Trieste dertigers

“Ik wil een man! Een leuke en eentje met geld en hij moet intelligent zijn en en en, hij moet gewoon alles hebben, dat is toch niet teveel gevraagd?” Ik kijk naar mijn zus en zet mijn glas wijn op tafel. “Nee schat dat is niet teveel gevraagd, maar als je op de bank blijft zitten kom je hem niet tegen. Of denk je dat de spreekwoordelijke droomprins op het witte paard zomaar ineens in je woonkamer zal staan?” Mijn zus zegt dat het best zo kan gebeuren, maar ik zie de twijfel in haar ogen. Naar mijn idee zit ze ernaast en weet ze dat zelf ook wel. Daarbij, wij als vrijgezelle vrouwelijke dertigers hebben weinig kans meer op de liefdesmarkt.

De meeste leuke mannen zijn bezet, die zijn op vroegere leeftijd al geschaakt door een vrouwelijke vijand. De andere leuke mannen die nog vrijgezel zijn en niet eerder gesetteld zijn geweest, zitten niet te wachten op een vrouw van in de dertig. Een vrouw die ondertussen veel te kieskeurig is en al een eigen mening heeft ontwikkeld. Deze nog niet gesettelde mannen, willen een jong ding van halverwege twintig. Een jonkie dat nog te kneden is, geen uitgezakte baarmoeder heeft en nog een sexdrive heeft waar de gemiddelde nymphomane jaloers op is. En als je een vrouwelijke vrijgezelle dertiger bent met kinderen heb je helemaal geen kans meer.  Want die leuke, mooie, knappe en goed verdienende vrijgezelle man wil niet zorgen voor andermans kroost. Die wil graag zijn eigen nageslacht creëren. Geef hem overigens eens ongelijk.

“Vrouw luister, wij gaan stappen. Wij gaan dit weekend onze dikke en bijna uitgezakte cellulitisreet in een strakke jeans hijsen, we trekken onze hoge en elegante hakken aan en gaan jagen in Amsterdam! Wat denk je ervan?” Weer kijkt mijn zus met twijfel in haar ogen naar mij, zet haar glas wijn aan haar mond, neemt een grote slok en vervolgt: “Ik weet het niet hoor Nelleke, ik moet daar over nadenken.”

Nu hebben we ook nog de leuke, mooie, lekkere en goed gevulde vrijgezel die al wel eerder eens gesetteld is geweest. Maar dat hij weer vrijgezel is, zegt dat er iets niet in de haak is. Of hij is eigenlijk een lul van een kerel en zijn vrouw was hem zat. Zij heeft hem vervolgens het huis uitgegooid en trekt zijn zakken nu leeg aan alimentatie, waardoor hij steeds minder goed gevuld is. Een andere optie is, dat de man komt erachter komt dat het gesettelde leven eigenlijk verschrikkelijk is, niet spannend en zorgt voor een dodelijke stilstand in de hersenen. Waarop de man vervolgens het idee ontwikkelt dat het gras groener is bij dat lekkere vrije ding van eind twintig. Hij verlaat huis en haard om er uiteindelijk achter te komen dat dat lekere ding van eind twintig ook wil settelen en de sexdrive die er eerst was in tienvoud is gekelderd bij madame. De leuke, maar ondertussen redelijk leeg getrokken man is een illusie armer en waagt zich niet meer aan een relatie. Neuken is goed, maar zodra de dame haar bek opentrekt, moet ze oprotten. Tja, en dat soort mannen willen wij vrouwen dan weer niet.

“We gaan het doen zus, het is zaterdag en wij gaan vanavond de straten, kroegen en hippe clubs van Amsterdam onveilig maken!” Mijn zus zit naast me op de bank, ze lijkt energie voor tien te hebben en zegt: “Ja wij gaan het doen! Maar eerst Harry Potter afkijken en we moeten even wat eten. Wat gaan we eigenlijk precies doen?” Ja wat gaan we eigenlijk precies doen, gaan we met de auto of met de trein? Als we de auto pakken is het parkeren weer zo’n gezeik, met de trein moet je op je tijd letten. “Ik weet het niet, auto of trein? Heb geen zin in gedoe met parkeren, maar de trein is ook weer zo wat.” Mijn zus zucht en zegt: “Maar ik heb eigenlijk geen zin om alle kroegen af te wandelen,  zullen we kijken of er misschien iets leuks te doen is in Amsterdam?” We scannen snel alle uitagenda’s af om er achter te komen dat er weinig spannends te doen is. We kijken verder naar de film en schuiven het inmiddels bestelde eten naar binnen. Ik schenk ons een laatste glas wijn in en kak helemaal in. “Zus? Ik heb eigenlijk geen zin om helemaal naar Amsterdam te gaan, ben best moe.” “Nelleke, we zouden wat gaan doen! Anders hier in de stad effe kijken?” Ik raap mezelf bij mekaar en zucht. Ja we moeten wel wat gaan doen en daadwerkelijk met die bijna op de enkels hangende kont van de bank komen, want ook bij mij zal die prins op het witte paard niet zomaar ineens in de woonkamer staan.