Ineens was het daar, kanker (2)

Nog maar eens ging ik naar buiten om een sigaret op te steken. Wachten kan zo lang duren. Dan krijg ik een telefoontje, ze is wakker en ik mag naar haar toe. Nog net zonder te struikelen ren ik naar de lift en begin als een bezetene op het knopje te drukken. Belachelijk eigenlijk, het is niet alsof de lift nu ineens sneller naar mij toe komt. Eindelijk is de lift er en ik stap er snel in. Erg egoïstisch wil ik niet wachten op anderen, dus druk ik op het knopje waardoor de liftdeuren dichtgaan. Net voor de deuren sluiten zie ik nog iemand naar de lift rennen, maar ik kom niet in beweging om de lift te stoppen voor vertrek.

Als snel loop ik de afdeling op waar ik moet zijn. Ze ligt op een kamer met een bejaarde huilende oma, een kreunende kotsende dame en een snurkende man van gepensioneerde leeftijd. Het stinkt op de afdeling waar ze ligt, bah. Het is een mix van diarree en zure vloeibare pizza. De oma huilt tranen met tuiten en maakt hoge geluidjes, terwijl de dame in het bed naast mijn heldin een exorsist-achtige move uitvoert. Maar ik heb alleen oog voor mijn heldin, van een afstandje kijk ik naar haar. Ze lijkt zo klein in dat grote bed. Dan loop ik op haar af. Eigenlijk durf ik haar niet aan te raken, bang dat ik haar pijn zal doen. Het is alsof ze weet wat ik denk en ze steekt haar armen uit, ik knuffel haar voorzichtig. Ze heeft een grote rode vlek die vanuit haar nek doorloopt tot ergens onder het operatiejasje. Ik schrik er een beetje van, wat de neuk hebben ze gedaan met haar? Ze zouden alleen haar tiet halveren! Voorzichtig raak ik het aan en vraag wat er is gebeurd, ze glimlacht een beetje en zegt dat ik een sufferd ben. Dat is blijkbaar de jodium die ze over je uitsmeren voor een operatie. Jeetje weet ik veel, dacht dat jodium bruin was, dit was rood-paarsachtig. Misschien ben ik wel veel te overbezorgd ook.

Ze hebben haar een kalmeringsmiddel gegeven, want haar benen trilden na de operatie. Dat kon wel eens de spanning zijn die nu van haar afviel. In het ziekenhuis hebben ze voor bijna ieder klein ongemak een oplossing, dus ook voor trillende benen. Ze wordt er wat melig van. Heb haar nog nooit stoned meegemaakt, dus ik krijg de slappe lach van haar gekke gedrag. We gaan op in elkaars aanwezigheid, tot we worden opgeschrikt door een nieuwe huilbui van de oma. Weer die tranen met tuiten, ik weet niet waarom. Nu hoor ik ook de gepensioneerde man aan de overkant, hij snurkt, hele bossen worden omgezaagd in korte tijd. Eigenlijk moet mijn heldin een nacht blijven, maar ze kijkt om zich heen neemt de geluiden in haar op en zegt dan: “Ik geloof niet dat ik dit zo heel gezellig vind, zoek jij die arts eens dan ga ik vertellen dat ik thuis slaap.”

Het was nog een hele opgave om die arts te tackelen, maar uiteindelijk deed hij wat we wilden, hij gaf haar ontslag. De dagen daarna herstelde ze erg goed van de operatie, ze had weinig tot geen pijn zei ze. Weer sta ik verbaasd van hoe sterk ze is. Geen pijnstiller heeft ze genomen.

Een week na haar operatie moeten we weer naar het ziekenhuis, ze krijgt de uitslag van het onderzoek. Wel of geen uitzaaiing. Ieder moment ben ik van het positieve uitgegaan, zij ook. Maar terwijl we in de wachtkamer zitten en natuurlijk loopt het uit, worden we samen toch zenuwachtig. Ieder moment dat we langer wachten, worden de zenuwen heftiger. Er zitten kinderen in de wachtkamer bij ons. Kinderen zonder manieren en ouders zonder gezag. De kinderen schreeuwen en dweilen over de vloer. Ik word er agressief van, mijn heldin moet lachen om hoe mijn gezicht vertrekt. Dan zegt ze zachtjes in mijn oor: “Nelleke, ik kan zien aan je gezicht hoe je langzaam in je gedachten die kinderen martelt.” Ze heeft gelijk, dat was ik aan het doen in gedachten. In mijn hoofd trok ik behendig, maar langzaam, de stembanden uit de strotjes van die kinderen. Tot mijn grote opluchting worden de mini-terroristen met de incapabele ouders weggeroepen voor hun afspraak. Misschien doet de arts straks wel, wat ik al had bedacht.

Eindelijk zijn wij aan de beurt, ondertussen zijn de zenuwen zo hoog opgelopen, dat ik trillende handen heb. Toch probeer ik erg koel en rustig over te komen, pak de jas en tas van mijn heldin en laat haar voor gaan, terwijl ik mijn hand op haar rug leg. Zij is ook zenuwachtig, dat voel ik aan haar loopje. Gelukkig doet de arts niet aan een lange inleiding, hij valt direct met de deur in huis. Er is goed nieuws en iets minder goed nieuws. Goede nieuws; geen uitzaaiing! Minder goede nieuws; in verband met risicofactoren moet ze het zware nabehandeling traject volgen, dat betekend bestraling en chemo. Hij vertelt over de bestraling en de verkleuring van de huid die dan kan optreden. Blijkbaar is bestraling een intense vorm van de zonnebank ofzo. Ik kijk naar mijn heldin en zeg: “Vraag of ze je hele lichaam niet kunnen doen, hoef je van de zomer ook niet op vakantie naar Turkije voor een kleurtje.” Ze moet lachen, wij lachen altijd om hele slechte grappen in lastige situaties. De dokter kijkt eerst wat scheef en kan daarna ook niet anders dan een lachje weggeven. Mijn heldin en ik, we kijken elkaar weer aan en denken allebei hetzelfde, wij zijn grappig! Zelfs nu.