Theeteven of koffielurkers?

U kent mij als een bescheiden mens. Een zeer bescheiden mens. En daarmee hebt u meteen een van mijn vele talenten te pakken. ‘Bescheidenheid siert de mens,’ is mij altijd geleerd. Daar ben ik het volledig mee eens. Het is zelfs een van mijn levensmotto’s. Maar soms is het tijd om die bescheidenheid even te laten varen. Zoals afgelopen maandag. Ik had een functioneringsgesprek waar men mij onder andere vroeg naar mijn sterke punten. Dat vind ik lastig, zo’n vraag. Dus eerst zal er een hapering hebben doorgeklonken in mijn stem. Maar dit was niet het moment om bescheiden te zijn. Ik moest mezelf goed verkopen. Dus na die eerste aarzeling kwam ik toch goed op dreef. Men knikte, alsof men herkende wat ik vertelde, er werden aantekeningen gemaakt en na zo’n drie kwartier was ik toch wel een beetje klaar. Je kan het tenslotte ook overdrijven.

Toch vind ik het belangrijk om die sterke punten óók met de duizenden mensen te delen die mijn columns elke week weer zo heel erg graag lezen. U kent mij immers als een columniste die zichzelf vaak kwetsbaar op durft te stellen en  die zelfs in de openbaarheid van het internet voor haar zwakheden uit durft te komen. Mensen omschrijven mij dan ook vaak als toegankelijk, emphatisch, wijs, zelf reflecterend, grappig en talentvol. Nou, ik kan u melden: dat zijn nog understatements. Het is namelijk nog veel mooier dan u al dacht.

Om er maar eens één talent uit te lichten – ik overweeg om er een serie van te maken hoor, zodat alle talenten beurtelings uitgebreid aan bod kunnen komen-  zo langzamerhand wordt het mij steeds duidelijker dat ik over bepaalde gaven beschik. Gaven, die andere mensen niet hebben en  dit kan ik zeggen zonder op te scheppen, want het gaat hier om een feit. Het is een gave en een talent. Andere mensen beschikken ook wel voor een klein deel over dit talent, maar dan slechts tot op zekere hoogte.

Die andere mensen hebben met mij gemeen dat zij over het algemeen het verschil kunnen zien tussen mannen en vrouwen. “Kijk, daar loopt een vrouw!”, zegt dan bijvoorbeeld een vriendin tegen mij terwijl we op een terras zitten. Best scherp opgemerkt. Maar ik weet meteen al veel meer over die vrouw… Ook al ken ik haar niet. De meeste mensen zien ook  het verschil  nog wel tussen zwarte en witte mensen, dikke en dunne mensen, oude en jonge mensen. Sommige zien ook meteen of iemand heteroseksueel is of op mensen valt van hetzelfde geslacht. Tot dat punt kunnen ze mij nog bijbenen.

Maar bij mij gaat het veel verder dan dat. Ik kan namelijk aan iemand zien of het een theedrinker of een koffiedrinker is. U slaat nu achterover van verbazing en roept: “Nee! Dat bestaat niet!” Ja. Neemt u het gerust van mij aan: het bestaat wel. Ik ben uw levende voorbeeld. Mocht u mij niet geloven, neem dan rustig de proef op de som. Daar wil ik heel ver in gaan, zo overtuigd ben ik van eigen kunnen. Ik ben zelfs bereid om Nederland af te reizen en op te treden in een door u gehuurd zaaltje. Zet mij achter een tafel met een kop koffie, stuur een mensenmassa op mij af en ik vertel u precies wie van die mensen koffie drinkt of thee. Of geen van beide. Hoe dit kan? Tja. Wat zal ik zeggen. Levenswijsheid. De gave van het observeren. Jarenlang observeren. Mijn eigen sociologiestudie, het bestuderen  van het menselijk gedrag. Ik heb daar geen universitaire studie voor nodig. Het zit gewoon in mijn genen.

Laat ik een tipje van de sluier oplichten: over het algemeen bestaat de grootste groep theedrinkers uit vrouwen. Maar het is een bepaald slág vrouwen, de uitzonderingen daargelaten. Het zijn vaak vrouwen die niet roken en niet drinken. Ja, sloten thee, dat wel. Maar ze drinken geen alcohol. Ze hebben vaak sociale en dienende beroepen. Ze zijn zacht en lief qua karakter en geven ongewild en onbewust van dit feit anderen het gevoel dat ze een verkeerd en ongezond leven leiden. Thee staat voor biologische producten, vroeg opstaan, sporten en handwerken met op de achtergrond een bescheiden klassiek muziekje. Dit alles in een schoon huis, op de bank met opgetrokken benen en een kat op schoot.

