De dikke en de dunne

Al eerder schreef ik een column over mijn overgewicht. Dat is iets waar ik al lang mee worstel. Soms heb ik er last van en denk ik: nu ga ik afvallen, maar vaker wint het lekkere snacken het. Het schuldgevoel komt pas nadat de zak chips leeg is. Op het moment zelf denk ik nergens aan, erger nog 's morgens kan ik al denken aan de chips die in de kast op mij ligt te wachten. Lastig te begrijpen? Ja, dat snap ik als je daar geen last van hebt is dat niet te vatten.

Nu doet de vreemde situatie zich voor dat mijn man anorexia heeft, wat hij heel hard probeert niet te doen gaat er bij mij met zakken tegelijk in. Ik snap niks van mensen met anorexia, terwijl ik zelf toch ook een eetprobleem heb. Vel over been beweren ze nog dik te zijn. Wij zijn al meer dan 15 jaar samen en in die 15 jaar is het me nooit duidelijk geworden.

Het eten is in ons gezin dus op een vreemde wijze erg belangrijk, maar we spraken er nooit over. De anorexia was er altijd wel, maar niet altijd aanwezig. Tenminste niet voor mij. Voor hem uiteraard wel, maar toch spraken we er niet veel over. Het was onder controle, wat zo veel inhoudt als: hij zag er redelijk gezond uit en eerlijk gezegd wist ik ook niet dat het hem dagelijks bezig hield. Natuurlijk wist ik wel dat hij er soms mee worstelde, maar dat het een dagelijks denkpatroon is, wist ik niet. Helaas is het nu misgegaan, de grens is overschreden. Het dunne lijntje van gezond en ongezond is hij overgegaan, met als gevolg een sterk ondergewicht.

Hoe kan je jezelf nu uithongeren? Je lichaam kan steeds minder, niet meer sporten, niet meer fietsen naar je werk, denken wordt moeilijker en dan weten we nog niet eens wat de langetermijnproblemen kunnen zijn. Maar de controle is er! Wat moet je sterk zijn om anorexia te hebben, ik zou willen dat ik er een klein beetje van meekreeg, zodat ik wel sterk genoeg ben om af te vallen. De hele dag moeten denken aan wat je wel en niet mag en wil eten lijkt me doodvermoeiend. Heb je genoeg gedaan om je eten te verdienen, of gaan we voor die BMI-daling van 3%? Wat kan ik doen om nog meer af te vallen, geen pillen, niet spugen. Nee, maar wat dan? Kauwgom eten? Speculaas nemen? Beide werken laxerend, dat scheelt weer een paar gram. Lopend boodschappen doen, toch maar fietsen naar kantoor. Dat schijnt allemaal door je hoofd te gaan en dat de hele dag door.

Ik probeer het te begrijpen, ik wil helpen, maar ik kan het niet. Hij moet het zelf doen, de geweldige oplossing van de hulpverlening is: ETEN!. Maar dat betekent loslaten, de controle loslaten en als dat je leven is, of deel van je leven, dan wil je dat niet. Door niet te eten voel je minder, je emoties zijn vlakker. Dus als je weer gaat eten zal het tegenovergestelde gebeuren en dat wil je nu net niet.

Mannen met anorexia zijn er niet veel in Nederland, nadeel is dan ook dat de hulpverlening vooral gericht is op tienermeisjes. De mannen die een verhoogd risico lopen zijn sporters met name marathonlopers, wielrenners en balletdansers. Nu ken ik geen van deze sporters persoonlijk, maar ik kan me voorstellen dat het bij hen voortkomt uit de drang om sneller te fietsen of harder te kunnen lopen. Bij de meisjes begint het vooral met een negatief zelfbeeld tijdens de pubertijd. Ze houden onderling wedstrijden wie het meest kan afvallen. Hoe zit dat dan met "gewone" mannen? Waarom krijgen die het dan? Hier is helaas weinig over bekend en dat is jammer.

Het vreemde is ook dat mensen met anorexia niet dood willen, dat is niet het doel. Dat de dood het gevolg kan zijn is niet relevant. Dat wordt aan de kant geschoven. Ik heb wel eens gezegd: "Je wil dan misschien niet dood, maar je doet wel aardig je best." Ook dat is iets wat niet te begrijpen is van deze ziekte. Dat is natuurlijk het meest gevaarlijke aan deze ziekte. Je spieren worden minder en je hart dus ook. Uitendelijk sterven de meeste anorexiapatienten aan hartfalen.

Hoe dichterbij je staat bij zieken hoe moeilijker het is om hulp te bieden, zeker bij iets als een psychische stoornis. Is iemand lichamelijk ziek dan kan je nog een kippensoepje koken. Of zijn boodschappen halen. Maar heeft iemand in je omgeving een psychische ziekte dan kan je niets. Ja een rustige omgeving creëren, maar dat is het dan wel zo'n beetje. Praten kan ook, maar eigenlijk schiet je daar niets mee op. De zieke wil je niet alles vertellen, omdat je je dan nog meer zorgen maakt. En ik kan niets zeggen waardoor hij zich beter gaat voelen.

Ik voel me machteloos ten opzichte van hem en van mezelf. Ik kan hem niet helpen en ik heb mezelf niet onder controle. Wat een vreemde situatie. De dikke en de dunne samen in één gezin, hoe ironisch.