook bij de Publieke Omroep heeft de volkszanger een voet tussen de deur gekregen. Bij de Tokkie Radio Omroep Stichting, de  T.R.O.S. Die zendt de kwalitatief uiterst magere werkjes van de volkszanger uit, waardoor er veel te weinig ruimte overblijft voor kwaliteitsmuziek als de Ouverture Egmond of de Tweede van Mahler. Volkszangers klagen desondanks dat hun muziek veel te weinig aan bod komt. Maar ondertussen pikken ze wel onze zendtijd in.

De volkszanger weigert eveneens zich naar de Nederlandse waarden voor wonen en woonomgeving te voegen. In plaats van in een behoorlijke woning, is de volkszanger doorgaans gehuisvest in een woonwagenkamp. Woonwagenkampen zijn, zoals u weet, veelal broeinesten van criminaliteit en handel in auto-onderdelen. Een woonwagenkamp is hoe dan ook zelden een sieraad voor zijn omgeving. En tot vele honderden meters ver, schalt het matige gezang van de volkszanger door de lucht. Want de stereo-installaties die in de woonwagens aanwezig zijn, zijn doorgaans van een vrachtwagen gevallen, waarbij de dempende werking van de volumeknop klaarblijkelijk steeds op onverklaarbare wijze in het ongerede is geraakt.

De volkszanger is overigens ook verantwoordelijk voor een aanzienlijke mate van milieuschade. En het begrip ‘milieu’ doelt dan niet op de honderden jaren celstraf die zich onder het toegestroomde publiek bevinden. Nee, het gaat in dit geval over luchtvervuiling. Toen de geblondeerde volkszanger Roel Driesvink ooit het Concertgebouw had afgehuurd voor een optreden, moesten daar gedurende twee weken stelselmatig alle deuren en ramen tegen elkaar worden opengezet om het gebouw weer te ontdoen van de nare walm van overvloedig gebruik van goedkope parfums en andere alleszins betaalbare reukwaters.

De volkszanger komt helaas ook in vrouwelijke vorm voor. In dat geval legt zij een opmerkelijke voorkeur aan de dag voor halfhoge laarzen die zijn voorzien van franje. Voorts gaat zij gekleed in visueel lawaaiige jurken dan wel te strakke leggings in kermiskleuren, die de jammerlijke aanwezigheid van cellulitis en vetrollen op tragische wijze benadrukken. Tot overmaat van ramp heeft de vrouwelijke variant van de volkszanger de hinderlijke neiging, platvloerse zinspelingen tussen en tijdens liedjes gepaard te laten gaan met wulps bedoelde knipogen in de richting van jonge knullen in het op het dorpsplein toegestroomde publiek. Zelfs het bestaan van een in een isoleercel opgesloten gevangene is waarschijnlijk minder eenzaam dan het liefdesleven van de vrouwelijke volkszanger. Slechts in een enkel geval komt het tot een samenwerking tussen een volkszanger en de vrouwelijke variant daarvan. Dat heet dan een duo. Aan een poging om de triestheid daarvan te schetsen, waag ik mij niet. Met geen pen te beschrijven. Echt niet.

De volkszanger is veelal te herkennen aan zijn dikbuikigheid. Het overgewicht waar deze corpulentie op duidt, is buitengewoon ongezond en leidt tot frequent bezoek aan artsen en andere zorgverleners. Gezien de matige zangprestaties van de volkszanger, drinkt het publiek uit pure wanhoop grote hoeveelheden bier en andere alcoholica. Het percentage leverkwalen en gevallen van Korsakov ligt daardoor bij het publiek van de volkszanger bijzonder hoog. Dat leidt in ons land tot een explosieve stijging van de zorgkosten. Van uw en mijn belastingcenten.

Nee, die Marokkaantjes, die Molukse motorcriminelen, die Japanners, die bejaarden en die pontschippers zijn heus niet de enigen aan wier gedrag een ferm halt dient te worden toegeroepen!