De echte theedrinkers hebben natuurlijk geen suiker in de thee. Suiker in de thee is net zoiets als biseksueel zijn. Ben je nou een echte theedrinker met de daarbij behorende levensstijl, of ben je het nou niet? Deze mensen zijn ook het lastigst in een hokje te stoppen. Als ik al eens een vergissing maak – tot nu toe is dit elf keer voorgekomen – dan betreft het theedrinkers die veel suiker in hun thee willen. Tja, dan ben je natuurlijk geen echte.

Om een voorbeeld te geven: ik voer op mijn werk regelmatig oudergesprekken. Ouders komen langs en ik bespreek het observatieverslag van hun kind dat ik heb gemaakt. Maar natuurlijk is het belangrijk om die ouders gastvrij te ontvangen. Dus nodig ik ze uit om hun jassen uit te trekken en stel ik de vraag: “Kan ik u iets te drinken aanbieden?” Nog vóór ze hun mond hebben opengetrokken, weet ik het antwoord al. Altijd. Ik heb het immer bij het rechte eind. Terwijl ik de vraag stél, denk ik al: ‘Deze mensen willen thee.’ Of: ‘Deze mensen willen koffie.’ Of: ‘Hij wil koffie, zij wil thee.’ Soms willen ze water. Dat kan ook. Maar dat is vanuit een soort bescheidenheid, deze mensen willen mij niet tot last zijn. Dit zijn vaak de prettigste mensen. Want eerlijk gezegd:  -en ja, ik ben me er van bewust dat ik nu even een zijpaadje kies -  het is tegenwoordig zo’n gedóe met die koffie en thee.

‘Wat voor koffie hebben jullie?’,  vraagt dan bijvoorbeeld zo’n vader terwijl hij zijn jas uittrekt. ‘Senseo,’ antwoord ik met een glimlach. ‘Maar hebben jullie qua smaak nog keuze? Bijvoorbeeld Lungo Forte, Espresso, Extra Dark, Dark Roast, Cappuccino, Cappuccino Choco, Rio de Janeiro, Vienna of Sevilla?’  

‘Ik zal even kijken,’ zeg ik dan, een diepe zucht onderdrukkend. ‘Regular staat er op het pak,’ vertel ik hem dan even later. Teleurgesteld schudt hij zijn hoofd. ‘Laat maar zitten dan. Doe maar een glas water.’ Zij wil graag thee. Ik pleur het kokende water in een theeglas en sjouw me vervolgens een breuk aan de hutkoffer waar alle smaakjes thee in zitten. Ze zoekt twintig minuten lang naar een smaakje waar ze op dit moment zin in heeft en dit gaat natuurlijk allemaal af van de tijd die het oudergesprek normaalgesproken duurt. Kom op zeg, ik heb geen uren de tijd!

Laatst kregen we bezoek. Hij wilde koffie, zij had liever thee. Zo had ik ze ook allang ingeschat. Want die gave bezit ik nou eenmaal. Ik wilde al richting keuken toen zij me vroeg: ‘Hebben jullie ook verse muntthee?’ Laat ik voorop stellen: wij hebben veel in huis. Letterlijk en figuurlijk. En helemaal als we weten dat er visite komt dan puilt het hier uit van de lekkere hapjes en drankjes. Maar nee. Verse muntthee behoort hier niet tot de mogelijkheden. En dit wil ik graag zo houden. Maar nu we het toch over mijn talenten hebben: ik ben inventief en creatief. In de vensterbank in de keuken stond een peterselieplant. Daar heb ik wat takken vanaf geknipt en in het kokende water gepleurd. Een king-pepermuntje op de bodem, en die takketeef kon aan de takkethee. Ik nodig ze alleen nooit meer uit.

Ik heb een bloedhekel aan verse muntthee. Terwijl ik in dat leuke restaurant mijn voorgerecht met extra veel knoflook zit weg te kauwen aan tafeltje 33, ruik ik al dat er aan tafeltje nummer 439 iemand een glas verse muntthee voor zich heeft staan. Mijn verkoudheid mag dan acuut verdwenen zijn door al die mentholdampen, fijn vind ik het niet. Overdreven gedoe.

Het moge duidelijk zijn: ik ben een koffiedrinker. Niet overmatig en ik drink het liefst de koffie die mijn man voor me zet. Een gewoon koffiezetapparaat met een filterzakje en koffie uit ons koffieblik. Twee zoetjes, een  beetje koffiemelk en ik ben tevreden.

Vroeger was het zo simpel: vlak voor de visite kwam, zette ik een grote pot koffie en een grote pot thee. Melk en suiker en theelepeltjes op tafel, en klaar. Niemand vond dit gek, een ieder bediende zich van suiker en melk naar believen en naar smaakjes werd niet gevraagd. De mens leefde toch een stuk bescheidener in die tijd. En dat past zo bij mij. Zoals ik in het begin al heel wijs opmerkte: bescheidenheid siert de mens.