Fijn, zo'n kneus in de trein

Dag kneusje in de trein, met je blozende wangetjes en je lelijke groen geblokte blouse. Niemand had jou in de gaten. Je was alleen, helemaal alleen. Niemand heeft jou zien zitten, met je brilletje en amper twintig jaren oud. Arm kneusje in de trein, helemaal alleen. Gelukkig was er toch een manier om de aandacht van de hele coupé te krijgen. Een conducteur controleerde vlak voor het eindstation je kaartje. Je reisde op een meereiskaart. En dat mag niet, arm kneusje, zo helemaal voor jou alleen.

Gelukkig voor de conducteur ging het om een Hollands jongetje met een heleboel principes, gebakken lucht en een papa die wil dat hij later in de rechtbank komt te werken. Maar dan niet als beroepsovertreder die hij nu leek te worden, maar meer als de openbaar aanklager. Ik zeg gelukkig, want conducteurs die andere soorten jongetjes aanspreken, krijgen soms een flink pak slaag. Dan moet de hele trein zich er weer mee bemoeien, je kent het wel. Dus nee, gelukkig voor de conducteur had hij een blaasbalg te pakken. Met een groot hoofd, want dat had dit kneusje.

Och kneusje met je kakschoentjes, wat stond jij toch te kijk toen de conducteur verkondigde dat je niet alleen met je meereiskaart mocht rijden. Je sputterde nog even tegen: “Ja maar, op de heenweg ben ik ook twee keer gecontroleerd, toen mocht het ook! Het is maar net hoe de pet van de conducteur staat!” Dat laatste zei hij echt. Tegen die conducteur. Het kleine kneusje wist namelijk nog niet hoe echte mannen op zoiets reageren. De echte man die weet dat hij fout zit, accepteert namelijk dat hij gepakt is en veert met de conducteur mee om zo min mogelijk schade te doen. Kneusje niet.

Zijn wangetjes werden steeds maar roder, de vlekjes in zijn nek namen ziekelijke proporties aan. “Ik teken protest aan!” Het is net zo’n politieserie, vind je niet? De jongen doorliep de legitimatieprocedure met de conducteur, omdat dat bij de regeltjes hoort. De jongen was namelijk nogal van de lettertjes: “Maar het staat niet op dit kaartje dat ik precies hetzelfde traject moet reizen!” De conducteur haalde zijn schouders op. De jongen probeerde nog even heel pompeus: “Mag ik uw naam noteren? Dan schrijf ik protest aan.” De conducteur gaf hem droog alle gegevens, want hij wist dat hij toch gelijk had tegenover dit jongetje dat nog niet droog achter zijn oren was.

We naderden het eindstation. De principiële jongen begon steeds harder te briesen tegen zijn onmachtige situatie. Wat is het ook een kneus. Als je zulke kakschoentjes kan kopen, kan je papa ook wel een treinkaartje voor je halen die wel geschikt is voor het traject. De conducteur riep nog heel sarcastisch: “Als je goedkoper wil reizen, koop je maar een auto.” De conducteur had geen tijd meer om de vervoersbewijzen van de andere passagiers te controleren. We waren er.

Toch heb ik ergens wel een klein beetje respect voor het kneusje. Fysiek kon hij dan wel helemaal niets uithalen, maar hij heeft het toch alleen bij argumenten gehouden. Hij heeft mondeling geprotesteerd, maar braaf de regeltjes van het gezag in de trein gevolgd. De boel is niet kort en klein geslagen. Waarom kunnen anderen dat dan niet?

Bij het eindstation checkte ik uit. Althans, dat was de bedoeling. Toen pas realiseerde ik dat ik helemaal was vergeten om me in te checken voor vertrek. Toch fijn, zo’n kneus in de trein.