Het dikke wijf van de C1000

Mensen vragen vaak of ik een hekel heb aan dikke mensen. Het schijnt wel zo over te komen, maar het is niet geheel waar. Ik geef gewoon helemaal niks om dikke mensen, maar dan ook helemaal niks. Als iemand zijn leven voor de televisie door wil brengen met drie zakken chips en de afstandsbediening tussen hun vetrollen geklemd, dan moeten zij dat helemaal zelf weten. So what als ze amper in staat zijn om een trap op te klimmen zonder darmscheuring te riskeren. Zolang ik me maar niet op die trap bevind. Ik heb geen emotie bij dikke mensen zolang hun doen en laten mij niet beperkt. Waar ik wel een hekel aan heb, is wanneer mensen een negatieve impact hebben op mijn doen en laten. Toevallig was gister dit het geval.

Ik moest nog snel even een boodschap doen voor het avondmaal bij de C1000. Het kalmeert me om na een drukke werkdag rustig mijn boodschappen te kunnen doen. Gisteravond, vrijdagavond, is het meestal rustig in de supermarkt. Er zijn geen huilende kinderen, er is geen winkelwagenrace bezig door verveelde kleuters, dus het ideale moment om nog snel een boodschap te doen. Niks bijzonders tot zover, tot ik bij de kassa was.

Ik was de enige die moest afrekenen, zo rustig was het. Toch zaten er drie caissières bij de kassa’s klaar om mijn boodschappen in te scannen. Ik liep zoals gewoonlijk naar de eerste kassa in de rij. En daar was ‘het’, een enorm dikke mevrouw had zich in het kassahokje weten te wurmen. U kent het wel, zo’n type die bloedgroep chocolademelk heeft. Tot zover nog steeds niks verontrustends. Deze wandelende horizonvervuiling was luidkeels met haar collega’s aan het kletsen toen ik mijn boodschappen op de band legde.

“U moet maar even geduld hebben meneer, ik ben even in gesprek”, zei ze pratend tegen haar collega met in haar ene hand een tosti. “U begrijpt vast het oponthoud wel; het is immers internationale vrouwendag en u moet rekening met mij houden”, zei deze dikkerd en gaf me nog een knipoog na. Terwijl ik mijn mond opendoe om iets tegen haar te zeggen, knipt ze met haar vingers recht in mijn gezicht. Ik vraag mezelf nu echt af waar ik nu weer terecht in ben gekomen. Is dit een grote grap, een slechte show van Frans Bauer? Ik vind het totaal respectloos om iemand midden in een zin te onderbreken en vervolgens met de vingers in zijn gezicht te knippen.

In plaats van naar de leidinggevende te vragen los ik het anders op. Elk normaal persoon zou naar de manager hebben gevraagd, maar dan kent u mij nog niet. Ik probeer zaken liever op te lossen met de persoon zelf. Ik probeer het nog op een vriendelijke toon: “Sorry mevrouw wilt u – KNIP! –“ “Het is internationale vrouwendag knul, even wachten”, zei deze menselijke verkeersdrempel. (Verkeersdrempel is misschien nog een positieve benaming voor haar. Verkeersdrempels dienen namelijk een doel.)

Wat een rustige trip naar de winkel had moeten worden, ontaardt in een stevige woordenwisseling. Ik denk niet dat ik precieze woorden hier neer hoef te typen om u in te beelden op welke manier ik mijn onvrede uitte. Ik hoop echt dat God de vergevingsgezindheid heeft welke de christen claimt dat hij heeft, want ik liet mijn hele tirade over haar heen komen.

Tot mijn grote verbazing begon het echtpaar dat achter me was gaan staan, te klappen. Dit heb ik nog nooit meegemaakt. Ik heb mijn boodschap laten staan en ben de winkel uitgelopen. Misschien was het makkelijk scoren, mijn tirade tegen die karbonadebuik, maar ik voel me er niet schuldig over. Ik was lichtgeprikkeld van een lange werkdag, maar ze verdiende het. Ik kon er niet tegen dat ik 10 minuten moest wachten totdat mevrouw uitgepraat was en me zo behandelde. Het mag dan wel internationale vrouwendag zijn, maar ik word ook graag met respect behandeld. De volgende keer ga ik wel naar de Plus; ik heb gehoord dat daar ook dikke vrouwen rondlopen, ik ben benieuwd of deze meer klantvriendelijk zijn.