Verslaafd aan Tijd

Ik dacht dat ik behoorlijk verslaafd was aan mijn telefoon. En is het waar: ik kan bijna geen minuut zonder dat ding. Ieder moment van mijn vrije tijd is mijn telefoon binnen handbereik bij me. En dat terwijl het oudje niet eens online kon. Bellen, dat kon dat ding. En sms’en. De pure basics. Iedereen moest altijd lachen als ik zei dat er ook nog een zaklampje op zat. Een schamper lachje uit medelijden. Dat wel. Nu is hij weg. En het gekke is dat ik de telefoon zelf niet eens zo mis. Niet het bellen in ieder geval.

Het voordeel van zo’n oudere telefoon is dat je relatief weinig wordt gebeld en ge-sms’t: er gaat zo veel online, dat internet het allerbelangrijkste middel is om in contact te blijven met anderen. Ik was dan ook best verbaasd dat ik mijn telefoon ineens kwijt was. In de trein laten liggen. Voor het eerst in mijn veertien jaar dat ik een eigen mobieltje bezit, was ik hem kwijt. En het gekke is dat ik het helemaal niet erg vond. Hij was weg. Dus? Simkaart blokkeren. Een nieuwe telefoon en een nieuwe kaart zijn wel vervangbaar. Contactpersonen bijwerken kost wat tijd, maar is te doen. Het schoont gelijk de exen en uit het oog verloren studiegenoten op. Het zijn wat praktische zaken die wel te doen zijn. Het gemis van mijn telefoon deed mij weinig.

Tot ik in bed lag. Ik schrok overeind: hoe laat zou het zijn? Ik greep om mee heen, naar de telefoon die er niet meer lag. Ik heb namelijk geen wekker, horloge, of wandklok; ik heb een telefoon. Had. Had een telefoon. Mijn telefoon lag zelfs ’s nachts altijd binnen handbereik. Het was mijn alarm voor afspraken, mijn wekker, mijn controlepuntje voor als ik midden in de nacht wakker werd en moest zien hoe lang ik nog lekker verder kon slapen op mijn andere zij. Een gewone wekker is geen optie: ik slaap hoog, zodat het snoer niet zo ver komt. Bovendien is het stroomnetwerk in dit huis niet altijd even betrouwbaar: de stoppen hoeven er maar één keer uit te liggen en ik ben overal te laat.

Te laat! De trein halen is vooral ’s ochtends een kwestie van minutenwerk! Mijn hele ochtendritueel is minutenwerk! Gapen, piesen, ontbijten, brood smeren: twintig minuten. Douchen, haar en make-up doen: dertig minuten. Tanden poetsen, piesen, tas inpakken: zeven minuten. Sleutels zoeken: drie minuten. Naar buiten gaan, terugkeren voor het pasje van mijn werk en weer naar buiten gaan: 2 minuten. Op de fiets naar het station: acht minuten. Fiets op slot zetten, inchecken op het perron: twee minuten. Pas in de trein kom ik tot rust: dan hoef ik niet meer continu op mijn telefoon te kijken hoe laat het is, omdat ik dan geen invloed meer kan uitoefenen op het tijdstip dat ik op mijn werk of afspraak zal zijn.

Nederland is een afsprakenland. Alles gaat op de minuut: de treinen, de sirene op de eerste maandag van de maand. Zelfs het academisch kwartiertje is berekend op zeventien minuten. Te laat komen mag niet, tenzij je heel belangrijk bent. En dan hoort het alsnog niet. Herken je de afhankelijkheid van de tijd niet? Bedenk dan eens hoe vaak je op je telefoon kijkt, het teruglegt, en nog eens kijkt omdat je niet hebt onthouden wat je eigenlijk hebt gezien.

Ik ben verslaafd. Niet aan mijn mobiele telefoon, dat komt straks wel als ik er internet op heb. Nee, ik ben verslaafd. Verslaafd aan tijd.