Zwarte Piet is een neger

Menig Nederlander wordt direct giftig bij het lezen van een titel als de bovenstaande. Al bijna twintig jaar wordt vrijwel jaarlijks de discussie gevoerd, waarom Zwarte Piet nou eigenlijk zwart is. Het culmineerde een jaar of zes geleden bij de NOS met een eenmalige inzet van 'Regenboogpieten', waarbij de angstvallige behoefte om middels veelkleurigheid niet meer te discrimineren, juist de discussie omtrent racisme aanwakkerde en benadrukte. Want wat is Piet nou? Een neger of een schoorsteenveger?

Het antwoord blijkt verrassend snel en simpel te vinden, maar is gecompliceerder dan het aan de oppervlakte lijkt. Sinterklaas-achtige feesten van geschenken in wintertijd, vinden we in vele culturen wereldwijd. Zo hebben de Perzen hun nieuwjaarsfeest Amu Nowruz, waarbij de goedaardige 'oom van Nowruz' cadeautjes uitdeelt en vergezeld wordt door een zwart geschminkt, ietwat kwaadaardig hulpje. Ook hier in Nederland vierden we een soortgelijk feest, maar dan gecentreerd om de Noorse god Wodan. Zoals zoveel feesten, waaronder kerst, werden de heidense gebruiken ook in een gekerstend Europa toegestaan, maar met de verhalen natuurlijk verchristelijkt.

Hoewel Sinterklaas dus al zeker een millennium gevierd wordt, duikt het hulpje van de Sint, Zwarte Piet, pas op in 1850. Onderwijzer en lid van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen Jan Schenkman bracht in dat jaar het prentenboek “Sint Nicolaas en zijn knecht” uit. Schenkman bedacht bovenop de Sint Nicolaas-mythe die al bestond en werd gevierd, een aantal vernieuwingen die tot op vandaag bij het feest horen. Het boekje opent met een vers dat iedereen nog steeds kent en introduceert in datzelfde vers de cultus van de stoomboot, alsook de afkomst uit Spanje, alsook de Zwarte Knecht (later Piet).

Zie, ginds komt de Stoomboot 
Uit Spanje weêr aan,
Zij brengt ons Sint Niklaas,
Ik zie hem reeds staan!
Hoe huppelt zijn paardje
Het dek op en neer!
Hoe waaien de wimpels
Al heen en al weêr!
Zijn knecht staat te lachen,
En wenkt ons reeds toe:
‘Wie zoet was krijgt lekkers,
Wie stout is - een roê.’

De eigenschappen van de toen nog naamloze Piet waren 162 jaar geleden op de prenten en in de beschrijving hetzelfde als die van de pieten van nu: enigszins ondeugend en dommig, maar niet kwaadaardig; zwart geschminkt, rode lippen, ring in het oor en in een zestiende-eeuws fluwelen pakje gehesen. Het boekje van Schenkman werd decennia herdrukt en is op internet inzichtelijk. Met het doorkijken van het boekje wordt ook in één keer duidelijk of Piet neger is, of niet: het antwoord is een overduidelijk “vanzelfsprekend!” Leuk detail is dat het hele boekje kan worden gezongen op de wijs van “Zie, ginds”. 

Vanaf de Renaissance, langs de Barok en Rococo en dwars door de Verlichting en Romantiek heen, waren pages aan het hof heel gewoon. Toen de slavernij, kolonisatie en wereldhandel losbarstten in de zestiende en zeventiende eeuw, werd het modieus om een zwart knechtje te hebben. Een decoratief negerkindje, gestoken in precies de kleding die we nu van Piet kennen. Hoewel het gebruik van zwarte pages aan hoven en bij rijke koopmannen door de eeuwen heen verminderde, bleef het tot in de twintigste eeuw rondzwerven in velerlei culturele uitingen – de Sint was een rijke bisschop, dus had hij een zwarte page. Niets meer en niets minder dan dat.

Daar rijdt hij de stad door,
Op 't prachtigst gekleed;
Zijn knecht draagt de geldkist,
O, ziet hoe hij zweet.
Het regent er bloemen,
Elk jubelt en juicht,
Terwijl zich Sint Niklaas
Op 't vriendlijkst buigt.
Eén echter verschuilt zich,
En tracht hen te ontvliên.
't Is Willem, een domoor:
Maar 't wordt ras gezien.

Toen met de burgerrechtenbeweging en de dekolonisatie van de jaren zestig een kentering kwam in hoe men dacht over rassengelijkheid in woord en daad, kwam er ruimte om Piet – die simpelweg niet weg te denken is uit de Sinterklaasviering, evenmin als Schenkmans andere inventies, Spanje en de stoomboot – een alternatieve uitleg te geven, namelijk die van blanke schoorsteenveger met roet op zijn gezicht. De roe, oorspronkelijk een middel om kinderen angst in te boezemen, werd een lieflijke schoorsteenveegbezem.

Zoals de Sinterklaasviering in duizend jaar dramatisch veranderde naarmate de historische en culturele verhouding ten opzichte van het feest veranderden, zo is het prima dat Piet tegenwoordig aan de kinderen wordt uitgelegd als schoorsteenveger. Sinterklaas is immers Sinterklaas niet zonder Piet, en als de verwijzing naar slavernij te gevoelig ligt is het schoorsteenveger-argument prima om alsnog Piet te behouden. Dat het historisch incorrect is en Piet toch echt gekleed is als een zwarte page, hoeft daarnaast echter niet zo rigoureus ontkend te worden.

Waarom die angst voor confrontatie met iets uit ons gemeenschappelijke verleden? Onze rijkdom en historische steden zijn voor een flink deel op WIC- en VOC-mentaliteit gebouwd, controversieel, maar Balkenende had daar toch echt een punt mee. Niet dat we ooit terug zouden moeten, natuurlijk, maar het is een enorm stuk geschiedenis waar Zuid-Afrika, Suriname, Indonesië en allerlei andere landen het product van zijn. Ontkennen heeft geen zin.

Piets verleden is er nu eenmaal. Ja, er kan een moderne draai aan gegeven worden, prima. Maar die draai kan niet verhullen dat Piet toch echt zeker honderd jaar een negerpage was, voor hij de carrièreswitch naar schoorsteenveger maakte. Piet stamt uit een tijd waarin 'blackface', ofwel het zwart schminken van het gezicht om zwarten uit te beelden, op toneel en in films eigenlijk standaard was (en bleef tot eind 40s/begin 50s). Het liedje ter viering van Lincolns verjaardag in Holiday Inn uit 1942 is er een goed voorbeeld van. 

When black folks lived in slavery
Who was it set the darkie free? – Abraham
When trouble came down from the shelf
Who's heart was bigger than himself? – Abraham

Zwarte Piet, schoorsteenveegpiet, het zal mij een zorg zijn. Feesten en mythes veranderen zoals al gezegd continu, dus wellicht vertelt men de kinders over honderd jaar nog steeds het schoorsteenveegverhaal en bestaat het daarmee langer dan de Piet als zwarte knecht. Dat kan. Maar stellen dat Piet in 1850, toen hij werd geïntroduceerd, schoorsteenveger was en geen negerknechtje? Dat is historisch niet alleen incorrect, maar ook als in een angststoornis ontkennen van een verleden waar we best eens wat minder paniekvoetbal over mogen spelen. Elk geschiedenisboek van elk mogelijk land heeft immers z'n zwarte bladzijden.