Plat Haags - Bij Kamahl (1)

In de rubriek Plat Haags nemen TheGrandWazoo, Driek Oplopers, Luc van Lier en harry64 het Nederlandse politieke landschap onder de loep.

Ik ken een café. Een café waar de tijd, vierentwintig uur per dag, stil staat. Daar heb je John. En Dré. Michelle. Ze kennen er hun vaste plek. Gastheer is Kamahl. Een tweede generatie allochtoon. Soms kom ik er een half jaar niet. Dan bromt Kamahl een beetje. Hij vindt het niet leuk wanneer je hem in de steek laat. Althans, zo voelt hij dat. Het kost hem steeds meer moeite om de boel bijelkaar te houden. Door het nieuwe rookbeleid zochten veel oude stamgasten hun heil in andere kroegen waar gewoon gerookt mag worden. Kamahl houdt zich strikt aan de wet. Hij bouwde speciaal voor zijn Kamahlraden, zoals hij z'n klanten noemt, een aparte rookruimte. Maar nadat hij met veel trots de ruimte officieel presenteerde zag hij z'n oude vrienden één voor één verdwijnen. Soms werd Kamahl zelfs zo paranoïde dat hij besloot z'n kroeg eerder dicht te gooien. Dan ging hij het dorp in om te kijken waar z'n Kamahlraden uithingen. Dikwijls werd hij teleurgesteld wanneer hij ze zag lachen in een andere kroeg. Ik ging ook bij hem weg want ik moest verhuizen naar Maastricht. Soms komt Kamahl wel eens in Maastricht. Dan gaat hij in z'n eentje wat eten op het terras. Hij is al jaren geleden gescheiden.

Vandaag ben ik er weer eens. Kamahl ziet me binnenkomen, bromt wat en nadat hij zich even heeft teruggetrokken in het keukentje (dat doet hij wel vaker, niemand weet wat-ie daar doet) vraagt hij me eindelijk wat ik wil drinken. Ik besluit het op een zuipen te zetten. Zoals zo vaak komt het gesprek later wel op gang. Ik knik naar John. Wat is die man is een korte tijd oud geworden zeg! Er klinkt ook vandaag geen muziek in de zaak. Dat leidt alleen maar af, vindt Kamahl. Na een bier of vier komt Kamahl los. "Het gaat lekker he daar bij jullie in Maastricht." Het drugsbeleid, of de drugsoorlog zo je wilt, van Onno Hoes begint behoorlijk uit de hand te lopen, geef ik toe. "Ik begrijp jullie dorp ook niet", zegt Kamahl besmuikt. "Alsof de buitenlandse drugstoeristen voor de enige overlast in dat pseudo-Parijs zorgen. Wat te denken van die dikke auto's rond de Tefaf kunstbeurs? Wil ik eens keertje lekker eten daar bij jullie, zijn alle terrassen bezet door Frans sprekende miljonairs die hun Hummer op twee parkeerplekken hebben geparkeerd. Met hun dikke nekken verzieken ze ook nog eens mijn uitzicht, om nog maar te zwijgen van die opgeblazen lippen van hun vrouwen. Een hele scoutingclub kan daaronder kamperen. Of wat dacht je van die dagjesmensen. Naar mandarijnen ruikende vijftigers met afritsbare broeken en dozen liga's op zoek naar "..dat typisch Limburgse....ja dat....typische..." ja wat eigenlijk? Wat verwachten die klojo's daar te vinden? Het is godverdomme geen prekpark dat je bezoekt. Helemaal erg wordt het wanneer het asperge seizoen is begonnen. Massaal storten die mandarijnenkutjes zich dan op de fallussymbolen uit Egypte. Oh en wee wanneer de oogst weer eens tegengevalt en die troep duur blijkt te zijn. Dan klagen ze steen en been met dat witte goedje in hun mond. Zwaar overschat stuk slap groente die asperge. Er is niet voor niets een ziekte naar vernoemd. "  Kamahl haalt even adem.  "Dat is asperger, niet asperge", roept John opeens. Maar Kamahl luistert niet en gaat verder. "Ik snap geen zak van die Hoes. Het is toch een uitgemaakte zaak dat wanneer je mensen uitsluit van bepaalde geneugten je dan gezeik krijgt? Wat verwacht die meneer Hoes nou? Dat de Duitsers en de Fransen bij de grens denken; ah, we mogen geen wiet meer kopen, nou ja een glas tomatensap is ook best lekker. Wanneer je mensen uitsluit krijg je gezeik. Per definitie."

Kamahl heeft nog steeds niet gevraagd hoe het eigenlijk met me gaat. Nu gaat het prima met me dus we zijn daar snel over uitgepraat, maar ik merk dat hij steeds bozer wordt.

"Nu wil hij dus extra politiemensen inzetten. Heb je die agenten gezien die in Maastricht een dreigende drugsdealer overmeesteren? Ja, dat staat tegenwoordig gewoon allemaal op internet. Hoe dan ook; 140 kilo schoon aan de haak rent daar puffend achter zo'n Marrokaantje aan. Beschamend. Vroeger had de politie nog een zekere status. Inmiddels lachen we de dienaars van de wet keihard uit. Maar daar hebben ze het echt zelf naar gemaakt. Jarenlang hebben ze alle nieuwe ontwikkelingen in de wereld volkomen genegeerd. Nu willen ze die papzakken inzetten om hackers aan te pakken. Maar ze hebben eerst een computercursus nodig. Bij het woord 'data' grijpen ze meteen naar hun agenda. Totaal wereldvreemd. Wat niet zo gek is met zo'n type als Opstelten. Die man verstuurt emails met de postduif. Die gast vindt Tetris nog te spannend. Die heeft Startpagina nog als beginscherm. De tol die nu draait gaat alsmaar sneller en sneller en we stellen haast geen vragen meer. We accepteren zoiets idioots als de Google-bril. En een ieder die daar etische bezwaren tegen heeft wordt uitgelachen. De mensen die het niet meer kunnen bijhouden worden uitgesloten. En wanneer je mensen uitsluit krijg je gezeik. Per definitie. De ouderen vereenzamen, hebben geen enkele connectie meer met de nieuwe wereld en degenen die de nieuwe wereld in goede banen moeten leiden hebben geen idee wat er binnenskamers allemaal gaande is. We worden van alle kanten aangevallen. Online, offline. Het gaat nog een keer helemaal mis en dan is de chaos niet meer te overzien. Dan heeft de chaos die je online vindt ons ook gepakt in het dagelijks leven. Dan is de hierachie weggevaagd, de koning gestorven en vechten we met razendsnelle techniek. En de laatste levende zal het licht uitdoen, zich door het hoofd schieten waarna eindelijk wat rust keert op de planeet waar we zo'n zooi van gemaakt hebben. Alleen nog de wind speelt met onze lichaamsdelen."

Die Kamahl.

*wordt vervolgd*