De miljardair

Charles kijkt naar de man in het grote bed. Zijn hoofd komt net boven de dekens uit en heeft een vaalgrijze tint. De wangen zijn ingevallen, de ogen zijn troebel. Af en toe begint hij te reutelen. Het zal niet lang meer duren voor het leven zijn lichaam gaat verlaten.

Charles denkt terug aan de mooie jaren die hij had met de man. Hij is nu al zeventien jaar in dienst als butler. Hij heeft een geweldige tijd gehad. De man was ondanks zijn rijkdom een gewone man gebleven. Hij was zeker geen snob, deed niet minachtend tegen het personeel en ging met ze om alsof ze familie van hem waren. Maar dan wel een familie die goed met elkaar omgaat. Het personeel was trouwens op het moment zijn enige ‘familie’, want de echte familieleden waren al eerder overleden. Zijn vrouw was twee jaar geleden gestorven en kinderen hadden ze niet. Alle andere familie lag ook al onder grond of stond in een of ander potje in een nis van een begraafplaats. De man was dan ook erg oud geworden. Wel achtennegentig jaar. Hij was in alle opzichten een overlever. Die eigenschap is een van de belangrijkste redenen dat de man miljardair geworden is. Alleen had hij nu niets meer aan dat geld.

Ooit had was hij begonnen in een wasserette, ergens in the Bronx. Die liep zo goed dat hij meerdere wasserettes had geopend. Nu moeten we er wel bij vertellen dat er in die wasserettes niet alleen kleren werden gewassen, maar ook regelmatig de eigenaren van de kleren. Het waren dan ook de enige wasserettes waar veel mannen kwamen met hun wasgoed. En net als het wasgoed, dat in die tijd goed werd geboend op een wasbord, werden de mannen goed gemasseerd. Alleen dan niet met een wasborstel met harde haren, maar door zachte vrouwenhanden. En ze hoefden ook niet door de wringer te worden gehaald om droog te worden.

De zaken liepen zo goed dat de man door heel Amerika nieuwe zaken kon openen. Op een gegeven moment werden alleen nog maar de eigenaren van de kleding gewassen. Logisch, want de volautomatische wasmachines hadden hun intrede gedaan. De mannen konden dus gewoon de wasmachine volgooien en programmeren, om dan tijdens de volautomatische wasbeurt van de kleding zelf een handmatige beurt te ondergaan. Op die manier kon de man op de kosten besparen. Hij had nu nog maar één dame nodig voor beide beurten, waar hij vroeger twee dames nodig had. Eentje voor de wasbeurt en eentje voor de grote beurt.

Na Amerika was Europa aan de beurt voor zijn bedrijfjes en daarna Zuid-Amerika en Azië. Alleen in Thailand kwam het niet echt van de grond, want daar kon je een beurt krijgen bij de slager, de bakker, de fietsenmaker, de boeren, de horlogemaker, de hotelletjes, de restaurants, de sigarenzaak en zelfs in de tempeltjes. Dus niemand zat op concurrentie van een wasserette te wachten.

De bel gaat. Charles kijkt nog even naar de man. Hij slaapt. Dan loopt hij de slaapkamer uit, de gang door, de grote hal door, de voorkamer door, de volgende hal door en een kwartiertje later opent hij de deur. Voor hem staat Robert Spongowitz, de advocaat van de man. Hij wil de man spreken. Charles zegt dat de man slaapt en dat het waarschijnlijk niet al te lang meer zal duren voor hij eeuwig inslaapt. Robert oogt meteen wat nerveus. ‘Ik heb anders zeer belangrijk nieuws voor hem,’ zegt hij. Ze lopen naar de slaapkamer. Het is toch alweer een halfuur later dan toen Charles de man alleen had gelaten, maar hij slaapt nog steeds. Charles begint hem aan zijn schouder te schudden. De man schrikt wakker. Gelukkig heeft de man een sterk hart. Het zijn de ziektes die hem uitputten. Een zware longontsteking, diabetes, prostaatkanker, nierstenen en aambeien. Het is juist aan zijn sterke hart te danken dat hij nog leeft. Hoewel, te danken? Te wijten is misschien beter op zijn plaats.

Robert neemt het woord.
‘Ik heb goed nieuws en slecht nieuws voor u!’ schreeuwt hij in het oor van de man. Dat was ik nog vergeten te vertellen. De man was ook nog slechthorend en slechtziend. Robert stoort zich niet aan het gereutel uit de mond van de man, maar gaat gewoon door.
‘We hebben toch nog iemand gevonden die familie van u is. U hoeft dus niet alles aan goede doelen te schenken.’ Robert pauzeert even om zijn woorden goed door te laten dringen bij de man. Charles staat al met open mond. Familie, hoe was het mogelijk? Gelukkig is zijn eigen deel van de erfenis al bepaald.
‘Het slechte nieuws is dat het een buitenechtelijke relatie is, die zelf van niets weet en dat hij in Europa woont.’ Robert en Charles buigen zich een beetje over de man heen, want ze menen dat ze de ogen van de man een beetje zien glanzen. Niet te ver, want hoewel de man nog niet dood is, komt er een graflucht uit zijn mond. De man reutelt iets onverstaanbaars. Zou hij wel weten wie het is? Weet hij dat hij ooit bij een andere vrouw een kind heeft verwekt? Hij was diverse keren in Europa geweest en vaak voor langere tijd, dus het is niet eens zo vreemd. Al had niemand om de man heen daar rekening mee gehouden, totdat de man opdracht had gegeven om goed naar verwanten te zoeken voor hij de geest zou geven. Robert gaat verder. ‘We hebben het email-adres van je zoon. Hij woont ergens in Nederland. Ik zal hem een bericht sturen en vragen om contact met ons op te nemen.’ De man sluit zijn ogen weer. Charles en Robert verlaten zachtjes de slaapkamer.

Langzaam ontwaak ik uit een mooie droom. De dromen die je droomt net voordat je wakker wordt, zijn beelden uit het bewustzijn. Gebeurtenissen van de vorige dag, iets waar je je druk over hebt gemaakt, een film die je hebt gezien, een boek dat je hebt gelezen, een vluchtige ontmoeting op straat. Al die beelden door elkaar. Shaken, not stirred. Ik had de vorige dag waarschijnlijk veel mooie vrouwen vluchtig ontmoet en ik meende ook het kassameisje van Appie te hebben herkend in de droom. Zonde om nu wakker te worden.
Nog een beetje nagenietend douche ik, kleed me aan, zet koffie en zet de pc aan. Dat doe ik elke dag het eerste na het aankleden. Bijkomen met zwarte koffie en mijn mailtjes lezen. Even kijken. Vijftien mailtjes met Facebookreacties, een mailtje van de ING over mijn rekening. Een mailtje van criminelen dus. Verder nog een mailtje van de verzekering. Dat is eigenlijk nog een mailtje van een criminele organisatie. En dan nog een mailtje van een advocatenkantoor in New York. Ik verplaats het mailtje van de verzekering in een aparte map en kijk even voor alle zekerheid naar het mailtje van het advocatenkantoor.

Ja hoor, weer zo´n kutmailtje van een advocaat uit Amerika die me wil wijsmaken dat ik een erfenis van enige miljoenen krijg. Ik lees niet verder en klik meteen op shift en delete. Weg met die klerezooi. Misschien dat ik er de volgende nacht over droom, maar ja, dromen zijn bedrog.

Als je interesse hebt, stuur dan een column van jouw hand naar pschouten@live.nl. Of stuur een PM. Je krijgt z.s.m. een reactie.

Eindredactie FOK!columns