De wereld wordt alleen maar kleiner

Ik ben dol op nieuwe technologie. De laatste paar jaar heeft de technologische ontwikkeling een enorme vlucht genomen. De wereld is een stuk kleiner geworden. In mijn broekzak zit altijd een handig mini tabletcomputertje waarmee je nog kan bellen ook! Als ik me aan de andere kant van de wereld bevind, kan ik instant chatten met mijn meisje en krijg ik foto's van onze zoontjes zodat ik precies weet wat ze allemaal uitspoken. Als ik ergens land, al is het midden in de jungle, krijg ik een vriendelijk berichtje van een operator die me welkom heet en laat weten hoe ik het best gebruik kan maken van zijn diensten. Mijn persoonsgegevens zijn opgenomen in honderden databases waardoor ik keer op keer van alle gemakken word voorzien. Heerlijk, de wereld is gekrompen, informatie is veel toegankelijker geworden.

Maar toch, als ik denk aan hoe het vroeger was om te gaan kamperen met mijn ouders en mijn zus, in Zuid-Frankrijk, dan herinner ik me een groot avontuur. Op reis in een vreemd land waar je de taal nauwelijks spreekt en waar je jezelf maar moet zien te redden. Met z'n vieren op elkaar aangewezen. Navigeren betekende zoveel als goed kunnen kaartlezen. Naar huis bellen ging alleen maar vanuit een telefooncel. Als je geluk had was de verbinding best ok, anders moest je door de ruis heenschreeuwen dat alles ok was, dat het mooi weer was en dat je al aardig was verbrand. Berichtjes naar huis sturen kon al helemaal niet, op een ansichtkaart na dan. Je was echt helemaal weg, compleet afgesneden van thuis, op avontuur in het verre buitenland.

Juist dat gevoel van avontuur is tegenwoordig verdwenen. Als ik in Los Angeles ben, besef ik vaak niet eens meer hoe ver ik eigenlijk van huis ben. Ik draag daar altijd twee horloges, één met de plaatselijke tijd en één met de thuistijd. Om niet per ongeluk midden in de nacht aan het thuisfront de boel op stelten te zetten. Alles klopt, iedereen weet wie ik ben, huurauto's staan klaar en mijn bed is opgemaakt.

Hoe ziet de toekomst er uit? Ik kijk reikhalzend uit naar het brilletje van Google. Geen idee wat er allemaal mee mogelijk wordt, maar ik heb wel een vermoeden. Navigeren de luxe denk ik zo. Onderweg krijg ik niet alleen te zien hoe ik moet rijden, maar ook waar de lekkerste Sushi gegeten kan worden. E-mails die worden voorgelezen, instant prijsvergelijken terwijl ik in de MediaMarkt rondkijk, ik noem maar wat.

Ik las dat Google werkt aan een supercomputer, net als in Star Trek, maar dan dus echt. Stel je voor, ik kom aanrijden op L.A. Airport en ik zeg: “Hoe laat gaat mijn vlucht?” Dan weet de supercomputer dus al dat ik Asics ben, en dat ik inderdaad een vlucht naar Amsterdam geboekt heb en die kan me dan meteen vertellen of mijn vlucht vertraging heeft, bij welke gate ik moet zijn en indien ik nog niet ben ingechecked, hoeveel plaatsen bij het raam er nog beschikbaar zijn, omdat hij weet dat ik daar het liefste zit.

Hoe de toekomst er uitziet weet niemand. Maar het avontuur, het gevoel van het vreemde, onbekende dat zal nog verder vervagen vrees ik. De wereld wordt alleen nog maar kleiner.