Messi, Wiggins of Bolt?

Wat hebben Bradley Wiggins, Lionel Messi, Michael Phelps, Mo Farah, Sebastian Vettel en Usain Bolt met elkaar gemeen? En wat hebben Allyson Felix, Jessica Ennis, Lindsey Vonn, Missy Franklin, Serena Williams en Shelly-Ann Fraser-Pryce met elkaar gemeen? De sportvolgers zullen het wel weten: allen zijn genomineerd voor de Laureus Award 2012, de prijs voor de beste sporter van het jaar. Een logisch lijstje, voor een volkomen onlogische prijs.

Ik ben dol op lijstjes en verkiezingen, maar deze Laureus Award gaat me net een stap te ver. Hier valt namelijk helemaal niet uit te kiezen: dit zijn allemaal geweldige sporters die het afgelopen jaar uitzonderlijk goed hebben gepresteerd. Elk in hun eigen sport. Wiggins domineerde het wielrennen door vrijwel alles te winnen waaraan hij meedeed, met onder meer winst in de Tour de France en olympisch goud in de tijdrit. Messi scoorde meer doelpunten dan ooit iemand anders deed. Bolt won drie gouden medailles in Londen, en zo kun je bij iedere genomineerde sporter een topprestatie noemen. Elk in hun eigen sport. Dat kan toch niet met elkaar vergeleken worden?

Een sportwedstrijd gaat om winst. Nee, niet het meedoen of je persoonlijke grenzen zijn het belangrijkst, iedere sporter wil gewoon winnen. Anders ben je geen sporter. Om de beste te kunnen zijn specialiseren ze zich, ze focussen zich op één sport. Bolt wil misschien graag voetballer zijn, maar om dan nog de beste op de sprint te zijn lijkt me onmogelijk. Dat focussen op één sport loont, want al deze sporters zijn de beste in hun vakgebied. En in iedere sport zijn er daarom regels over hoe de sport werkt. In het geval van Bolt: een baan van zoveel meter lang, deze ondergrond, dit soort kleding, enzovoort. Op die manier wordt een situatie gecreëerd waarin een winnaar aan te wijzen valt. In het geval van Bolt op de 100 meter sprint dus de persoon die na het startschot als eerste de finishlijn 100 meter verder passeert. Simpel.

Zo werkt het in al die sporten. Bepaalde zwemkleding, afmetingen van het sportveld, enzovoort, enzovoort. Alles om een winnaar aan te kunnen wijzen. Bolt was de beste, Wiggins was de beste, al die anderen waren de beste. En daar zou het moeten ophouden. Klaar. Daarom zijn er verschillende sporten. Die moet je niet met elkaar gaan vergelijken. Stel dat Wiggins de prijs dit jaar krijgt. In principe een prima keus: Wiggins was uitzondelijk goed in het wielrennen. Maar was hij beter dan Bolt, beter dan Messi? Daar bestaat geen simpel antwoord als ja of nee voor. Want er is geen enkele manier om die vergelijking te maken.

In Nederland doen we het ook ieder jaar: het sportgala. We gaan dit jaar bij de mannen een wereldkampioen uit het schaatsen vergelijken met twee olympisch kampioenen, uit nog weer twee totaal verschillende sporten. De een draaide zijn rondjes (met alle respect hoor) in een gymzaal, de ander ging snel over het water op een surfplank. Zeg het maar: wie wint er? Of beter: wie hoort er te winnen? De eerste vraag kan beantwoord worden met Epke, want om de een of andere vreemde reden ‘hoort’ hij die prijs te krijgen. Vraag twee valt niet te beantwoorden. Ze hebben allemaal al gewonnen in hun eigen sport. Laat het daar dan bij.